Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreid werk (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreid werk
Afbeelding van Verspreid werkToon afbeelding van titelpagina van Verspreid werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreid werk

(1986)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 199]
[p. 199]

De Gheboorte van Luys-boschGa naar voetnoot-, Alias Robbe-knol.aant.

 
Der fiel gebiert is, der wiet gaer viel zoe verzellen,Ga naar voetnoot1
 
So doen ic auch, ghy vromer herren und' gutter gesellen,Ga naar voetnoot2
 
Un du eerb'rer wijber, und frissche Maachdeleyn,
 
Ich wil dier meyn leben erzeygen, wil du man zoe frieden seyn.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Hoor zoe! meyn Vatter was eyn man, un meyn mutterGa naar voetnoot5
 
Das was eyn weyb, un sy was swester von haer fleyslichen brutter,Ga naar voetnoot6
 
Ja meynder zeelen. Der oort ond der stondt das sy von mir gelach,Ga naar voetnoot7
 
Dat was zoe Elsas in eynen schnar, op eynen Monendach,Ga naar voetnoot8
 
Un so daer gein windels oder doeckleyn was, zoe vonden,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Had meyn de Deeren in een olde pels met luysen ghewonden.Ga naar voetnoot10
 
Meyn Vatter steych hen opter lauf,Ga naar voetnoot11
 
De bueren brachten mier zoe tauf,Ga naar voetnoot12
[pagina 200]
[p. 200]
 
Ich wurd sum vund gehouwen,Ga naar voetnoot13
 
Von swee stoch olter Vrouwen,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Der pharheer greef zoe hant,Ga naar voetnoot15
 
So wierd ich Luysen bosch genant:
 
Doen dit de leuten hoorden,
 
Sy schempten mit die woorden,Ga naar voetnoot18
 
Und ginghen doe voort alle t'saam,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Veur meyn bedrubter Mutters kraam,Ga naar voetnoot20
 
Die sy in ieren nooden,
 
Hun hilf en gunste booden,Ga naar voetnoot22
 
Un gaben ier das weyn un broot,
 
Und was sy meer des had van noot,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Als sy nun was erstanden,Ga naar voetnoot25
 
Heft sy mit kloechen handen,Ga naar voetnoot26
 
Om gelt gewaschken und geschuert,
 
Un vast gearbeyt byde buert,Ga naar voetnoot28
 
Un wist sich zoe erneren,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
G'leych eyn Vrou mit eeren.Ga naar voetnoot30
 
Daer na; o leyd! o jammer groot,
 
Erhoort sy von meyns Vaders doot,Ga naar voetnoot32
 
Dies wend sy leed te draghen,Ga naar voetnoot33
 
Um dat hy was erslagen,Ga naar voetnoot34
[pagina 201]
[p. 201]
35[regelnummer]
In deinen zoech in Vranckelant,Ga naar voetnoot35
 
Von eynem Welscher onbekant.Ga naar voetnoot36
 
Ten ende der traurdagen,
 
Der drub sal on het klagen,Ga naar voetnoot38
 
Meyn Mutter smuckt sich fijn und kuys,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Un huert daer zoe eyn ander huys,Ga naar voetnoot40
 
Gelegen ander gassenGa naar voetnoot41
 
Op eyn hoech van der strassen.Ga naar voetnoot42
 
Al waer sy eerst man slaphers hiel,Ga naar voetnoot43
 
Und kreygen voort der gesten viel,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Auch quemender logieren,Ga naar voetnoot45
 
Den armen en schollieren.Ga naar voetnoot46
 
De zeyt mit mir in yl verlief,Ga naar voetnoot47
 
Dewijl ick spielde oder slief,
 
Bis ich da wis ter steden,Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
An jaren en an leden,Ga naar voetnoot50
 
Zoe meyn drie vunnif jaren alt,Ga naar voetnoot51
 
In redeleychen gut gestalt.Ga naar voetnoot52
[pagina 202]
[p. 202]
 
'T geschach dat sich eyn blindeGa naar voetnoot53
 
Tot unset sick liet vinden,Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Der Daybel bracht hem in ons haus,Ga naar voetnoot55
 
Der schelm die my daer voerden aus.Ga naar voetnoot56
 
Went der blinde hief zoe smeeckenGa naar voetnoot57
 
Meyn mutter: en zoe spreecken
 
Jannege meyn leyb bemint,Ga naar voetnoot59
60[regelnummer]
Meyn hart dat sucht na desem kint,Ga naar voetnoot60
 
Liebd ghy das manlijns leben,Ga naar voetnoot61
 
Wilt meyn den jongen geben,Ga naar voetnoot62
 
Golt noch silber hab ich niet,
 
Noch nichts dat men hie sichber sietGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
Von gelt of diergelijchen,
 
Man ich hab vil pracktijchen,Ga naar voetnoot66
 
Wo mit den jongen dommen helt,
 
Schal bekamen viel gut en gelt.Ga naar voetnoot68
 
Hier dorch mijn slechter mudder,Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Gelaubden diesem brudder,Ga naar voetnoot70
[pagina 203]
[p. 203]
 
En heft hem gaer wol getrartiert,Ga naar voetnoot71
 
Und my gans gerekommandiert,Ga naar voetnoot72
 
Hoort om, als wy doe scheyden,Ga naar voetnoot73
 
En ick den blinden leyden
75[regelnummer]
Ontmoeten wy eyn grossen steyn,
 
Der stont hy en sprach, knabelijn,Ga naar voetnoot76
 
Lech auf der steyn dijn ooren,
 
Veul wonder salstu hooren:
 
Ick ging en ley mijn oor daer opf,Ga naar voetnoot79
80[regelnummer]
Geswind komt hy meyn by de kopf,
 
En druckt my ander rachen,Ga naar voetnoot81
 
Und stelt sich an het lachen,Ga naar voetnoot82
 
En redt dees woorden voort zoe meyn,Ga naar voetnoot83
 
Dis mues meer als de dayvel seyn,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Of de schalckst aller loeren.Ga naar voetnoot85

g.a. bredero

voetnoot-
Luys-bosch, Alias Robbe-knol: mogelijk zijn deze beide namen partieel synoniem; zie Stutterheim, Spaanschen Brabander, blz. 75-76.
[tekstkritische noot]Gepubliceerd in de Vermeerderingh bij de Klucht Vanden Hoogduytschen Quacksalver, 1622, fol. E2v-E3v; 1629, fol. J2v-J3v; 1637, fol. J2v-J3v; 1644, fol. F3r-F3v.
Opschrift: fractuur-cursief-romein; tekst in fractuur; ondertekening romein.
1 der wiet K M N die wiet - 3 eerb'rer K M N eer'bre
voetnoot1
Der fiel gebiert is: wie veel overkomen is; der wiet: die weet; gaer: heel; zoe verzellen: te vertellen.
voetnoot2
vromer: brave, rechtschapen.
voetnoot4
erzeygen: vertellen (contaminatie van erzählen en erzeugen); wil du man zoe frieden seyn: wacht maar rustig af.
voetnoot5
Hoer zoe: luister.
voetnoot6
swester: zuster.
voetnoot7
meynder zeelen: bij mijn ziel; Der oort ond der stondt: de plaats en de tijd; von mir gelach: mij baarde.
voetnoot8
schnar: schuur? stal? Misschien is dit woord een vervorming van het duitse Schranne, ‘(markt)kraam’. In de Lazarillo (zie blz. 235) is Lazaro geboren in een door water aangedreven molen; Monendach: maandag.
voetnoot9
so: aangezien; windels: windsels; zoe vonden: te vinden.
voetnoot10
Deeren: jonge vrouw van het platteland, nl. zijn moeder.
voetnoot11
steych hen opter lauf: ging ervandoor (steych staat waarschijnlijk voor sleych, ‘sloop’, zoals Van Rijnbach 1926, blz. 182, veronderstelt).
voetnoot12
zoe tauf: ten doop.
[tekstkritische noot]14 stoch M N stocht - 16 genant K M genamt - 18 die K M N de
voetnoot13
sum vund gehouwen: bij de doopvont vastgehouden, op de arm gehouden.
voetnoot14
Von swee: door twee.
voetnoot15
greef zoe hant: deed zijn werk, deed zijn plicht(?).
voetnoot18
schempten mit die woorden: hoonden, bespotten die woorden, nl. de door de priester gegeven naam; uit de volgende vzn. blijkt, dat ze de moeder goed gezind zijn.
voetnoot19
voort: vervolgens.
voetnoot20
Veur meyn enz.: naar het kraambed van mijn bedroefde moeder.
voetnoot22
gunste: vriendschap.
voetnoot24
meer des: van zulke dingen nog meer.
voetnoot25
erstanden: opgestaan uit het kraambed.
voetnoot26
kloechen: krachtige.
voetnoot28
vast: hard.
voetnoot29
sich zoe erneren: de kost te verdienen.
voetnoot30
eyn Vrou mit eeren: een fatsoenlijke vrouw.
voetnoot32
Erhoort: vernam.
voetnoot33
wend sy: wende zij eraan, moest zij voortdurend.
voetnoot34
erslagen: gesneuveld.
[tekstkritische noot]35 deinen K M N deiner - 38 het klagen volgens K M N; I heen, klagt - 43 eerst K M N eer - 44 der K M de - 48 ick K M N ich - 52 redeleychen N redeleycken
voetnoot35
In deinen zoech: op een veldtocht; deinen is wel onjuist voor einen.
voetnoot36
eynem Welscher onbekant: door een onbekende Waal, Fransman.
voetnoot38
Der drub sal: van het verdriet; on: en.
voetnoot39
Meyn Mutter enz.: schikt mijn moeder zich netjes en zedig op.
voetnoot40
daer zoe: bovendien.
voetnoot41
ander gassen: in het straatje, in de steeg.
voetnoot42
eyn hoech: een hoek. Bredero is hier blijkbaar uitgegaan van het ndl. hoek en niet van het du. Ecke; hoech is vergelijkbaar met kloech in vs. 26, waarin we eerder het ndl. kloek dan het du. klug moeten zien. Interpretatie van eyn hoech als ‘eenhoog’ lijkt niet waarschijnlijk; van der strassen: van de (hoofd)straat.
voetnoot43
eerst man slaphers hiel: eerst mensen onderdak voor de nacht verschafte.
voetnoot44
Und kreygen enz.: en vervolgens veel gasten kreeg; misschien moeten we hierbij in tegenstelling tot de slapers uit vs. 43 aan kostgangers denken.
voetnoot45
quemender: kwamen er, kwamen daar; het onderw. van quemen is Den armen en schollieren (vs. 46).
voetnoot46
schollieren: rondtrekkende studenten.
voetnoot47
De zeyt mit mir enz.: voor mij ging de tijd snel voorbij.
voetnoot49
da wis ter steden: daar ter plaatse opgroeide.
voetnoot50
An: in; an leden: lichamelijk.
voetnoot51
Zoe: tot; drei vunnif: vijftien.
voetnoot52
In redeleychen gut gestalt: redelijk goed gebouwd.
voetnoot53
'T geschach: het gebeurde.
voetnoot54
Tot unset: bij ons, ten onzent; sick: zich (overtollig na sich in vs. 53).
voetnoot55
Daybel: duivel.
voetnoot56
Der schelm enz.: bijstelling bij hem in vs. 55; Der had dus Den moeten zijn; daer voerden aus: mij daaruit meenam.
voetnoot57
hief zoe smeecken: begon te vleien, vriendelijk te praten tegen.
voetnoot59
Jannege: Jannetje; aangezien de ndl. k in deze tekst nergens door een du. g vervangen is, is deze naam niet te beschouwen als een vervorming van Janneke, maar eerder als een verschrijving van de gewone vorm Jannetge; meyn leyb bemint: m'n lieve leven, m'n liefste (bemint is een bijv. nabepaling). Vgl. ook Hooft: ‘Amaryl mijn lieve leven’ (ed. L.-St. I, blz 35).
voetnoot60
sucht na: verlangt naar, haakt naar.
voetnoot61
Liebd ghy: als je liefhebt.
voetnoot62
Wilt meyn (...) geben: geef mij dan.
voetnoot64
hie: hier.
voetnoot66
Man: maar; pracktijchen: trucs, listige kunstgrepen.
voetnoot68
Schal bekamen: zal bekomen.
voetnoot69
slechter: onnozele, naïeve.
voetnoot70
Gelaubden diesem brudder: geloofde deze brave man (ironisch).
[tekstkritische noot]71 getrartiert N getractiert - 76 knabelijn K M N knabbelijn - 79 opf K M N ops - 80 kofp K M N kops - 84 Dis M N Die; dayvel N Daybel
voetnoot71
getrartiert: onthaald.
voetnoot72
gans rekommandiert: volledig (aan hem) toevertrouwd.
voetnoot73
Hoort om: luister allemaal; eig. ‘rondom’, want de toehoorders (vgl. vs. 2) staan in een kring om de verteller.
voetnoot76
Der stont hy: daar bleef hij staan.
voetnoot79
ging: liep erheen; de varianten ops en kops zijn in K ingeslopen en in M en N niet gecorrigeerde drukfouten (in K en M staat een lange s; in N een ronde s).
voetnoot81
druckt my ander rachen: grijpt me bij de strot (of: knijpt m'n strot dicht?). In Lazarillo geeft de blinde Lazaro een slag tegen het hoofd, waardoor deze met het hoofd tegen de steen slaat.
voetnoot82
stelt sich an: begint te.
voetnoot83
redt: spreekt; voort: daarop. Wat de blinde zegt, ontbreekt in de tekst.
voetnoot84
Dis: die; meer: erger.
voetnoot85
de schalckst: de sluwste; loeren: schelmen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero

  • Nederduytsche poëmata

  • Nederduytsche Rijmen


auteurs

  • Garmt Stuiveling

  • B.C. Damsteegt


organisaties

  • Nederduytsche Academie

  • Eglentier


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • De Hoochduytschen Quacksalver