Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2 (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

ebook (5.71 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

XXVIII. Hoofd-stuk. Van het kleine kruid-spinneken:

I. In het midden van oogst-maand sag ik op de vlier-boomen onder de bladen een klein spinneken sitten, en diergelyke op andere plaatsen meer: maar ik merkte het eerste meest aan. Het was wit van lighaam, en boven op wat rood. hadde by sig een rond bolleken met eijeren, die het sekerlyk moet gelegt hebben: zynde wel agt maal soo groot als de spinne selfs, soo dat hy seer dik moet geweest hebben, eer hy de zelve lei.

II. Dese eijeren waren in een klein netjen gesponnen, en losjes aan de bladen vast, werdende geduirig door

[pagina 148]
[p. 148]

dit spinneken bewaart, met syn voorste pooten die gelyk als vast houdende.

III. In't begin van Herfst-maand begon het veel te waeijen en te regenen, soo dat de bladeren verdorden, en bragt doe zyn bolletien met eijeren onder een van d' yzere roeijen van myn venster, onder welke hy het zelfde bewaarde soo lange tot uit de eijeren nieuwe spinnen waren voortgekomen. Doe vernam ik d' oude spinne daar niet meer by, latende de Ionge kudde by malkanderen blyven, synde daar alleenig maar een weinig van afgeweken.

IV. Of dese spinnen mede op de vliegen asen, weet ik niet, maar gisse

[pagina 149]
[p. 149]

dat sy het sap van kruiden suigen, want sy dikmaals groen van koleur syn, voornamentlyk in't voorjaar,

wanneer de kruiden sappig syn: ten anderen blykt sulx om dat sy geen netten spannen, gelyk andere die daar vliegen in vangen. Van Hare voort-telinge kan ik mede niets seggen, alsoo ik haar tot nog toe alleen gevonden heb, gelyk d'andere spinnen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken