Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (5.49 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8

(1858)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Blindheid.Ga naar voetnoot*

 
Zaagt gy ooit den nachtegaal
 
In de traliekooi gevangen,
 
Kwelende haar tooverzangen
 
Als in Pales loovrenzaal?
 
Ach! de onzaalge stort haar lied,
 
Is in wellust opgetogen;
 
Maar helaas! zy mist heur oogen,
 
Waant zich in haar lindeboogen,
 
En haar kerker kent zy niet.
 
 
 
Zoo ook zingt ge, Poëzy,
 
In dit aardsch verblijf van kommer
 
Voor de zoele Hemellommer,
 
Uw verheven melody.
 
Waan u vrij aan Gihons vloed;
 
Waan dat Edens breede palmen
 
Uwe tonen tegengalmen;
 
't Is 't gepiep der waterhalmen,
 
Die de nachtwind ruischen doet.
 
 
 
Arme Dichter, ach hoe lang
 
Tokkelt gy op doffe snaren
 
By 't geruisch der wareldbaren
 
Uwen treur- en jammerzang?
 
Ach! gy zongt voor 't menschlijk hart!
[pagina 282]
[p. 282]
 
Maar het zijn slechts dorre rotsen,
 
Waar uw tonen tegen botsen,
 
Smoorende in het golvenklotsen;
 
Slechts de strandgalm deelt uw smart.
 
 
 
Ach, gy zijt nog meer dan blind,
 
Waant by monsters, schrikgedrochten,
 
Van verwoedheid aangevochten,
 
Dat gy menschenzielen vindt.
 
't Is geen menschdom dat u hoort,
 
Wien uw zang het hart kan winnen;
 
't Zijn ontmenschte Wijnpapinnen
 
In verbijstering van zinnen,
 
Nog bebloed van Orfeus moord.
 
 
 
Zwijge uw Cyther! trap ze in 't zand,
 
En verwoest die teedre snaren
 
Die voordezen dierbaar waren
 
Aan een dankbaar Vaderland.
 
Blinder zijt ge dan Homeer,
 
Dat ge in dees verwoeste hoeken,
 
In 't verblijf der Helsche vloeken,
 
Naar uw bakermat kwaamt zoeken;
 
Naar dat Holland van weleer.
 
 
 
Zingt gy? zingt dan voor u-zelf!
 
Stort den Dichtvloed uit uwe aderen
 
Aan de Geesten uwer Vaderen;
 
Sluit hem in hun grafgewelf.
 
Mooglijk dat het licht eens blinkt,
 
Dat, door zuivrer zucht gedreven,
 
Een geslacht van later Neven
 
Aan zijn galm gehoor zal geven,
 
Als hy uit den grafkuil klinkt.
 
 
 
1824.

voetnoot*
Rotsgalmen II, 155.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken