Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David
Afbeelding van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh DavidToon afbeelding van titelpagina van Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.14 MB)

ebook (27.23 MB)

XML (0.52 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het nieuwe werck der psalmen van den koningh David

(1659)–Cornelis Boey–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Den CXXXVI. Psalm.



illustratie

 
Looft, voor al wat dat ghy doet,
 
Looft den Heer, want hy is goed.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
2 Looft en maeckt hem wijd-beroemt,
 
Die sich God der Goden noemt.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
3 Looft en prijst hem met een lied,
 
Die de Heer der Heeren hiet.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
4 Looft hem, die het al beweeght,
 
En alleen de wond'ren pleeght.
 
Want sijn goedeertierentheyd
[pagina 281]
[p. 281]
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
5 Die de Heem'len met verstand
 
Heeft gemaeckt en vast-geplant.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
6 Die het Aerd-rijck langhs de Zeen
 
Vyt-gespannen heeft alleen.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
7 Die de groote lichten eerst
 
Heeft gemaeckt en noch beheerst.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
8 Die de Son, als tot gesagh,
 
Heeft geschapen voor den dagh.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
9 Die de Sterren mette Maen
 
Doet den nacht ten dienste staen.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.

I. Pause.

 
10 Hem, die in Egypten-land
 
d'Eerst-geboor'nen hielp van kant.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
11 Hem, die Israëls geslacht
 
t'Midden uyt hen heeft gebraght.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
12 Die daer toe sijn hand gestreckt
 
En sijn arm heeft uyt-gereckt.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
13 Die de Schelf-Zee deeld' in tween,
 
En ons deed haer grond betre'en.
 
Want sijn goedertierentheyd
[pagina 282]
[p. 282]
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
14 Die sijn Israël, sijn Volck,
 
Voerde midden door den kolck.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
15 Pharaö met al sijn heyr
 
Deed verdrencken in het Meyr.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
16 Die sijn Volck, nu vry gestelt,
 
Heeft geleyt door 't woeste veld.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
17 Groote Koningen versloegh,
 
En uyt hare throonen joegh.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
18 Die de Machtigh' heeft ontbloot
 
En noch eyndelick gedood.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.

II. Pause.

 
19 Sihon, Amoritisch Held,
 
Heeft hy ons teer ne'er gevelt.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
20 Og heeft hy oock om-gebracht,
 
Die te Basan lagh met macht.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
21 Hare landen geeft de Heer
 
Ons ten erve t'sijner eer'.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
22 Die geeft hy uyt eygen recht
 
Aen sijn Israël, sijn knecht.
 
Want sijn goedertierentheyd
[pagina 283]
[p. 283]
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
23 Hem, die aen ons heeft gedacht,
 
Als wy t'onder zijn gebracht.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
24 Die ons heeft van haer ontruckt,
 
Die ons hebben onder-druckt.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
25 Hy ist, die al 't Vleesch, dat leeft
 
Onder-houd en spijse geeft.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.
 
 
 
26 Looft dan, looft des Hemels God;
 
Looft hem, volgens sijn gebod.
 
Want sijn goedertierentheyd
 
Duyrt tot in der eeuwigheyd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken