Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloesemtak (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloesemtak
Afbeelding van BloesemtakToon afbeelding van titelpagina van Bloesemtak

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (10.86 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.41 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloesemtak

(1956)–F. Bordewijk–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Een discussie

Zij spraken over de plannen om weer enige grachten van oud-Amsterdam te dempen.

Uitermolen: Zijn jullie niet bang? Ik wel; het wordt de dood van de stad, want het verkeer grijpt om zich heen als een brand. En reken maar, we staan nog pas aan het begin.

Reemtsma: Och, als we ons allemaal door de lucht bewegen, dan is het probleem opgelost en dan kunnen we de grachten opnieuw gaan graven.

Uitermolen: Ja, in teorie. Maar dan zijn we waarschijnlijk het oog voor onze grachten kwijt.

Van Marle: Het beste lijkt me nog om een deel van de stad, de kern, te maken tot nationaal park.

Leblanc: Maar de hele oude stad is kern.

Van der Gronden: Neen, er zijn massa's gammele huizen onder. Ik voel voor het idee van Van Marle: een kern, en dan gezonden solide. Been: Ik ook wel. Alleen, je krijgt het er nooit door, want de massa is oer-conservatief.

Dauwput: Neen, de massa is onberekenbaar. De massa doet als de spreeuwen. Plotseling zwenkt de zwerm, zonder enig sein, en niemand begrijpt waarom. Zo gaat het ook met de massa. Ze is instinct en anders niet.

Leblanc: Maar spreeuwen die zwenken botsen nooit, en de massa die zwenkt botst altijd tegen elkaar op.

Dauwput: Ik beweer ook niet het tegendeel. Ik zeg alleen maar dat over een halve eeuw alle grachten gedempt kunnen zijn, ondanks de botsingen, omdat de massa nu eenmaal de impuls heeft. De meerderheid is altijd massa, en de leider van de massa is enkel de impuls. Daar loopt op den duur elke demagogie tegen te pletter. Alleen in de onvrije wereld is het anders.

[pagina 58]
[p. 58]

Leblanc: ‘Lijkt het anders’ is misschien beter.

Dauwput: Je kunt wel gelijk hebben. Ik kan het Russische volk niet peilen.

Van der Gronden: Ik voor mij geloof dat je aan het opruimen van wat gammel is nooit zult kunnen ontkomen. Ook in een conglomeratie van huizen geldt the survival of the fittest.

Uitermolen: Jaja, we lossen het nu wel heel aardig op, hier onder elkaar. Maar een mens kan je niet ad infinitum blijven oplappen, en een gebouw wel. Iedere oude afbraak hier gaat me aan mijn hart.

Van der Gronden: Mij ook, maar we redeneren nu als egoïsten. Been: Daar zit iets in. Behoudzucht is egoïsme. Persoonlijk of onpersoonlijk, het blijft egoïsme.

Reemtsma: Weet je wat voor een indruk de oude stad hier soms op me maakt? Je moet eens op een brug gaan staan, dan lijken die rijen smalle huizen allemaal rijen boeken, netjes op de boekenplanken, deftige folianten met donkere ruggen, en af en toe een ordinair pocket-book er tussen.

Leblanc: Dat is meer iets voor onze archivaris.

Dauwput: Mag ik dan op dat beeld doorgaan? Dan zijn die nauwe zijstraten openingen in de rijen boeken. En natuurlijk denkt Reemtsma vanaf zijn standpunt: daar kunnen nog best een paar boeken tussen. Maar dan vergist hij zich. Want als hij goed kijkt, dan ziet hij dat het er op die plaatsen wemelt van boekenschorpioenen die allemaal onderweg zijn naar een andere band om zich daar weer in te gaan graven.

Uitermolen: Boeken of geen boeken, het zit me een beetje dwars dat Van Marle hier een nationaal park wil stichten, juist hij.

Van Marle: Alleen omdat je toch niet alles behouden kunt.

Leblanc: Och, misschien winden we ons op voor niets. Wie weet wat er ons boven ons hoofd hangt.

Uitermolen: Dat is een ander chapiter. Daar mag je niet van uit-

[pagina 59]
[p. 59]

gaan. Maar als je het zo bekijkt, dan moet je toch toegeven dat we ook in een allemachtig interessante tijd leven.

Been: De negentiende eeuw was interessanter. Die heeft de grondslag voor de twintigste gelegd. Maar ik begrijp die geestdrift van jou niet. Waarom word je dan kwaad als het gaat over het slopen van een enkel huis?

Uitermolen: Dat is heel wat anders, dat zie ik voor mijn ogen gebeuren. Maar hier opent zich een terrein voor ontzaglijke speculatieve fantasie.

Van der Gronden: Ik geloof dat we te veel zien gebeuren. Ik heb kort geleden in een tijdschrift de foto gezien van een fles, een fles van wit glas gevuld met dynamiet. Die fles werd gekiekt precies op het ogenblik dat hij begon te barsten, in de zoveel-honderdduizendste fractie van een seconde. De vorm van de fles was er nog, maar je zag het begin van een ijzingwekkende verscheurdheid; je zag het leed van de stof. Het was aan de ene kant hoogst merkwaardig, die foto, de mogelijkheid dat die foto genomen werd, en aan de andere kant was het ook ronduit gruwelijk. We laten de stof te veel lijden.

Reemtsma: Dan maar gelukkig dat ons gezichtsvermogen van alle dag beperkt is.

Dauwput: En dan speciaal dat we niet zulke camera-ogen hebben. We zouden nog geen boom durven vellen.

Reemtsma: Ik heb soms de gedachte dat hoe meer we weten, des te verder raken we af van de wijsheid.

Leblanc, tot Dauwput: Maar geloof je niet dat als je een boom omhakt, dat je dan nog veel medogenlozer handelt? Die boom leeft, en een fles niet.

Been: Als je vraagt naar wat ik geloof, dan is het dit, dat er geen principieel verschil is tussen leven en dood, dat dood eenvoudig aangeslagen leven is.

Dauwput: Of omgekeerd.

[pagina 60]
[p. 60]

Been: Ook dat kan, al lijkt het me een griezelige gedachte.

Uitermolen: In elk geval zijn ze nu al zover bij het onderzoek van de atoomkern dat de wet van oorzaak en gevolg voor zekere gedragingen niet meer schijnt te gelden. Zeg niet dat dit geen interessante tijd is. Het begint er op te lijken dat we leven op een grondbeginsel van anarchie.

Dauwput: Maar dan zullen er toch weer nieuwe wetten ontdekt worden die de anarchie ontmaskeren als schijn. We nemen een orde waar, en daar kan de chaos geen fundament van wezen. Been: Het is allemaal heel interessant. Maar het wordt de vraag of we niet hard op weg zijn alles te weten, en dat zou jammer zijn. Want alles te weten maakt het leven nu juist niet meer interessant.

Leblanc: Zeker, als er geen verrassing meer is, dan luiden we het tijdperk in dat de wetenschap wordt gesloopt.

Dauwput: Dan hebben we voor niets gewerkt, en dan gaat ons heelal krimpen, en hebben we misschien enorm geblunderd. We moeten leven van niet-weten.

Van der Gronden: Maar dan hebben we ook weer een verrassing. Dan beginnen we opnieuw. Anders en opnieuw.

Uitermolen: Dat is een noot van nuchter optimisme, en dat bevalt me beter dan Dauwput met zijn teorie van leven als aangeslagen dood. Ik wil weten dat ik leef, zonder meer. En ik wil van die wetenschap genieten. Ik wil niet aan de toekomst van de wereld denken, maar ik wil van mijn stad genieten, van dat stenen oerwoud dat mannen hebben gemaakt. Maar het zou onvoltooid zijn zonder de vrouwen als de paradijsvogels in dat oerwoud. Allen lachten, en Leblanc zei dat Uitermolen makkelijk praten had met zijn juweel van een echtgenote.

Zij spraken nog uren door en bestelden onderwijl opnieuw dat zwarte bier. Van Marle was hier weinig meer dan hospitant in een club van encyclopedisten, maar hij kon hen redelijk volgen,

[pagina 61]
[p. 61]

omdat het niet diep ging, niet uitgroeide tot een wijsbegeerte van de bouwkunst, of van de fysica, of van het wereldbestel, of van de toekomst der mensheid. Daarvoor bezaten dezen te zeer het versatiele van hun eigen tijd, de haast, de vluchtigheid die soms charmant was en steeds een genot. Vooral de opmerking van Reemtsma, in deze kring na Van Marle het minst geschoold, over het vermeerderen van het weten ten koste van de wijsheid, had gemakkelijk tot een dieper debat kunnen leiden; men kwam er echter niet toe, men bleef van zijn eigen tijd. De denker mocht op de encyclopedist neerzien, hij was onloochenbaar amusant. Ook werd nog even de kerk van Van Marle aangestipt, en Uitermolen zei dat hij het vast anders zou doen. Men keek verwonderd; men vond dat hij zijn glas nu maar moest laten staan. Maar dat was niet zo. Hij was eenvoudig bekeerd, hij bleek de meest versatiele van allen. Het oude wenste hij te sparen tot en met elke dakpan, maar wat het nieuwe betrof ging hem thans niets boven de stereometrie in de architectuur; hij was verwoed functionalist. Van Marle gaf toen ten antwoord dat zijn confrater over het hoofd zag dat dan toch de voetganger belang behield bij een voorgevel en recht had op nog iets meer dan behoorlijk plaveisel. Het werd een heel geredekavel.

Zij vertrokken na middernacht. Meestal bracht Van Marle die graag liep eerst Leblanc naar diens huis op de Prinsengracht, maar ditmaal verkoos de arts zonder praktijk de wagen van Van der Gronden.

Van Marle liep onder een leeggewaaide hemel. Een verblindende bijna volle maan had alle sterren gedoofd. Een hoge storm deed de luchtkoepel gonzen als een klankschelp, bespannen met zware snaren. Het Oosterdok lag in ruw, onrustig zilver. Met zijn verborgen rondtasten in symboliek, soms groeiend tot haast een dwang, een symbolisme, vond hij in de gele lantarens een lichte dierlijke beving van angst voor de windkracht. Maar dat was een

[pagina 62]
[p. 62]

aspect, meer niet; hijzelf bleef volmaakt onontroerd, alleen voelde hij zich geestelijk opgefrist. Hij dacht aan de vergelijking van Uitermolen. Aurora als paradijsvogel viel zeer in zijn smaak, maar ze bleef een bloesemtak.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken