Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In de schaduw van Loevestein (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van In de schaduw van Loevestein
Afbeelding van In de schaduw van LoevesteinToon afbeelding van titelpagina van In de schaduw van Loevestein

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (12.21 MB)

ebook (4.72 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Illustrator

H.H. Prahl



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In de schaduw van Loevestein

(1968)–Nanne Bosma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

12. Geruchten

Het werd een tamelijk saaie zomer. Moeder vertrok naar Loevestein met Klara, Dirk en Jan. Klaas moest hard werken bij oom Jan en zag moeder alleen nog maar als ze in Gorkum inkopen kwam doen. Hij hield zich groot en zorgde goed voor zijn zusjes. Oom Jan en tante Klara waren heel aardig voor hen, maar soms kon Klaas verlangen naar de tijd, toen vader nog vrij was en zij in Ingen woonden, voor de moeilijkheden van 1618 begonnen. Klaas kon zich het mooie dorp in de Betuwe en de ruime pastorie daar, nog heel goed herinneren. Hij had er dan ook tot zijn negende jaar gewoond. Zou die goede tijd ooit terugkomen?

Oom Jan zorgde ervoor dat Klaas het vak van wolverver goed leerde. Er waren nog twee knechts. Klaas was het laatste jaar flink gegroeid en werkte even hard als de grote knechts. In de werkplaats werd veel gezongen, er was gezelligheid bij het werk en de dagen vlogen om.

Zo werd het herfst en winter.

Op Loevestein werd Klara één jaar, in Gorkum was het een stil kerstfeest met somber, regenachtig weer. De stad lag laag weggedoken achter de wallen, terwijl de wind het water van de Merwede hoog tegen de muren opjoeg. Op de Kortendijk zaten oom Jan, tante Klara en Klaas nog bij het vuur. Het was stil, slechts het knappen van takken in de open haard werd gehoord. Klaas' zusjes waren al naar bed. Ieders gedachten waren bij de familieleden op Loevestein. Hoe zou het daar zijn?

[pagina 117]
[p. 117]

In de weken na Kerstmis bleef het rustig. Er werden geen remonstranten meer gearresteerd, er leek wel wat meer verdraagzaamheid te komen. Zou dit een hoopvol teken zijn voor de Loevesteinse gevangenen?

Op 7 februari 1623 kwam er een einde aan deze periode van rust. In Gorkum hoorde men reeds de volgende dag van een reiziger uit Den Haag dat er een poging was gedaan om prins Maurits te vermoorden. Het komplot zou gesmeed zijn door een groep mannen onder leiding van Reinier van Groeneveld, de zoon van de vroegere raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt. Op het laatste moment was de samenzwering verraden door vier matrozen, die Van Groeneveld voor de moord had willen huren.

Er waren al enkele mensen gearresteerd, maar de voornaamste schuldigen waren nog voortvluchtig. Wie het precies waren, wist de Haagse reiziger niet. Wel had hij gehoord dat er een zekere Slatius bij was, een remonstrants predikant. Dat Slatius al geruime tijd geen remonstrants predikant meer was, wist bijna niemand. Reinier van Groeneveld wilde de dood van zijn vader wreken, die in 1619 onthoofd was. Uit verbittering en om geld te verdienen had Slatius zich bij hem aangesloten. Zodra echter de naam van een gewezen remonstrants predikant bij de samenzwering werd genoemd, nam men zonder meer aan dat het een komplot van de remonstranten was.

Van de kansels af werd om wraak geroepen; nu moest het ieder toch wel duidelijk zijn dat deze Arminianen levensgevaarlijke schurken waren. Niemand wist precies wat er aan de hand was, maar juist in zulke omstandigheden worden geruchten geloofd als waarheden.

Reeds een week na de mislukte aanslag hoorde Klaas in Gorkum zeggen dat de remonstranten met de Spanjaarden samenwerkten en dat ze duizenden soldaten hadden gehuurd om na de

[pagina 118]
[p. 118]

moord op Maurits de macht over te nemen. Niemand wist waar dergelijke geruchten vandaan kwamen, maar ze werden grif geloofd.

Op straat werd Klaas nageroepen; men schold hem uit voor moordenaar. Toen moeder uit Loevestein kwam om inkopen te doen, weigerden veel winkeliers haar te helpen.

Oom Jan had minder werk, want veel klanten gingen naar een wolverver die niet remonstrants was.

In het hele land waren de remonstranten het meest geschrokken van de gebeurtenissen in Den Haag. Zij waren zeker geen vrienden van de hardvochtige Maurits, maar ze wisten dat met een moord nooit problemen zijn opgelost. In de afgelopen vier jaar had men geduld gehad en het gebruik van geweld werd nog steeds afgekeurd. Nu echter de naam van de remonstranten herhaaldelijk genoemd werd in verband met het komplot, had men er het grootste belang bij uit te zoeken en bekend te maken wie de schuldigen waren, om de onschuld van de remonstranten aan te tonen.

Op 18 februari werd Reinier van Groeneveld op Vlieland gevangengenomen. Op dezelfde dag werden in Emden drie mannen uit Leiden gearresteerd. Zij werden allen onthoofd, omdat ze mee hadden gedaan aan de moordaanslag op Maurits. Ook Slatius werd gedood, men nam hem bij Rolde in Drenthe gevangen.

De arrestatie van Slatius werd bekend en er werd nog lang over gesproken, omdat hij het aan zijn eigen zenuwachtigheid te wijten had. Hij was zonder herkend te worden het hele land doorgereisd, maar toen hij ergens bij Rolde in een herberg zat waar hij juist een kan bier had besteld, schrok hij zó van een aantal soldaten, dat hij er ijlings vandoor ging. Dit vonden de soldaten verdacht. Wie liep er nu weg zonder zijn bier op te drinken? Misschien was de man die daar wegrende wel een

[pagina 119]
[p. 119]

Spaanse spion? Zij achtervolgden hem en merkten pas een dag later wie ze gearresteerd hadden. De soldaten kregen de beloning van vijfduizend gulden, die ieder kon verdienen die een van de samenzweerders ving.

Uit alles bleek nu wel dat hier geen sprake was van een remonstrants komplot. Toch werden de vonnissen van de verdachten zo opgesteld, dat men eruit kon lezen dat de remonstranten wel met de aanslag te maken hadden.

 

Op een dag in maart sneeuwde het. Klaas had voor oom Jan wat weggebracht in de benedenstad en terugkomend zag hij zich in de Gasthuisstraat plotseling ingesloten door de bende van Jan van Grootvelt. Ze scholden hem uit voor moordenaar en gooiden met sneeuwballen. Klaas ontweek zijn aanvallers, hij gooide terug en schuifelde naar het smalle steegje, waar hij vlak bij was. Een paar maal werd hij hard geraakt. Voorbijgangers moedigden de jongens aan. ‘Geef die Arminiaan zijn vet!’ schreeuwden ze, maar ze hielpen de jongens niet.

Klaas trachtte elk van zijn tegenstanders zo goed mogelijk in de gaten te houden. Daar zag hij Jan van Grootvelt bukken, iets oprapen en een grote sneeuwbal maken. Toen Van Grootvelt gooide, dook Klaas weg. Met groot lawaai ging de sneeuwbal door een raam van een huis achter Klaas. Er zat een scherpe steen in. Het breken van de ruit gaf een ogenblik verwarring. Klaas maakte hiervan gebruik door in het steegje weg te glippen. In de steeg stond een deur open. Klaas bedacht zich niet, maar ging naar binnen. Hij stond in een bierbrouwerij, waar ieder zo hard aan het werk was, dat ze niet op hem letten. Vlak achter de deur staande, hoorde hij de jongens voorbijrennen. Nu moest hij zien weg te komen. Plotseling kreeg hij een heel goed idee. Rechts van hem stonden enige zakken. Klaas wist niet wat erin zat, maar dat hinderde niet. Hij nam een niet al te grote zak,

[pagina 120]
[p. 120]


illustratie

zette die op zijn schouder en liep tussen de werklieden door naar voren. Zo bereikte hij onopvallend de voordeur. Daar zette hij de zak neer en ging er vandoor. Eer de jongens doorhadden waar hij gebleven was, zat Klaas alweer thuis.

 

Tot mei waren er berichten over arrestaties en terechtstellingen. Slechts twee van de samenzweerders werden nooit gevangen; zij bleven de rest van hun leven buiten Nederland. Een van hen trad zelfs in Spaanse dienst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken