Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David
Afbeelding van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh DavidToon afbeelding van titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.14 MB)

ebook (27.23 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

(1659)–Cornelis Boey–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 153]
[p. 153]

Den LXXVI. Psalm.



illustratie

 
God is in Iudaes huys bekent;
 
Groot is sijn Naem in Israël;
 
In Zalem is sijn hutt' en Tent'
 
Van ons gestelt door sijn bevel;
 
In Zion is sijn vaste woningh;
 
Daer hy gedient wert Heer en Koningh.
 
 
 
2 't Was daer, dat hy in stucken sloegh
 
De vyer'ge pijlen van den boogh;
 
Het swaerd verbrack; den krijgh verjoegh,
 
Die ons bedorf; dat hem bewoogh.
 
Ghy zijt doorluchtiger als bergen,
 
Daer 't Roof-gedroght' ons plagh te tergen.
 
 
 
3 't Stout-hertigh Volck is selfs berooft;
 
Sy sluym'en haren slaep al meest;
 
En die men Mannen had gelooft,
 
Zijn slap en handeloos geweest.
 
Door 't schelden Gods, dat sy ontsaegen,
 
Sonck in den slaep hun paerd en wagen.
 
 
 
4 O vrees'lick Heer, wie ist, die sal,
 
Voor uw verstoort gesicht bestaen,
 
Van dat ghy toornt op 't Aerdsche dal?
 
Ghy deed een oordeel hooren aen,
 
En liet verkondigen uw wille;
 
Maer d'Aerde vreesd', en sy wert stille,
 
 
 
5 Als God ten oordeel was gegaen,
 
Om den Sachtmoedigen op Aerd,
 
Die in 't geweld der Boosen staen,
 
Te hoeden voor het woedend swaerd.
 
Want 's Menschen grimmigheyd sal maken
 
Dat ghy sult loflick zijn in wraken.
[pagina 154]
[p. 154]
 
6 Op-binden sult ghy 't overschot
 
Der grimmighe'en; ons doen bestaen;
 
En uwen Vyand voort verslaen.
 
Betaelt en doet geloft' aen God,
 
Ghy alle, die rond-om hem woonen,
 
Die sijne kind'ren zijt en Zoonen.
 
 
 
7 Laets' hem, die grootlicks is gevreest,
 
Geschencken brengen, soo 't behoort;
 
Hem off'ren, die der Vorsten geest,
 
Als druyven af-snijdt met een woord.
 
Die sich den Koningen der Aerde
 
Verschrick'lick toond', en ons bewaerde.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken