Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreid werk (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreid werk
Afbeelding van Verspreid werkToon afbeelding van titelpagina van Verspreid werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreid werk

(1986)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]

Antwoort op den brief vanGa naar voetnoot- Iacob Barthout Feris soonGa naar voetnoot-

 
Ghy negen-zangsters kloeck, op Helicon geseten,Ga naar voetnoot1
 
Havent mijn ruw verstant, en suyvert mijn gewetenGa naar voetnoot2
 
Van oordeel vals of blindt: stiert in myn plompe penGa naar voetnoot3
 
U redelijcke rijm, met ware kennis, en
5[regelnummer]
Schrandert mijn doffe gheest: want sonder u verlichtenGa naar voetnoot5
 
Soo droomt de krancke kunst, so raaskalt al het dichten.Ga naar voetnoot6
 
ô Iacob Bart-houts zoon! ghy kloecke minnaer bist:Ga naar voetnoot7
 
Mijn waalbaer weeck vernuft dat redeneert, en twistGa naar voetnoot8
 
Of ick mijn simpel werck voor uwe sneege sinnenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Sal toonen ofte niet? Ick schreum schier te beginnen,Ga naar voetnoot10
 
Doch uwe vrundschap, en u Broederlijcke Brief
 
Sijn my so aengenaem, so wellekom, so lief,
 
Dat ick mijn willigh troost, 't berispen en het scheldenGa naar voetnoot13
 
Van Midas slim en slecht: volmaeckt werck vindtmen selden;Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Is qualijck hier van my geschreven of geseyt:Ga naar voetnoot15
 
Verschoont dat vriend, met uw wyse bescheydenheyt.Ga naar voetnoot16
[pagina 114]
[p. 114]
 
Ghy, die in 't heyligh' Choor der spitse NegelingenGa naar voetnoot17
 
U vaersen op de maet so sinnelijck kunt singen,Ga naar voetnoot18
 
Dat mijn versufte ziel, als zy u letters las,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
In twijffel trock of ick hier, ofte elders was!Ga naar voetnoot20
 
Maer doen zy wat bequam in haer gestalt, en wesen,Ga naar voetnoot21
 
Doen teegh ick met een smaeck aen 't mommelen, aen 't lesen:Ga naar voetnoot22
 
Ick sagh, ick weder sach, ick merckten uwe kunst,Ga naar voetnoot23
 
U wijsheyt, u verstandt, maer boven al u gunst!Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
ô Wel-begaefde Held! wat Goddelijcke krachtenGa naar voetnoot25
 
Stort die alwijse God in sterff'lijcke gedachten?Ga naar voetnoot26
 
ô Glory van Schiedam! op Camers wijd vermaert!
 
Mijn tong en laapten noyt de Bron van 't vlugge paerd.Ga naar voetnoot28
 
So ghy dan fael-greep ziet, of is hier yets vergheten,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Garbrande denckt en heeft niet beters dan gheweten,Ga naar voetnoot30
 
Hy doet al wat hy kan, syn sinnen syn te aertsch;
 
Iacobe u gedacht dat stijght vast Hemel-waerts,Ga naar voetnoot32
 
Door wind en wolcken heen, door dicke duysternissen
 
Ghy treedt, en meet, ja weet 't geen and're nauw'lijckx gissen.Ga naar voetnoot34
[pagina 115]
[p. 115]
35[regelnummer]
ô Hoogh verlichte man! voor u geswinde gheest
 
Was ick omsichtigh en so wonderlijck bevreestGa naar voetnoot36
 
Dat ick mijn snelle handt te rugh heb moeten treckenGa naar voetnoot37
 
Uyt angste dat ghy sout met mijn gedichten gecken:Ga naar voetnoot38
 
Ick dingh noch geer geen schand, hebb' oock geen eer gesocht,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Maer 't geen my kundigh was dat heb ick voort gebrocht,Ga naar voetnoot40
 
Al hebdy in u brief my veel te veel gepresen,
 
Geen roem-sucht noch hovaard en is in my verresen,
 
Wie hier uyt lust of nijt, sijn naesten prijst of laackt,Ga naar voetnoot43
 
Die wort van and'ren weer heel leelijck uyt ghemaackt.
45[regelnummer]
Goet rondsche waarheyt geeft veel meerder nut en voordeel
 
Den schalcken wort verschalckt van sijn schalckhaftigh oordeelGa naar voetnoot46
 
Wanneer der dinghen schick valt anders dan hy waant,Ga naar voetnoot47
 
Hy meynt hy mompt de luy, maar wat ist? sy verstaan't,Ga naar voetnoot48
 
En vlieden voor den drogh gelijck de oude snoeckenGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Het lecker lock-aas laet uyt vrees' der angel-hoecken:Ga naar voetnoot50
 
Dus heeft de werelt oock haar aansicht geblancketGa naar voetnoot51
 
Voorsinnigh is de man die op haer staert-sleep letGa naar voetnoot52
 
Dien sal de valsche vrucht niet lusten af te snoepen,Ga naar voetnoot53
 
Iacobe, goede nacht, mijn eygen saecken roepen
55[regelnummer]
My tot de schilder-kunst, en die tot soet gewin.Ga naar voetnoot55
[pagina 116]
[p. 116]
 
De rymery brengt lust, en wat hooft kennis in,Ga naar voetnoot56
 
Maer ware wetenschap moetmen van Gode leeren
 
Mijn hart is, laas! verrockt wil Godt hy kan 't verkeeren.Ga naar voetnoot58
 
Voorts weet ick waarde vrundt niet wat ick schryven sal
60[regelnummer]
Mijn leven, staat, en doen dat weet ghy mooghlijck al,Ga naar voetnoot60
 
Dat ick de Princen vaan, hier loffelijck mach voeren,Ga naar voetnoot61
 
Dat weet ghy in u brief wel kunstigh aen te roeren,
 
En wenscht my dies geluck, des weet u danck mijn hart:Ga naar voetnoot63
 
Ick wensch u dat ghy haest oock blyde Bruygom wart:Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
Ick wensch u Suster ook so veel heyls te beleven
 
In dese nieuwe staet als Godt haer wel kan geven.Ga naar voetnoot66
 
God spaer u Ouders langh welvarend en gesont
 
Dit wensch ick u en my uyt gantscher zielen grondt.
 
Hier mede vrient vaert wel, ick weet niet meer te schryven
70[regelnummer]
Als dat ick hoop u vrund van eeuw tot eeuw te blyven.

Geschreven by uwen goetwillighe en toeghedane

g.a. bredero.

't Kan verkeeren.

 

In midd' somer Anno 1613

voetnoot-
De oorspronkelijke titel bevat tweemaal het woord Brief. Dit doet veronderstellen, dat we te doen hebben met een contaminatie van twee door Bredero of door de tekstbezorger genoteerde mogelijkheden.
voetnoot-
Iacob Barthout: rederijker uit Schiedam, die in 1615 huwde met de amsterdamse weduwe Neeltgen Lenertsdr. Zie ook de inleiding blz. 44.
[tekstkritische noot]Gepubliceerd in Ned. Poëmata 1632, fol. G1r-G2r; 1638, fol. G1v-G2v; 1644, fol. C3v-C4v.
Opschrift romein; tekst fractuur met enkele woorden romein; onderschrift en zinspreuk cursief; datering romein; naam klein kapitaal.
Titel soon C D E soons Brief
voetnoot1
negen-zangsters kloeck: verstandige negen Muzen; Helicon: bosrijk gebergte in Boeotië (Midden-Griekenland), de verblijfplaats van de Muzen, de godinnen van de kunsten; geseten: zetelende.
voetnoot2
Havent: verzorgt, beschaaft (geb. wijs).
voetnoot3
stiert: stuurt, zendt (geb. wijs); plompe: onbeschaafde, kunsteloze.
voetnoot5
Schrandert: verheldert, verscherpt; u: uw.
voetnoot6
droomt: aarzelt, draalt; zie WNT III (II), kolom 3459; krancke: zwakke.
voetnoot7
bist: zijt, bent; oude persoonsvorm bij du, niet bij ghy.
voetnoot8
waalbaer: onstandvastig, onzeker; twist: twijfelt.
voetnoot9
sneege sinnen: snedige, scherpzinnige geest.
voetnoot10
schreum: schroom, aarzel.
voetnoot13
mijn: mij; troost: getroost.
voetnoot14
Midas: klassieke belichaming van de alles-afkeurende criticus; slim en slecht: kwaadaardig en onnozel.
voetnoot15
Is qualijck hier enz.: heb ik hier iets niet goed geschreven.
voetnoot16
Verschoont: verontschuldig; bescheydenheyt: oordeelkundigheid, redelijkheid.
voetnoot17
spitse Negelingen: scherpzinnige Muzen.
voetnoot18
sinnelijck: bekoorlijk, zinnestrelend.
voetnoot19
versufte: verdoofde; als: toen.
voetnoot20
hier, ofte elders: op aarde of in de hemel; opmerkelijk expressief is de omzetting van de vierde jambe, waardoor ook de cesuur na ick expressief wordt.
voetnoot21
wat bequam enz.: enigszins tot zichzelf gekomen was (het begrippenpaar gestalt, en wesen, ‘uiterlijk en innerlijk’, kan hier slechts zeer globaal functioneren).
voetnoot22
teegh: begon, van het werkw. tijghen; met een smaeck: met genoegen, genietend; mommelen: halfluid lezen.
voetnoot23
weder sach: keek opnieuw; merckten: bespeurde, constateerde; kunst: bekwaamheid.
voetnoot24
gunst: genegenheid, vriendschap.
voetnoot25
Wel-begaefde Held: hoogbegaafde, moedige man.
voetnoot26
die: de; sterff'lijcke gedachten: de gedachten van stervelingen. In plaats van het vraagteken, dat de retorische vraag onderbreekt, leze men een komma.
voetnoot28
laapten: lepte, dronk; Bron van 't vlugge paerd: Hippokrene (gr. paardebron) in het Helikon-gebergte, de verblijfplaats van de Muzen; de bron zou zijn ontstaan door de hoefslag van het paard Pegasus; een dronk daaruit schonk dichterlijke bezieling.
voetnoot29
fael-greep: misslag, fout.
voetnoot30
Garbrande denckt: denk dan, dat Gerbrand. Hoe Bredero's voornaam gespeld werd bij de doop, is niet bekend; hijzelf gebruikt enige malen Garbrant, maar zijn tijdgenoten en vooral lateren spelden meestal Gerbrand; zie Groot Lied-boeck II, blz. 238.
voetnoot32
vast: voortdurend.
voetnoot34
treedt: betreedt, bereikt; de onverwachte binnenrijmen in dit vs. vormen een climax.
voetnoot36
omsichtigh: voorzichtig, bedeesd.
voetnoot37
snelle: snel, haastig schrijvende.
voetnoot38
gecken: de spot drijven.
voetnoot39
dingh noch geer: zoek of wens.
voetnoot40
kundigh: bekend, binnen mijn vermogen liggende.
voetnoot43
lust: welwillendheid; nijt: afgunst.
voetnoot46
Den schalcken: de bedrieger (ond.); van: door; schalckhaftigh: oneerlijk.
voetnoot47
schick: beloop, gang van zaken.
voetnoot48
mompt: bedot; verstaan't: begrijpen het, doorzien het.
voetnoot49
drogh: bedrieger.
voetnoot50
laet: terzijde laat, vermijdt (enkelvoudige persoonsvorm bij het meervoudige onderw. snoecken in vs. 49); het vs. heeft een suggestieve alliteratie; angel-hoecken: vishaken; de beide delen van het woord zijn synoniem.
voetnoot51
Dus: aldus, op die manier.
voetnoot52
Voorsinnigh: vooruitziend; haer staert-sleep: alle gevolgen daarvan.
voetnoot53
Dien: hem (belangh. voorw. bij het onpersoonlijke werkw. lusten: het lust hem niet, hij begeert niet).
voetnoot55
de schilder-kunst: hoewel men nergens enig werk van Bredero als schilder kan aanwijzen, is hij waarschijnlijk tot zijn dood als zodanig werkzaam geweest, en gezien dit vs. ook met enig financieel succes.
voetnoot56
De rymery: de poëzie; dit vs. vormt eerst een tegenstelling met vs. 55: schilderen was een beroep, dichten deed men voor zijn plezier; daarna is er een tweede tegenstelling, nl. met vs. 57: kennis tegenover vroomheid.
voetnoot58
verrockt: afgedwaald; hy kan 't verkeeren: hij kan het veranderen; toespeling op Bredero's zinspreuk, maar met wijziging van het onovergankelijke ww. verkeeren in een overgankelijk ww.
voetnoot60
staat: toestand; doen: gedragingen, werkzaamheden; al: allemaal.
voetnoot61
de Princen vaan: het vaandel van de schutterij, met de kleuren van de Prins van Oranje én die van de stad Amsterdam; zie Groot Lied-boeck II, blz. 442.
voetnoot63
En wenscht: en gij wenst; dies: daarmee; des: daarvoor; weet u danck mijn hart: is mijn hart u dankbaar.
voetnoot64
haest: spoedig; oock: bovendien; wart: wordt.
voetnoot66
dese nieuwe staet: de huwelijkse staat, het huwelijk.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero

  • Nederduytsche poëmata

  • Nederduytsche Rijmen


auteurs

  • Garmt Stuiveling

  • B.C. Damsteegt


organisaties

  • Nederduytsche Academie

  • Eglentier


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Jacob Feriszoon Barthout