Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12 (1859)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
Afbeelding van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12Toon afbeelding van titelpagina van De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

Scans (5.42 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12

(1859)–Willem Bilderdijk–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

Mijne uitvaart.Ga naar voetnoot*

 
Als mijn lichaam, ô mijn Waarde,
 
In het graf gezonken wordt,
 
Staar dan op geen hoopjen aarde,
 
Dat men op mijn lijkkist stort.
 
 
 
Laat geen zilte tranen vloeien
 
Op het dompig grafgesteent';
 
Laat uw oogen niet besproeien
 
Wat onwaardig wierd beweend.
 
 
 
Neen; verhef ze naar den hoogen!
 
Zien zy naar een ruimer lucht!
 
Zien zy hemelwaart, die oogen,
 
Naar mijn nieuwe hemelvlucht!
 
 
 
Zie de wieken, hier omwonden,
 
Hier met 's lichaams schel bedekt,
 
Als die banden zijn verslonden,
 
Vrij en moedig uitgestrekt!
 
 
 
Zie ze naar den hemel stijgen;
 
Zie ze kleppen, blij te moê!
 
Zonder vrees van neêr te zijgen,
 
Vliegen zy Gods Engel toe.
 
 
 
Naar den hemel? en, mijn Waarde,
 
U, terwijl gy zucht, voorby?
 
Of uw' boezem niets bezwaarde,
 
Niets uw hart verbond aan my?
[pagina 150]
[p. 150]
 
Is die knoop dan losgeschoten,
 
Is dat echtsnoer dan verwoest,
 
Dat de ziel hield ingesloten,
 
En den dood verduren moest?
 
 
 
Hebben we in elkanders armen
 
Slechts het stof des doods gekust,
 
Dat geen fakkel kan verwarmen,
 
Met dit leven uitgebluscht?
 
 
 
Neen, Melieve, neen, die liefde,
 
Was geen eigendom van 't graf;
 
En wien hare vlam doorgriefde,
 
Schudt haar op dien rand niet af.
 
 
 
Neen; maar als de doodsche spade
 
In de hand des gravers blikt,
 
Voel dan in uw hart den Gade,
 
Die het met zijn troost verkwikt.
 
 
 
Staar dan met verhelderde oogen,
 
Waar het traantjen in verdwijnt,
 
Naar het licht dat uit den hoogen
 
Met geen' aardschen luister schijnt.
 
 
 
In die hemellichte stralen
 
Brei ik dan de wieken uit,
 
Die geen banden meer bepalen,
 
Die geen lichaam meer omsluit.
 
 
 
Dan, dan stijg ik in die glansen
 
Naar de Bron van alle goed,
 
Hooger dan de middagtransen
 
Waar de zonnewagen spoedt.
[pagina 151]
[p. 151]
 
Dan, dan breng ik daar mijn klanken,
 
Zuivrer dan ik immer zong,
 
Om mijn' God en Heer te danken
 
Met een onbesmette tong.
 
 
 
Dan, dan zie ik op u neder;
 
Vlieg u juichend weêr om 't hart;
 
En ik voer op de eigen veder
 
U van uit de macht der smart.
 
 
 
1808.
voetnoot*
Najaarsbladen II, 162.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken