Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen (1770)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
Afbeelding van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingenToon afbeelding van titelpagina van Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.03 MB)

ebook (6.20 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

(1770)–Johan Pieter Broeckhoff–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 65]
[p. 65]

Het huwelyk.



illustratie

Het Houwelyk (is) eerlyk onder allen, ende het bedde onbevlekt. —
Hebr. XIII. 4.
 
Dees Jongling wyt ons d'aart van 't eerbaar Huwelyk aan,
 
Het torst het Liefdejuk met saamveréénde krachten,
 
Zyn Appel leert ons dat het Vrugten kan verwachten,
 
Zyn Beenen zyn geboeid, en myden de ydle pâan,
 
Waarin verleiding poogt de kuische Trouw te ontrusten:
 
Het treedt op d' Adder, en verplet de onreine lusten.
Gelukkig Paar, dat zo gelyk van Wil als één van Lichaam is! Wie dat geluk getroffen heeft, heeft een' Hemel, op de Aarde gevonden.
Johan De Brune
[pagina 66]
[p. 66]
 
'K Zal van reine Liefde Zingen,
 
'k Roem het Wettig Echtverbond
 
Wykt, verdwaalde Waereldingen!
 
Die uw Vreugd in Wellust vondt.
 
Kon de Onkuischheid u verleien?
 
Volgt gy haar op 't Zondig spoor?
 
Dat u dartle Dichters vleien!
 
'k Zing alleen voor 't Kuisch gehoor,
 
'k Poog geen wufte Min te streelen,
 
'k Wy' de Tugt myn dichttafreelen.
 
 
 
Huwelyksmin, Vriendin der Deugd,
 
Band der Eendragt, Rustbereidster,
 
Voedster van eerbre Vreugd
 
Aardbevolkster, Stamverbreidster
 
Ontugthaaster, zuiver Beeld,
 
Troosteresse in 't moeilyk leven,
 
Vrugt in 't Paradys geteeld,
 
Eêl geschenk van God gegeeven,
 
Schets van Goël en zyn Kerk:
 
Dat uw heil myn' Zanglust sterk'.
[pagina 67]
[p. 67]
 
Durft de Onweetendheid u wraaken?
 
Schuwt de Wantrouw uw gebied?
 
Kunt gy Wulpschaart niet vermaaken,
 
Wyl hy tugt en orde vliedt?
 
Gy dog steunt op zuivre gronden,
 
De Almagt heeft u ingesteld
 
Eer de Mensch, door 't gift der Zonden,
 
Uit zyn rust was neêrgeveld:
 
Eer de Aartsmoeder wierd bestreden,
 
Door de Slang, in 't Zalig Eden.
 
 
 
Schoon 't verbreeken van Gods Wet
 
Ontugt, Weelde en Wellust baarde,
 
En al 't Menschdom wierd besmet:
 
Echter bleef uw staat in waarde.
 
't Volk, dat, door Geloof en Recht,
 
Zig met Jezus mogt verbinden,
 
Kan in u, ô heilryke Echt!
 
Onbevlekt genoegen vinden:
 
Dat nooit Wulpschaart, in den Schoot
 
Van verboden lust, genoot.
[pagina 68]
[p. 68]
 
Dartle Min doe de Echtaltaaren,
 
Rooken van onreinen gloed;
 
Als zy, door een heilloos paaren,
 
Vaak de zwaarste rampen broedt:
 
Deugdbeminnars, in wier Zielen
 
't Vuur der waare Godvrugt brandt,
 
Kunnen, als zy nederknielen,
 
Voor de Aartsgoedheid, van haar hand
 
(Die hen leidde op Liefdewegen)
 
Wachten d'allerryksten Zegen.
 
 
 
's Hoogsten eer, een zuivre zugt
 
Om het heilryk uit te breiden,
 
Hunne tedre Huwelyksvrugt
 
Tot Gods Tempel op te leiden,
 
En, met éénsgezind gemoed,
 
Voor Gods aangezigt te leeven,
 
Meer naar 't eeuwigduurend goed,
 
Dan naar aardschen schat, te streeven:
 
Is het doel van hunne Trouw
 
En de Zuil van 't Echtgebouw.
[pagina 69]
[p. 69]
 
In het huis dier Lotgenooten
 
Voert de Liefde 't Hoofdgebied,
 
't Wordt voor Haat en Twist gesloten,
 
Trotsche Heerschzugt heerscht 'er niet,
 
Lachende Eendragt kroont hun wooning,
 
Vriendlykheid siert woord en daad,
 
En een feil vindt ligt verschooning,
 
Daar men poogt, met troost en raad,
 
Trouw elkandren te onderschraagen,
 
En veréénd den last te draagen.
 
 
 
Lacht hun milde Voorspoed aan,
 
Mag hun handel zig vermeêren,
 
Zyn hunne Akkers welgelaan;
 
't Noopt hun, om de Godheid te eeren,
 
Dankbaarheid stiert mond en hart.
 
En schoon tegenheden drukken,
 
Nogtans kunnenze in de smart,
 
Nedrig voor Gods schikking bukken.
 
't Stoort hun stil genoegen niet,
 
Als hun 't aarsch geluk ontvliedt.
[pagina 70]
[p. 70]
 
't Liefdevuur zal zuiver blaaken,
 
't Voorwerp van hun Huwlyksmin
 
Kan alleen hun hart vermaaken.
 
En hun deugdzaam Huisgezin
 
Blyft voor de ydelheid beveiligd;
 
Door geen weelde of pracht bestierd;
 
Is het God ten dienst geheiligd:
 
En, door Nedrigheid versiert,
 
Zal 't, in 't spoor der Kristenzeden,
 
Anderen ten voorbeeld treeden.
 
 
 
Schoon dit welveréénigd Paar
 
't Liefst zyn' God dient in 't verborgen:
 
En hem op het Hartaltaar
 
Offert, in den vroegen orgen:
 
Of hem 't Avondoffer wydt,
 
In het stil vertrek besloten;
 
Toont het echter zig verblyd,
 
Als het met zyn huisgenooten,
 
Los van aardsche moeilykheên,
 
Mag naar 's Heeren wooning treên
[pagina 71]
[p. 71]
 
Dog de dienst aan 's Hemels wetten
 
Zal het (schoon van 't zwaarst gewigt)
 
In geen nodig werk beletten,
 
Daar het aardsche toe verpligt;
 
Neen! 't gemoed dier Echtelingen
 
Voedt geen traagheid; 't eert ook God,
 
En verwacht zyn Zegeningen,
 
Als zy, werkzaam in hun lot,
 
't Huis voor drukkend onheil hoeden,
 
En het van hun' arbeid voeden.
 
 
 
Zo Godvrugtig, éénsgezind,
 
Zo geduldig in bezwaaren,
 
Zo gezegend, zo bemind,
 
Slyt dit Paar zyn Huwlyksjaaren.
 
Breekt de Dood dien vasten knoop
 
Dit verwekt een droevig treuren:
 
Dog een welgegronde Hoop
 
Leert het straks het hoofd opbeuren
 
Wyl het God, na 's Lichaams val,
 
Weer volmaakt vereenen zal.
[pagina 72]
[p. 72]
 
Wie durft dan het Huwlyk doemen?
 
Wie bestaat dees Levenswys
 
Nog een Slaaverny te noemen?
 
Daar zy eer een Paradys
 
Opent voor de Deugdbetrachters,
 
Strekt een vreugd voor lyf en geest;
 
Zwygt verwaatene Echtverachters!
 
Daar de Heilzon op haar Feest,
 
Zelfs haare eerste wonderstraalen
 
Schoot, in Kanaas Bruiloft-Zaalen.
 
 
 
De Echt, waar op Gods Zegen rust,
 
Leenigt onze druk en smarten,
 
Temt de drift, baart reinen lust,
 
En leert saamverbonden Harten
 
Wandelen naar 's Hoogsten Wet.
 
Zacharias heilig Leven
 
Met zyn Vroome Elizabeth,
 
Kan ons 't heerlykst voorbeeld geeven
 
Van een' Echt, die God' behaagt,
 
En zyn' ryken Zegen draagt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken