Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vertaalde gedichten (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vertaalde gedichten
Afbeelding van Vertaalde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Vertaalde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.07 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A. Keersmaekers



Genre

poëzie

Subgenre

vertaling
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vertaalde gedichten

(1981)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 280]
[p. 280]

De wrede edelman

De sevende Historie van Deel VI is het verhaal van de ‘Wreede daedt van den Heer van Sint Ian te Ligoure Limosyns Edelman, die zyn huysvrouwe ende voorts zijn gheheel huysgesin om doen brengen, ende syn Slot verbrandt heeft, uyt enckel mistroostigheydt ende woedende rasernije, met zyn eynde daer op gevolght’ (blz. 371 (=419)-463).

 

Het Franse verhaal begint met twee gecommentarieerde gedichten: twee citaten in verband met de gierigheid, nl. één van drie verzen uit Vergilius' Aeneïs (III, 56-57) en één van zes verzen uit ‘Prudence en sa psychomachie’. Beide citaten beginnen op ongeveer dezelfde manier: het eerste met O faim, het tweede met La Faim. De Nederlandse vertaling geeft daarvan slechts het tweede:

 
Den swarten hongher, en de onvlie-bare sorghen (XXXVI).

Dat staat echter waar in het Frans het citaat uit Vergilius voorkomt; op de plaats en ingeleid door de commentaar van het tweede citaat werd dan bij vergissing het eerstvolgende gedicht opgenomen (XXXVII).

[pagina 281]
[p. 281]

XXXVI

 
La faim, & le soucy, les craintes angoisseuses
 
La pasleur & frayeur, les furies hideuses,
 
Le pariure, le dol, l'infame trahison,
 
La chicheté vilaine, & la salle poison,
5[regelnummer]
D'vne desloyauté, accompagnent ce vice:
 
Et suyuent l'escadron du monstre d'auarice.

XXXVI

 
Den swarten hongher, en de onvlie-bare sorghen;Ga naar voetnoot1
 
De Leverpicker quaet van 't harte, in 't verborgen:Ga naar voetnoot2
 
De bleeckheydt, en de schrick: het eereloos bedroch.Ga naar voetnoot3
 
Het schelmsche verraet, de Meyn-eedt, ende nochGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
De dorpre vreckicheyt, en 't vergif van ontrouweGa naar voetnoot5
 
Vergheselschappen steets dees sonden als haer vrouweGa naar voetnoot6
 
En volghen 't Vaendel na, dat hier met crachten sweytGa naar voetnoot7
 
Dit snoode Monster-dier de holle Gierigheyt.Ga naar voetnoot8
[tekstkritische noot]In ed. Rouen, 1604, Tome VI, blz. 372. In margine staat hierbij: Prudence en sa psychomachie, een verwijzing naar Prudentius' Psychomachia, vzn. 464-466.

[tekstkritische noot]In 1646 en 1650, Deel VI, blz. 420.
- 1 onvliebare in 1646: ontvlie-bare - 3 en de in 1650: ende

voetnoot1
swarten: duistere, boosaardige; onvlie-bare: onontkoombare; de kommapunt aan het einde van dit vs. vervange men door een komma.
voetnoot2
De Leverpicker quaet: de kwaadaardige gier; de gier, die volgens de Griekse mythologie de gekluisterde Prometheus de lever afpikte; ook in Lucelle, vzn. 1392-1393, verbond Bredero Leverpicker met hart; in't verborgen: heimelijke, ongeziene; hoort bij Leverpicker; de dubbelepunt vervange men door een komma.
voetnoot3
schrick: de dubbelepunt hierna en de punt na bedroch vervange men door een komma.
voetnoot4
schelmsche: schurkachtige; om het metrum te lezen in drie lettergrepen: schellemsche.
voetnoot5
dorpre: gemene, lage; vreckicheyt: gierigheid.
voetnoot6
sonden: zonde, ondeugd (enkelv.), nl. de holle Gierigheyt (vs. 8); vrouwe: gebiedster, heerseres.
voetnoot7
dat: lijd. voorw.; met crachten: krachtig, met geweld; sweyt: zwaait.
voetnoot8
snoode: verderfelijke; Monster-dier: monster; onderwerp; hierna denke men een komma; holle Gierigheyt: onverzadelijke hebzucht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero