De stijl is veel ‘verder’, moderner zou men kunnen zeggen, neigend naar een zeker impressionisme, hetgeen blijkt uit de knappe met één penseelstreek (in de natte specie, want het zijn allemaal fresco's) getekende figuren. Ze hebben veel minder van het conventionele, dat veel van de Pompejaanse wandschilderingen vertonen, en men veronderstelt dan ook, dat in Stabia een schilder of eerder misschien een schilderschool werkzaam was, die de decoratie van de huizen meer als een ‘kunst’ beoefende dan de wandschilders van Pompeji.
Prof. Maiuri, die in de universiteit van Napels voor een gehoor van bijna uitsluitend professoren een lezing gaf over de nieuwe ontdekkingen (als het ware de ridderslag voor dr. Libero d'Orsi en de erkenning van zijn werk) liet daarbij enkele reeds gevonden wandschilderingen van Stabia zien, waarbij de eenheid van stijl (die men tot nu toe niet als een eenheid had kunnen herkennen, aangezien er te weinig voorbeelden waren) bleek.
Het uiterst verfijnde kleurgevoel: een vertrek met prachtige lichtgroene en lichtrode arabesken, een ander in diep rood gehouden, een derde met hoofdzakelijk blauwe motieven bewijst dat, indien de ‘school van Stabia’ werkelijk school had kunnen maken, de Romeinse schilderkunst wellicht andere wegen zou hebben gevonden.
Hetgeen niet wegneemt, dat de ontdekkingen op zich zelf reeds belangwekkend genoeg zijn. Want wie had kunnen verwachten, dat nu men meende reeds ‘alles’ ontdekt te hebben een eenvoudig, dichterlijk aangelegd, doch ‘aards georiënteerd’ man nog iets zou vinden, dat bijna twee duizend jaar voor het menselijk oog verborgen is gebleven?
Waarlijk, als men zelf gezien heeft, hoe een pilaar, een wandschildering ‘maagdelijk’, in geen twee duizend jaar door een sterveling bekeken, uit de aarde te voorschijn komt, kan men de trots van de schatgraver begrijpen.