Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 351]
[p. 351]

XCI Klaegh-Liedt

I: 319-321

Lied van een ontgoochelde jonkman die zich erover beklaagt dat zijn geliefde, met wie hij ondanks de tegenstand van zijn familie zo lang heeft verkeerd, hem nu de deur wijst en een rijke kapitein bij zich toelaat. De overeenkomst met een thema uit Moortje is onmiskenbaar. Acht men dit lied autobiografisch, dan moet men ook in Moortje een stukje autobiografie zien. De redenering is omkeerbaar: beschouwt men Moortje als de veramsterdamsing van een latijns-frans blijspel, dan is dit lied een bijprodukt dat in een bepaalde fase mogelijk bestemd is geweest om als lied van Ritsaardt in Moortje te worden opgenomen.

Beginregel: Moy Aeltjen is 't soo haest vergheten,

Vindplaatsen: Geestigh Liedt-Boecxken 1621: 160-164; Groot Lied-boeck 1622 II: 13-14. Liedt-boeck 1644: 22-23; Liedt-boeck 1677: 27-28; Kalff 1890: 384-386; Knuttel 1929: 288-290; Van Rijnbach 1944: 170-171.

Omvang: 56 verzen, acht strofen van 7 regels.

Versvorm: jambisch metrum, met vier heffingen in de vzn. 1-5, vijf heffingen in de vzn. 6 en 7.

Rijmschema: a b a b (c) c (c) d d.

Melodie: Matter 1979, blz. 231, 233.

Varianten:
Groot Lied-boeck 1622 Geestigh LB 1621 Liedt-boeck 1644
3 die 'k die ick die ick
5 vriendelijckheydt vriendlijckheyt vriendlijckheydt
8 Myn Vrienden Mijn Vrunden Mijns vrunden
26 waerd dy waerdy waerdy
33 my my mijn
56 my mijn mijn

19 Daer wenst' ick myn // een vensterkijn, Van Kristalijn: Deze wens van de innerlijke kenbaarheid - en tegen de huichelarij of de verdenking daarvan -, die al bij de griekse auteur Lucianos (ong. 120-180) voorkomt, kan aan Bredero bekend zijn geweest uit de Emblemata (1565) van Hadrianus Junius, waarvan in 1575 een nederlandse vertaling verscheen. In het eerste embleem zegt Momus:

 
Waerom ick den mensch wilde met een traly voren
 
Gemaect hebben, om te sien watter schuylt ondere.

Zie in dit verband Veldman 1977, blz. 160-161. Met dank aan Prof. Dr. L. Strengholt en Prof. Dr. J. Gijsel.

50 geveynsde Kourtesane: huichelachtige snol; uit fr. courtisane, eig. hofdame,

[pagina 352]
[p. 352]

welgemanierde, wereldwijze vrouw; later eufemisme voor vrouw van lichte zeden.

52 Kokedriele trane: De vorm kokedril voor krokodil komt in ouder Nederlands en in allerlei andere talen veel voor (zie WNT VIII, eerste stuk, kolom 312). Het bijgeloof dat de krokodil tranen stortte als hij zijn slachtoffer had verslonden, is sinds de middeleeuwen algemeen verbreid geweest. Zie Stoett 1923, blz. 512. Daarom werd de krokodil als een huichelachtig dier beschouwd.

53 den verdwaesden Kapiteyn: Een van de hoofdpersonen uit Bredero's Moortje is de belachelijke Roemert, de Kapiteyn. De overeenkomst van de personages, de namen (vgl. Moy Aeltjen en Moy-Aal, een Snol) en van de situaties is een sterk argument voor de overtuiging dat dit lied ontstaan is in de creatieve sfeer van Moortje, dus in de jaren 1614-1615.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken