Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zwanen op de Theems (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zwanen op de Theems
Afbeelding van Zwanen op de TheemsToon afbeelding van titelpagina van Zwanen op de Theems

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (16.50 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zwanen op de Theems

(1988)–Nanne Bosma–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 207]
[p. 207]

Het proces

De soldaten brengen Nelis naar het grimmige kasteel van Rochester en sluiten haar op in een koude cel. Ze weet niet wat er verder met haar zal gebeuren, ze maakt zich ongerust over haar vader. Toen zij weggevoerd werd schreeuwde hij heel raar.

De volgende ochtend blijkt dat ze met een schip naar Londen gebracht zal worden. Reinier wil zijn vangst zo snel mogelijk aan de prins tonen.

De commandant van het kasteel vindt het een vervelend geval. Hij zit hier niet om kleine jongetjes op te sluiten, maar ja, als zo'n meneer van het hof met al zijn dure woorden begint kun je maar beter oppassen.

Zonder dat Reinier het weet geeft de commandant wel toestemming aan Dirk Nooten en Valentijn om mee te reizen naar Londen. Reinier vindt dat niet leuk als hij het ontdekt, maar hij durft er niets van te zeggen. Hij weet ook niet dat Valentijn een brief van dominee Woodgate in zijn zak heeft.

 

De reis stroomopwaarts duurt lang, ondanks de gunstige wind.

Dirk Nooten zit stil in een hoekje, hij heeft de hele nacht niet kunnen slapen. Het liefst zou hij dat verwaande ventje overboord smijten. Hij kan maar niet geloven dat Reinier er eentje is van die deftige familie uit Gouda. Een familie die door Dirk Nooten nog steeds aangeduid wordt als ‘Pietersen’. Reinier hoort het hem telkens zeggen en is daardoor extra kwaad.

's Middags komen ze in Londen aan. Een heel andere aankomst dan Nelis enkele weken geleden gedacht had. Ze ziet de grote brug, nog mooier dan de brug bij Rochester, maar ze let er niet op. Ze ziet de drukte, ze ruikt de stank van deze dichtbevolkte stad, het is allemaal niet belangrijk.

Reinier laat zijn gevangene meteen naar het paleis van de prins brengen.

Hij treft het niet. De prins is ziek en wil niemand zien, zelfs die aardige Reinier niet.

Ze worden ontvangen door de secretaris. Huygens is heel verbaasd als hij Nelis terugziet. Hij is blij, maar laat dat niet blijken. Met zulke kereltjes als Reinier heeft hij steeds vaker moeilijk-

[pagina 208]
[p. 208]

heden. Die azen op de goede baantjes aan het hof en om dat doel te bereiken zijn ze tot allerlei gemene streken in staat.

Voorlopig hoort de secretaris met een effen gezicht de aanklacht. Hij kijkt ernstig en zegt: ‘U bent een oplettende jongeman, mijnheer Van Swaenswijck. Ik ben ervan overtuigd dat Zijne Hoogheid uw diensten zal weten te waarderen.’

Valentijn loopt naar Huygens en geeft hem de brief van de dominee. De secretaris van de prins leest het stuk snel en kan een blij: ‘Dat dacht ik al’ niet onderdrukken.

Meteen daarna is hij weer stijf en vormelijk. Hij zegt:

‘Mijnheer Van Swaenswijck, u weet nog beter dan ik, in welk een moeilijke periode we ons bevinden. Er is geen tijd voor lange processen. Ik zal deze zaak hoogst persoonlijk aan onze prins voorleggen, dan kan er nog hedenmiddag een uitspraak volgen waarbij we het recht zonder aanzien des persoons zullen toepassen.’

De oudste klerk zit erbij en denkt: eindelijk, hij begint het te begrijpen.

Huygens gaat weg, zogenaamd om met de prins te overleggen. In werkelijkheid roept hij Martha, een vrouw van de huishouding en fluistert wat met haar. Ze lachen en gaan elk snel verder met hun werk.

Huygens komt weer binnen en begint omslachtig aan alle juridische formaliteiten, hij moet zijn helpster even tijd geven, maar dat weet niemand.

Voor Nelis, haar vader en Valentijn is het een angstig gebeuren. Vooral Nelis weet niet hoe ze het heeft. Is dat diezelfde, aardige mijnheer Huygens? De man die altijd een vriendelijk woord voor haar had? Hij heeft haar nog niet één keer aangekeken.

De oudste klerk schrijft genietend de lange zinnen op; dat vervelende kereltje, dat misselijke spionnetje zal nu zijn gerechte straf niet ontgaan. Toch maar goed dat er zulke mensen zijn als mijnheer Van Swaenswijck.

Martha steekt haar hoofd om de hoek van de deur, Huygens ziet het. Ze knikken elkaar toe.

‘Om de identiteit van verdachte onomstotelijk vast te stellen zal een nader onderzoek nodig zijn,’ zegt Huygens onbewogen.

‘Dit onderzoek zal nu plaats vinden. Verdachte, wilt u zo vriendelijk zijn met Martha mee te gaan?’

[pagina 209]
[p. 209]

Huygens knikt Nelis nu bemoedigend toe.

Ze gaat met de vrouw mee. Wat in de kamer achter die deur gebeurt weet niemand.

Binnen gaat het proces door. Huygens geeft Reinier alle gelegenheid om zijn getuigenis breeduit te vertellen. De secretaris luistert schijnbaar aandachtig.

Dirk Nooten zit zich vreselijk kwaad te maken. Wat een leugens!

Valentijn legt zijn hand op de schouder van zijn vader.

‘Niet opwinden,’ fluistert hij. ‘We kunnen nu niets doen.’

Weer geeft Martha een teken om de hoek van de deur.

Huygens is duidelijk blij. Het gezeur van dat verwaande jongetje verveelt hem.

‘Laat verdachte binnenkomen,’ zegt hij.

Dan volgt een merkwaardige voorstelling.

Martha loopt plechtig de zaal in, ze heeft op haar armen de versleten matrozenplunje van Nelis. Het mutsje ligt er boven op.

Achter haar komt Neeltje Nooten. Ze draagt een prachtige jurk, smal in de taille, wijd uitstaand naar beneden; een heldergele rok met daarboven een fraai geborduurd lijfje van lichtblauwe stof. Haar lange blonde lokken zijn naar achteren gekamd. Ze kijkt verlegen naar de grond.

Achter in de zaal glipt Simon naar binnen, hij hoorde in de keuken iets over dit proces. Hij kijkt zijn ogen uit.

‘Wat is ze mooi,’ fluistert hij. ‘En ze heeft haar vader gevonden.’

‘Mijne heren,’ zegt Huygens, ‘we hebben de zware beschuldigingen gehoord die uitgesproken zijn tegen Nelis Nooten. Hier voor ons zien we de schavuit.’ Hij wijst naar het jongenspak.

‘De jongedame daar is niet Nelis Nooten, zij heet Neeltje Nooten, dochter van de flinke zeeman Dirk Nooten, hier aanwezig. Neeltje Nooten is zojuist hier binnengetreden, zij heeft niets uitstaande met de deugniet Nelis.’

Reinier springt op en wil iets zeggen. Huygens legt hem met een kort gebaar het zwijgen op.

‘Aan de verdachte zullen wij de gerechte straf voltrekken.’

Hij geeft een teken en Martha hijst aan een touw bij het raam het pakje kleren op. Ze heeft het met grove steken zo aan elkaar genaaid dat het uitgerold als een pop blijft hangen. De muts is

[pagina 210]
[p. 210]

opgevuld, waardoor het een hoofd lijkt. Daar hangt Nelis Nooten.

Het is maar een pak, toch durft Neeltje niet te kijken. Haar vader huivert en ook Valentijn vindt het een eng gezicht. Het donkere mutsje bengelt als een hoofd zachtjes heen en weer.

‘Neeltje Nooten kunnen we slechts straffen met ontslag uit de dienst, die zij met bedrog is binnengedrongen. De haar verschuldigde soldij dient aan de vader uitbetaald te worden. Zijzelf zal voor drie jaar verbannen worden uit dit land. Wij wijzen haar uit naar Holland. Teneinde er zeker van te zijn dat ons vonnis getrouwelijk wordt uitgevoerd, zenden wij nog heden genoemde Dirk Nooten als bijzondere boodschapper van de prins naar Holland, met als extra opdracht Neeltje Nooten naar dat land te voeren en erop toe te zien dat zij in drie jaar geen voet op Engelse bodem zet.’

 

Het duurt even eer alle aanwezigen begrijpen welk spel Huygens gespeeld heeft. Dan springt Reinier op. ‘Ik wist allang dat het een meid was!’ schreeuwt hij. ‘Dit is een juridische truc!’

De oudste klerk kan van schrik en verbazing niet verder schrijven.

‘Mijnheer Van Swaenswijck, ik maak bezwaar tegen uw woordkeus. Een deserteur valt onder de krijgstucht en de straf is ophanging. Betreft het een geval van travestie, dan is het meisje dat zich als soldaat of matroos voordeed geen soldaat of matroos, want alleen mannen kunnen als zodanig aangemerkt worden. Ergo geldt voor zo'n vrouw niet het krijgsrecht, maar het burgerrecht. Er is geen sprake van een delectum militare, maar van een delectum communo. In die situatie is verbanning een passende straf en die is hier uitgesproken. De prins is het eens met dit vonnis.’

Dat laatste is bluf, maar dat weet Reinier niet.

Hij loopt woedend weg. Huygens is hem te slim af geweest, maar de oude secretaris heeft er wel een vijand voor het leven bijgekregen.

Dirk Nooten bedankt de secretaris van de prins met tranen in zijn ogen en Neeltje omhelst hem spontaan.

‘Dank u, dank u wel,’ snikt ze. ‘Ik dank u en de prins.’

‘Ik zal trachten je dank aan Zijne Hoogheid over te brengen,’

[pagina 211]
[p. 211]

zegt Huygens. ‘Maar ik weet niet of ik het op dezelfde intense wijze kan doen.’

 

Neeltje mag met vader en Valentijn bij Simon wachten. Er moeten nog brieven klaargemaakt worden.

In deze keuken is het veel ruimer dan in alle keukens waar Simon tot nu toe gewerkt heeft.

‘Zo heb je dan toch je zin, kleine dondersteen,’ lacht hij.

Neeltje zit er stil en gelukkig bij, ze laat het nu allemaal maar gebeuren. Bij het verlaten van de grote zaal heeft ze haar pak zien hangen, ze is er van geschrokken. Zo had zij kunnen hangen. Tegelijk beseft ze dat er een periode voorbij is: die kleren blijven hier, ze is niet langer Nelis.

Ze is de meisjeskleren ontwend, wat zit dat allemaal gek, zoveel frutsels. Zou ze het moeten betalen? Zelf zou ze nooit zo'n jurk kopen.

Gelukkig brengt Martha haar wat praktischer kleding voor de reis. Een warme, hooggesloten jurk en een warme mantel. De vrouw helpt Neeltje bij het verkleden en bij het opnieuw inpakken van haar tas. Ze krijgt alles nieuw, van mijnheer Huygens persoonlijk zoals Martha benadrukt, hij betaalt het. Als enig offer moet Neeltje haar Nelispak en haar soldatenbagage achterlaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken