De Kartesiaanse academie ofte, institutie der medicyne

[p. 426]

XXX. Hooft-Stuk.
Van de Corrosyf Middelen, Cathaeretica, Septica en Escharotica gesegt.

ALle dese dingen zijn van eene soort, alleen in graden van elkanderen verschelende, want die gene, welke Cathaeretica oft af-etende middelen genoemt werden, zijn die gene, welke het overvloedige vleis, dat in de wonden wast, afeten: Dese bestaan uit scherpe en snijdende deeltjes, welke tegens het rauwe vleis, zoo door de warmte als door de subtyle materie daar tegens aan gedreven werdende, het zelve doorsnijden en doorhakken, maar om dat zy uit te grove deelen bestaan, of die niet al te scherp en zijn, gebeurt het, dat zy het oppervlak maar beledigen en geensins het binnenste ofte het ondergelegen vleis. Van dese soort zijn de volgende, als:

Alumen Ustum,

Praecipitatum Rubrum,

Aerugo,

Calx,

Vitriolum Ustum &c.

Maar de Septica en Escharotica zijn middelen die by na even eens onse huid aandoen als het vuur, dat onse deelen brand, en bederft. Want het vuur door alles heen hakkende en kervende breekt en verscheurt alles wat'er by of ontrent is; alsoo doen ook seg ik de Escharotica, die uit een loog-sout bestaan: Wiens deeltjes aan alle kanten scherp zijnde en door de subtyle materie des logts gins en weder bewogen, hak-

[p. 427]

ken en kerven alles ontstukken al wat'er by of ontrent is, zoodat het deel versterft, daar dese corrosijf heeft opgelegen, en de sappen die daar plegen door te vloeyen, moeten stil staan.

Onder de loog-souten zijn voornamelijk die welke uit seep-sieders loog en kalkgemaakt werden de beste; of van levende kalk en swarte seep.

De andere soorten bestaan meest uit een suur sout, welke mede op de selve wyse de deelen stukken hakken en breken, en met eenen de sappen, die daar door loopen, komen te stollen en te runnen: en dese zijn de volgende

Arsenicum,

Sublimatum,

Butyrum Antimonii,

Oleum Vitrioli &c.

Het gene nu door de zelve zoo gepijnigt is, dat de zelve textuur of weeftsel niet meer bequaam is, om den omloop der sappen daar door te laten passeren, zoo noemt men dat de korst oft Eschora, 't welk dan met digestiven oft uitgesuivert werd, of met het mes doorsneden.