zullen schrijvers en dokters, advocaten en geestelijken zich uitsluitend in hun eigen dialect met elkaar verstaan; zodra zij zich officieel of beschaafd uit willen drukken gaan zij over tot Frans!
Hoe komt dit? Een Gents advocaat gaf hiervoor mijns inziens een zeel juiste verklaring:
‘Wanneer Nederlanders op school Frans geleerd hebben van onderwijzers, die deze taal weer uit boeken kennen, dus zonder contact te hebben met de levende taal, kunnen ze onder elkaar nog zoveel Frans praten, hun kennis zal niet groter worden, wamt ze nemen fouten van elkaar over. Ongeveer zo is het met de Vlamingen; ze missen het contact met het levend Nederlands en weten maar al te goed, dat hetgeen ze spreken een min of meer onbeschaafd dialect is. De enige wijze, waarop hier een oplossing gevonden zou kunnen worden, is deze: dat Nederlandse onderwijzers in Vlaanderen gedetacheerd zouden worden en Vlaamse intellectuelen minstens een jaar een Nederlandse universiteit zouden moeten bezoeken.’
In dit verband komt dan het bekende verwijt aan de Nederlanders weer te berde, dat ze (slecht) Frans gaan spreken, zodra ze de Belgische grens gepasseerd zijn.
‘Maar,’ zo zeggen wij, ‘jullie doen hetzelfde. Jullie spreken Frans in Brussel, met de kellners in de café's, met de bioscoopportiers en de taxichauffeurs. Het hele openbare leven en dat niet alleen in Brussel wordt nog beheerst door het Frans.’
‘Dat is wel zo,’ antwoordt men, ‘maar juist de Nederlanders die hun taal perfect spreken, kunnen hier zo'n gunstige invloed uitoefenen en bij de Walen de indruk uitwissen, dat Nederlands slechts een dialect is. Dat kunnen wij niet, omdat immers ons Nederlands werkelijk een dialect is.’
Meer Nederlands sprekende Nederlanders naar Vlaanderen, ter versterking van het taalbesef van de Vlamingen. Geschiedt dit niet, dan zal de Vlaming zich in zijn dialect opgesloten voelen en Frans blijven spreken als hij zich ‘beschaafd’ uit wil drukken.