Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

Smeekschrift.Ga naar voetnoot*

 
Heer Koning, 'k ben een leven moê,
 
Waar in ik niets ter wareld doe;
 
En woonde garen in een stad
 
Waarin ik iets te maken had.
 
Nu vind ik, buiten Leydens grond,
 
Het gantsche Holland ongezond;
 
En Leyden, half om verr' gestort,
 
Koomt vrij wat woningen te kort.
 
 
 
Wat nu? Ik kom uit Moffenland,
 
En, zeer gehecht aan Duitschen trant,
 
Verwacht ik, dat U niet mishaag,
 
Het geen ik van Uw goedheid vraag,
 
En dat, in Brunswijk, ieder mensch
 
Terstond verleend wordt op zijn' wensch.
 
 
 
Dat is: zum ersten met verlof!
 
Een erf, geschikt voor huis en hof.
 
Zum andern, 't noodig timmerhout,
 
Waar meê m' een ruime woning bouwt.
 
Zum dritten, 't geld tot kalk en steen
 
(Maai dit voor tien percent te leen).
 
En viertens, met haar Officiers,
 
Een Compagnie van Grenadiers,
 
Die, in Uw Majesteits soldy,
 
De woning timm'ren koom voor my,
 
Behoudens roof- en bedelrecht
 
Aan 't Duitsch soldatenschap gehecht.
[pagina 148]
[p. 148]
 
Indien Uw goedheid zoo verr' strekt,
 
Zoo dien ik-zelf als Architect,
 
En breng U niet dan 't bloote plan,
 
Zoo duur in reekning als ik kan:
 
En 't huisjen dat ik zetten laat,
 
Zal 't vreemdste wezen van zijn straat;
 
Na Duitsche zwavelstoksmanier;
 
Den gang gemarmerd met papier;
 
De vensters op drie duim na, dicht;
 
De trappen scheef en zonder licht;
 
De vloeren schuin en ingezakt;
 
De zolders met de bijl gehakt;
 
De muren, bochelvlak en scheef,
 
Vooral, doorluchtig als een zeef;
 
Ja alles, met één woord gezeid,
 
In Duitschlandsche aartsvolkomenheid;
 
Maar dragende in zijn' gevelpraal
 
Een' steen met letters van metaal,
 
Waarop men 't denkschrift lezen zal:
 
‘Nog beter dan in Brunswijks wal.’
 
 
 
Katwijk, 1808.
voetnoot*
Najaarsbladen II, 159.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken