Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2 (1688)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2
Afbeelding van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.08 MB)

ebook (5.71 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schou-burg der rupsen, wormen, maden, en vliegende dierkens daar uit voortkomende. Deel 2

(1688)–Steven Blankaart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 152]
[p. 152]

XXIX Hoofdstuk. Van het kleine bruine spinneken, beschreven in Het xxxiii Hoofdstuk, van Het Eerste deel.

I. In't midden van Lente-maand mdclxxxvii. ving ik dry spinnen, die ik elk bezonder in glaasjes sette, om op nieuws te zien 't gene ik ontrent het eijer-leggen deser soort van spinnen voorleden Iaar had aangeteikend. Ik gaf haar somwyls vliegjes uit te suigen, om haar t' onderhouden.

II. den xxii van bloei-maand heb ik in een der glaasjes gesien dat de spinne een bolletien eijeren hadde gelegt. Ik gaf hem doe wederom een vlieg, op dat hy syne eijeren niet mogte uitsuigen.

[pagina 153]
[p. 153]

III. In't midden van Wiedemaand quamen uit de voorseide eijeren kleine spinnen voort. Ondertusschen was ik buiten onse stad tot een sieke geroepen tot Delft, en wyl myn meid ymand in myn boek-kamer had gelaten, heeft men de kurk van het flesjen geligt, en de spin is daar uit geloopen, soo dat ik de vordere ervaring daar ontrent heb moeten staken.

IV. Onderwylen heeft een ander deser spinnen in't laatste van Hoei-maand mede eijeren gelegt, en in't midden van oogst-maand syn daar spinnen uit voort-gekomen.

V. De jongen spinnen eerst uit haar nest komende suigen malkanderen soo lange uit, door hongers-nood, tot'

[pagina 154]
[p. 154]

er maar een overblyft: het welke ik menigmaals heb aangemerkt.

VI. dese spin heb ik de geheele winter, en lente, tot den ix van Hoei-maand sonder eten gehouden, op welke dag ik hem weder een vliefg gaf. Hy was vry mager en uitgeteert, gelyk men dat wel denken kan. Men kanse selden des winters overhouden, want sy, haar eigen meester niet synde, gemeenlyk int voor-jaar sterven.

VII. In't Iaar 1693. heb ik wederom een in een glaasjen gedaan, in de maand van maart, welke na dat de selve eijeren vliegen hadde uitgesogen, heeft een bolletien eijeren gelegt; doe meste ik hem al voort, om hem dik te maken, en heeft voor de twede reis eijeren gelegt; uit het eerste

[pagina 155]
[p. 155]

eerve na quamen spinnen, die d' eijeren van het tweede uitzogen: doe deed ik de spin in een ander suiver glas, alwaar sy ten derden male eijeren uit, nu weten. lei, uit welke spinnen quamen, nu wetende dat de selven by geen mannetien, na het eerste eijeren leggen geweest waren, moet ik besluiten, dat deselve mannetien en wyfjen syn. ik voede hem weder dik, en heeft voor de vierde reis volkomen eijeren gelegt.

VIII. Het Iaar daar na 1694. in't begin van grasmaand, gaf ik hem wederom vliegen: en heeft ontrent het midden van bloeymaand eijeren gelegt, sonder dat daar een mannetien is by geweest, en int midden van Iunius zyn daar mede spinneties uit voortgekomen.

IX. int begin van augustus heeft hy wederom eijeren gelegt: en heeft jongen geteelt.

X. 1695. den 28 mei heeft hy andemaal eijen gelegt, waar uit in't laats van Iunius nieuwe spinneties quamen. Heeft in't laats van de selvige maand weder eijeren gelegt. maar niets uitgekom.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken