Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Nieuw liedeken

Stemme: zoals 't begint

 
1 Zondag, zondag lestleden,
 
op enen St.-Jansdag
 
ben ik buiten getreden,
 
waar men veel wagens zag
 
met zoveel ommeslag;
 
het volk kwam met hopen
 
al bij de voerlui lopen
 
en maakten daar verdrag.
 
 
 
2 De kneukels en de boeren
 
die hadden 't opgesteld,
 
zij wilden niemand voeren
 
dan voor gedwongen geld.
 
Dit, docht mij, was geweld.
 
Ik wandelde met lusten
 
en ging mijzelve rusten
 
in 't groen geschilderd veld.
 
 
 
3 De gladde paarden renden
 
langes de harde slijk,
 
de voerlui die ze menden
 
klatterden vreselijk.
 
De dorre, droge dijk
 
die was bezaaid met mensen,
[pagina 37]
[p. 37]
 
ik zag het al naar wensen
 
in mijn begrazeld rijk.
 
 
 
4 Fluks kwam daar aanrumoeren
 
en raasden zonder rooi
 
hele wagens met hoeren,
 
die wierpen steeds met hooi,
 
dit dunkt die lieden mooi.
 
Zij riepen en zij kreten,
 
als hadden z' niets gegeten,
 
dit gore gorlegooi.
 
 
 
5 Weleer wou ik wel weten
 
waarvan, of hoe het kwam,
 
dat men mal placht te heten
 
het volk van Amsterdam;
 
maar als ik dit vernam,
 
ik barstte uit van lachen;
 
het schijnt, wij komen prachen
 
der drogers spek of ham.
 
 
 
6 Waarheen gij broedse lieden?
 
Ai lieve, blijft in stad,
 
laat hier uw rookvlees zieden
 
en knabbelt hier doch wat,
 
tapt eens uit 't beste vat,
 
laat die gulzige wespen
 
hun geelgarstige hespen
 
en hun krankhoofdig nat!
 
 
 
...
 
 
 
10 De velden en de stoepen
 
met wijven zijn bezeid.
[pagina 38]
[p. 38]
 
Waarheen, waarheen? zij roepen;
 
Naar Haarlem, gilt 'n meid,
 
met zoveel vrolijkheid.
 
Maar als zij wederkomen,
 
is haar de vreugd benomen:
 
't Alleluja is geleid.
 
 
 
11 Onder zo menig honderd
 
was nauw een deeg'lijk man.
 
Ik was blijd en verwonderd,
 
dat wij er zo raakten van.
 
Kwaamt gij op een Sint Jan,
 
zandridders, ons bezoeken,
 
gij zoudt in onze kloeken
 
u wel verdwalen dan.
 
 
 
12 Gij Prinsen en gij heren,
 
of nieuwsgierige liên,
 
gij moogt wel wederkeren,
 
want hier is niets te zien.
 
Of lust 't u misschien
 
de wagens eens te tellen
 
of die voerlui te kwellen?
 
Dat wil ik niet verbiên.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken