Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie vergeten novellen (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie vergeten novellen
Afbeelding van Drie vergeten novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie vergeten novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (6.51 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie vergeten novellen

(1913)–A.L.G. Bosboom-Toussaint, Cd. Busken Huet, Simon Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Van A.L.G. Bosboom-Toussaint, Cd. Busken Huet en Simon Gorter


Vorige Volgende

III.

Deze reis was de ontmoeting met het monster noodlottig. Nog dienzelfden avond klaagde George, bij de thuiskomst, over loomheid en hoofdpijn. Julia liet niet af voor hij naar bed ging en zich warm instopte. Na lang tegenstreven gebeurde dit. Doch midden in den nacht werd hij uitgehaald, en ofschoon hij naauwelijks op kon, toch ging hij. De koude nachtlucht, de scherpe wind, de nederstroomende regen, - het was in de maand Maart - alles was hem tegen. Na een paar uren kwam hij met een brandend voorhoofd en klappertandend terug. De nacht was verder stil, en 's morgens gevoelde hij zich schijnbaar zoozeer verkwikt, dat Julia-zelve geen moeite deed om hem te doen blijven. Op nieuw ging hij de ronde doen, en, al bepaalde hij zich tot de ergsten, toch duurde zij geruimen tijd. Toen hij tegen den middag terugkeerde, verschrikte zijne vrouw als zij hem zag. De beterschap was bedriegelijk geweest, en zij begon zich zeer onge-

[pagina 52]
[p. 52]

rust te maken. Nog hield hij zich op de been; nog beloofde hij in den loop van den avond bij een paar patienten, die hem bijzonder ter harte gingen, te zullen aankomen; nog scheen het onbeslist of de ongesteldheid al dan niet van blijvenden aard zou zijn. Doch toen de avond kwam en het licht werd opgestoken, gevoelde hij zich als aan zijn stoel geketend. De beloofde bezoeken moesten worden afgezegd, de slaapkamer in gereedheid gebragt, en de boodschap (in geval van nachtelijke aanvragen) klaar gehouden: ‘Kompliment, en dat de dokter onverwachts niet al te wel geworden is.’

Niet al te wel! Neen waarlijk, daar haperde veel aan. Den volgenden morgen ontbrak er zooveel aan, dat hij de Ziekte had en het wist. Den ganschen nacht door was hij uiterst onrustig geweest, en zijne vrouw had af en toe bij hem gewaakt. Reeds hadden zich, meende zij, sporen van ijlende koorts vertoond. Eén gezegde vooral, herhaaldelijk uit zijn mond vernomen, had haar hevig doen ontstellen. Hij had haar geroepen, en op vasten, stelligen, indrukwekkenden, bijna profetieschen toon gezegd, terwijl hij haar hand tusschen de zijne nam:

- Julia, ik zal hard ziek worden, heel hard, en het zal gaauw met mij afloopen. Let wel op hetgeen ik zeg: zes dagen zal ik strijden, en den zevenden dag ter ruste gaan.

De overtuiging waarmede hij deze woorden uitsprak, gaf aanstonds aan zijn toestand iets onheilspellends. Julia's hart werd met vrees vervuld. Eindelijk brak de morgen aan. Helaas, de gewenschte dageraad bragt, onder veel opbeurends en verkwikkends (wanneer heeft het daglicht verzuimd een bode te zijn van verademing en hoop?), de schrikkelijke zekerheid aan van het gevaar, en van al den kommer aan dat gevaar verbonden!

[pagina 53]
[p. 53]

Zes dagen, had hij gezegd. Zou het waar zijn? Bestond de mogelijkheid? Was het denkbaar dat deze krachtige boom in zoo korten tijd en onder zoo weinig slagen zou worden geveld? Neen, het kon, het mogt, het zou niet zijn! Julia zou het beletten. Nacht en dag zou zij bidden: Heer, neem hem niet weg in de helft zijner dagen! Maar hoe? Had hij de laatste twee maanden niet honderde gevallen dier zelfde ziekte bijgewoond? Kende hij haren loop niet van buiten? Waren al hare gangen en sluipwegen hem niet bekend? Wist hij niet, bepaaldelijk, wat invloed zij hebben moest op een gestel als het zijne? Zou niet juist de natuurlijke veerkracht zijner constitutie en de lange wederstand door haar geboden, hem dubbel spoedig sloopen, nu hij eenmaal was aangetast? Ja, het was maar al te zeker. George sprak waarheid, en Julia gevoelde aan haar hart dat hij ging sterven!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken