Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie vergeten novellen (1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie vergeten novellen
Afbeelding van Drie vergeten novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie vergeten novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (6.51 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie vergeten novellen

(1913)–A.L.G. Bosboom-Toussaint, Cd. Busken Huet, Simon Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Van A.L.G. Bosboom-Toussaint, Cd. Busken Huet en Simon Gorter


Vorige Volgende

V.

De vorderingen der ziekte van den eersten op den tweeden dag waren verontrustend. In den morgen was er een poos verademing. George maakte er van gebruik om met Julia te spreken.

- Gij zult zien, zei hij, dat ik iederen dag, ongeveer op ditzelfde uur, maar telkens korter, eenige vrije oogenblikken hebben zal. Laat ons die goed besteden, vrouw. Geef mij eerst mijn portefeuille aan, als ge wilt; ik wou een recept schrijven.

Zij trad naar de tafel en bragt hem het gevraagde. Toen hij gedaan met schrijven had, gaf hij haar het stuk papier en liet haar beloven dat zij, noch nu noch later, iets zou laten klaarmaken, dat niet door Egbert zou zijn nagezien. Zij beloofde het en kwam zitten op den stoel vóór zijn bed.

- Er zal van het nieuwe huis niet veel inkomen, begon hij. Ik had er mij zooveel van voorgesteld, en droomde reeds dat ik op de ruime studeerkamer zat met de openslaande ramen en het gezigt op den tuin. We zouden er ons best in hebben kunnen schikken. Dunkt u niet?

- Ja, George, heel best. Maar al moesten we ons nog twaalf, ja nog vijftig jaren lang in dit kleine nare huis behelpen, ik zou doen wat ik kon om er u mee te verzoenen, indien het mogt wezen dat gij beter werdt.

- Ik zal niet beter worden, Julia, daar moogt gij niet aan denken. Het nieuwe huis! vervolgde hij met een zucht, vergetende dat hij er niet aan dacht om beter te worden. Hoe goed zouden wij het er hebben

[pagina 57]
[p. 57]

gehad! Ik heb nog maar alleen van de studeerkamer gesproken, egoïst die ik ben! Maar hoe kostelijk zou het voor u geweest zijn, Julia, indien gij niet, zooals hier, altoos in hoeken en gaten hadt behoeven te kruipen; en hoe zouden de kinderen genoten hebben van de ruime slaapkamers. Had ik mijn zin, dan vierden wij koperen bruiloft in het Nieuwe Huis. Zou het zonde zijn, vrouw, indien het ons pijn doet ons hart van al dat goede los te maken?

- Neen, George, vast niet. Hebt gij de kooppenningen niet zelf en met eere verdiend en opgespaard? Als wij in Amsterdam woonden zou het dwaasheid wezen in zulk een mooi huis te willen leven, en alleen de afgunst zou er bij winnen, als wij er naar verlangden; maar hier, waar wij het voor een matigen prijs zouden kunnen hebben, zonder dat wij één gulden behoefden op te nemen, zou het niet meer geweest zijn dan een billijk loon voor uwe kunde en uw zwoegen, en ik vind....

- Willen wij ons hart toch maar van het mooije huis aftrekken, Julia, al is het geen zonde? Het mogt eens zonde worden.

Daar was iets zoo teeders en zachtmoedigs in deze teregtwijzing, dat Julia, beschaamd over zichzelve en opgetogen over de eenvoudige grootheid van haren man, haar hoofd naast het zijne nederlei en in de kussens verborg. Zoo werd het offer gebragt.

- Kunt gij het wel alleen af met de kinderen? vroeg hij na eene poos.

- Ik heb aan tante Marie geschreven dat zij hier zou komen, was het antwoord.

- Dan is het goed.

Tante Marie was Julia's oudere zuster, die vaak gansche weken bij haar kwam doorbrengen en die bij alle huisgenooten onder den naam bekend stond, dien

[pagina 58]
[p. 58]

de kinderen haar gaven. Hij had altoos veel met haar op gehad, en wanneer zijne schoonzuster in huis was, was hij zoo gerust alsof Julia-zelve de teugels hield.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken