Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het verlangen (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het verlangen
Afbeelding van Het verlangenToon afbeelding van titelpagina van Het verlangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.41 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het verlangen

(1921)–J.C. Bloem–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

Aan een verloren Vriend

Forlorn, the very word is like a bell.
Keats.
 
Gij zult me in 't vreemde land wel nooit gedenken,
 
Ook mij ontging allengs uw verre beeld.
 
Nu komt dit uit der jaren schemers wenken,
 
Zoo wazig als een droom een droom doorspeelt.
 
 
 
Toen 'k nog uw oogen zien, uw stem mocht hooren
 
In 't stille stadje eens onzer jeugd ter woon,
 
Gingt gij mij reeds, hoe ik ook bad, verloren,
 
Want elk zocht in dit leven ander schoon.
 
 
 
U joeg een wilde drang naar wereldsteden,
 
Waar 't leven krampt als in een snikkend hart,
 
En koortsdoorschrijnd elk vliedt voor zijn verleden,
 
Maar in de strikken van het nu verwart.
 
 
 
Mij liet het leven stil en peinzend achter,
 
Voor altijd in gedroomde vlucht gestuit.
 
En 'k tuur, als op een berg een eenzaam wachter,
 
Over de dalen van 't verleden uit.
 
 
 
Wel kende ook ik dat einderwijd verlangen
 
Naar tochten over aarde's breed gebied,
 
Als niet één dak onze onrust kan omvangen,
 
En iedre dageraad ons verder ziet.
 
 
 
Maar ik wist dit: slechts weingen is gegeven,
 
Weingen van ons, die iedre schijn verleidt,
 
Het leven naar zijn schoonsten wil te leven:
 
De velen raken nooit tot zaligheid.
 
 
 
U sloegen de onverzoenlijk-wreede vlagen
 
Van 's levens bitterheid en barren nood.
[pagina 50]
[p. 50]
 
Toch zult ge nu zelfs niet uw keus beklagen:
 
Gij mocht niet anders, waar de droom gebood.
 
 
 
Maar mij zijt gij verloren. Lange stoeten
 
Van uren zijn sinds 't scheidingsuur vergaan.
 
En 'k wensch geen weerzien: als we elkaar ontmoetten,
 
Zouden we, een vreemde naast een vreemde, staan.
 
 
 
Hoe eindloos teer klinkt mij dat woord in de ooren,
 
Teer als aan middaglucht een ijle maan,
 
Die broze luiding van geluid: verloren...
 
Is heel dit leven niet verloren gaan?
 
 
 
Weet dan, verslagene, maar immer strevende,
 
Dat steeds mijn hart de erinnering bewaart:
 
Mijn vriendschap is u nog als voor een levende,
 
Mijn weemoed om u of ge een doode waart.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken