Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrik (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrik
Afbeelding van Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrikToon afbeelding van titelpagina van Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrik

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.77 MB)

Scans (7.20 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wondere verhalen van vader Uggelebug. Deel 1. Doove Jabik en de betooverde vogelschrik

(1924)–Tjeerd Bottema–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

II. De vogelschrik gaat dansen en krijgt een kameraad.

Den heelen nacht had doove Jabik planken gezaagd en den volgenden morgen ging hij weer als gewoonlijk aan 't werk. Onder de schafttijden zag hij kans in het winkeltje waar de oude Gaper uithing wat Spaansche peper te koopen en gedroogde

illustratie

kalmuswortel, zwavel, salpeter en een fleschje loog. En in 't kreupelhout, waar hij boomstronken moest rooien, vond hij de paddestoelen met vuurroode kap. Een doode mispelboom wist hij staan en toen hij alle hocus-pocus bijeen had, begon hij zijn brouwsel te maken.
[pagina 9]
[p. 9]

De takjes van den dooden mispelboom knapten en knetterden en al gauw kookte en borrelde zijn potje dat het een aard had. Toen deed doove Jabik er de zwavel en de salpeter bij, hij klemde het deksel op zijn koperen pannetje en bond er stijf een touw om. Toen duwde hij het in een verlaten vossenhol en dekte de opening met mos en takken af.

Hij keek op zijn horloge. ‘Elf uren moet het zoo staan; dus da's tot vanavond half elven... 't is een raar gedoente, zeldzaam raar... maar als ik die stijve vogelschrik er mee aan 't loopen kan krijgen, dan is 't mij de moeite waard, da's vast.’

Jabik was wonderlijk dien heelen dag. Hij was ongedurig en grinnikte telkens onder het werken. ‘Wat scheelt Jabik vandaag toch’ zei de baas tegen zijn vrouw. ‘Ik weet het niet’, antwoordde deze; ‘hij heeft een vreemde bui; laat hem maar, 't zal wel overgaan.’

Dien avond om half elf sloop doove Jabik naar het kreupelbosch, waar hij zijn pannetje uit het vossenhol haalde. Toen ging hij naar den akker, waar de vogelschrik stond.

Een paar stokken, die stevig in den grond gestoken waren voor beenen, een dwarslat voor de armen, een bos stroo om wat rondheid te geven aan het lichaam, daarover een oude jas vol gaten, een verkleurd negermasker, dat met een touwtje vastgebonden was, zoo stond daar de vogelschrik. Het masker was maar losjes vastgemaakt en hing wat op de borst te draaien, als de wind er mee speelde.

De maan scheen helder. 't Leek doove Jabik of het een malle droom was toen hij met zijn tooverboek en een melkstoeltje

[pagina 10]
[p. 10]
onder den arm en zijn koperen pannetje met het heerlijke brouwsel in de handen, voor de oude gehavende vogelschrik stond. ‘'t Is nog te vroeg’, mompelde doove Jabik ‘we hebben de tijd.’ Hij bekeek de oude vogelschrik eens goed. Het zwarte masker, dat aan een touwtje bengelde, beviel hem niet. ‘Met

illustratie

dat aangezicht is 't niks gedaan’ zei hij ‘ik zal je een betere kop geven.’ Toen zocht hij op een akker dichtbij een heele groote koolraap met flink lof er aan. Hij wiesch de koolraap wat schoon in een sloot en met zijn zakmes sneed hij er de ge-
[pagina 11]
[p. 11]

lijkenis van een gezicht in. Hij kerfde twee diepe gaten voor de oogen, een gat voor den neus en een flinke opening voor den mond. Zijn mes gleed hierbij wat uit, zoodat de eene mondhoek tot dicht bij het eene oog kwam, maar dat hinderde niet. Aan den onderkant sneed hij een diep rond gat en toen zette hij de nieuwe kop op de vogelschrik. Het laatste gat had hij wat te ruim gemaakt, nu draaide de kop wat te gemakkelijk op de stokkige nek. ‘'t Moet maar zoo’ mompelde doove Jabik.

Toen stak hij zijn kaarsje aan en met de groote bril op tuurde hij in 't tooverboek!... ‘Juist... de staken insmeren met het tooverbrouwsel....’ Dat deed Jabik..... ‘En de stroobos drenken met het brouwsel...’ Ook dat deed Jabik. Toen had hij nog wat over en dat goot hij in den grooten grijnzenden mond, dien hij in de koolraap gesneden had.

Het zwarte masker maakte hij vast aan de achterzijde van den koolraapkop; dat kreeg ook nog een laatste lik van het lekkers. Toen keek Jabik op zijn horloge, 't was bijna elf uur. Hij ging zitten op zijn melkkrukje, zette zijn bril goed recht, nam het tooverboek op de kniëen en met het brandende kaarsje in de eene en zijn zware koperen horloge in de andere hand wachtte hij. In de verte sloeg een kerkklok, het was elf uur.

Doove Jabik begon. Hij dreunde langzaam en duidelijk de tooverwoorden uit het tooverboek op; 't leken hem klanken zonder zin:

 
‘Hocus, pocus pecorus pas
 
Moksem droksem decorus dras
 
Kraak en screen
[pagina 12]
[p. 12]
 
Draak en preen
 
Hinter splinterh
 
Din don dinterh
 
Buigh de arm
 
Poetsem warm
 
Kraagh, draagh, scraagh
 
Plaagh, fraagh, claagh...’

... Het was goed dat doove Jabik stijf in zijn boek keek en de hoed over de oogen had getrokken. Want door den vogelschrik voer een rilling, zijn stijve stokken gingen bewegen. Het tooverbrouwsel ging dringen in de stijve stokken. Ze bogen door, waar kniëen konden zitten en waar de elleboog moest zijn. De oude leeren handschoenen, die aan de dwarslat gespijkerd zaten en eerst los en slap neerhingen, vulden zich; de vingers kromden.

Doove Jabik las maar door. De staken, die voor beenen dienden, gingen trekken... trekken om zich los te maken uit den vetten grond... Doove Jabik was bijna klaar. Duidelijk galmde hij de laatste woorden:

 
‘Treksop, buigsop, draaium, maaium,
 
Donde menele deemele, paaium, fraaium,
 
Krottele, wrottele
 
Digge dogh trottele
 
Pos, Kos,
 
Los!’

Het was uit. ‘Hatsjie!’ zei de vogelschrik. Doove Jabik keek op... 't volgend oogenblik was hij opgesprongen. De

[pagina 13]
[p. 13]


illustratie

vogelschrik had zijn houten beenen uit den grond getrokken en kwam op hem toe, een grijns om zijn scheeven mond, de hand uitgestrekt, ‘Wel, Jabik’ zei de vogelschrik ‘hoe gaat
[pagina 14]
[p. 14]

het met jou?’ Dat was doove Jabik te machtig. Hij holde weg.. weg naar huis. Zijn tooverboek hield hij nog onder den arm geklemd, zijn melkkrukje liet hij achter, het kaarsje was op den grond gevallen en brandde nog even door, toen doofde het uit.

Doove Jabik holde verder, hij keek niet om. 't Krassen van een kraai klonk in zijn ooren en een rauwe stem riep: ‘Kun je fluite? Wil je de kraaienmarsch eens blaze?’

Dat was Leepert, de oude kraai van den toovenaar, die in een boom zat. Hij had de heele vertooning met zijn ronde kraaloogen gevolgd. Doove Jabik rende verder, de achterdeur van zijn huisje, die hij opengelaten had, binnen. Hij gooide de kleeren uit en dook in 't bed. Het kussen lei hij op zijn hoofd.

Zoo lei hij te beven tot hij in slaap viel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken