Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
Afbeelding van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

(1946)–Johan Brouwer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Tweede les
Het zelfstandig naamwoord

el perro los perros
el hombre los hombres
el cafés los cafés
el cristal los cristales
el buey los bueyes
la casa las casas
el ave las aves
la mujer las mujeres
la ley las leyes

Door de voornoemde voorbeelden ziet men, dat de meervoudsvorming van de zelfstandige naamwoorden (los sustantivos) geschiedt door toevoeging van s bij woorden welke op een klinker eindigen en door toevoeging van es bij woorden welke op een medeklinker eindigen. Enkele, weinig voorkomende, woorden met een beklemtoonde klinker aan het eind (alelí violier, tisú brocaat, e.a.) hebben insgelijks - es: alelíes.

el pez de vis, los peces la voz de stem, las voces
el joven de jongeman, los jóvenes la posición de plaats, positie, las posiciones

In de woorden welke op -z eindigen wordt het letterteken in het meervoud veranderd in c. De uitspraak blijft gelijk. Zie het overzicht over de uitspraak in de inleiding. De klemtoon blijft ongewijzigd (joven, jóvenes), het accentteken wordt weggelaten of aangebracht al naar gelang de regels der orthographie zulks vereisen. Voor deze regels zie insgelijks de inleiding. In slechts heel weinige woorden verspringt de klemtoon, en wel in el carácter, los caracteres; el régimen, los regímenes; el espécimen, los especímenes.

la éxtasis, las éxtasis de verrukking, de extase
la crisis, las crisis de crisis
el lunes los lunes de Maandag
el fénix, los fénix de phoenix

De woorden die op -s of -x eindigen, en de klemtoon niet op de laatste lettergreep hebben, blijven in het meervoud onveranderd

 

Een eigenaardigheid van de Spaanse taal is de bijkomende betekenis van het meervoud van woorden als padre, rey, conde, en dergelijke.

[pagina 6]
[p. 6]

los padres de ouders
los reyes de koning en de koningin
lot condes de N. de graaf en de gravin van N.
los señores de González de heer en mevrouw G.

Zoals in vele andere talen zijn er ook in het Spaans woorden die slechts in de meervoudsvorm voorkomen. Bijv.:

las gafas de bril
las tijeras de schaar
las tinieblas de duisternis
los funerales de begrafenis

Woordenlijst

el chico de knaap, de de jongen
el periódico de krant
el baúl de hutkoffer
el cambista de geldwisselaar
el dinero het geld
el banquero de bankier
el clima het klimaat
el mundó de wereld
el refrán het spreekwoord
el mapa de (land)kaart
el encerado } het schoolbord
el pizarrón } het schoolbord
el balcón het balkon
el edificio het gebouw
el lápiz het potlood
el verano de zomer
el otoño de herfst
el invierno de winter
el infierno de hel
el servidor de dienaar
el objeto het voorwerp
el nogal de noteboom
el dedo de vinger
el conejo het konijn
el león de leeuw
el ojo het oog
el trabajo het werk, de arbeid
el oso de beer
la voz de stem
la calle de straat
la dehesa de weide
la revelación de openbaring
la plata het zilver
la escuela de school
la fachada de gevel
la pared de wand, de muur
la nuez de (wal)noot
la vida het leven
la nariz de neus
la vista het gezicht (het zien)
la cara het gezicht (het gelaat)
la cáscara de bast, de schil
la clase de klas(se), de soort
la planta de plant, voetzool
la raíz de wortel
la rama de tak
la fuerza de kracht
la primavera de lente
la estación het station, het jaargetijde
la reina de koningin
agudo scherp, schel
el este het Oosten
oval ovaal
tres drie
cuatro vier
nueve negen
hay er is, er zijn
según volgens
sobre op
por door
para voor, ten behoeve van
el sur het Zuiden

[pagina 7]
[p. 7]

el oeste het Westen
el norte het Noorden
mucho veel
la mano de hand
el mes de maand
angustioso smartelijk
severo streng
el río de rivier
el pie de voet
y (voor woorden beginnen e) die met i of hí en
o (voor woorden beginnen u) die met o of ho of

Woordgeslacht

el padre de vader la madre de moeder
el hermano de broer la hermana de zuster
el amigo de vriend la amiga de vriendin
el sol de zon la ciudad de stad
el señor de heer la señora de mevrouw
el joven de jongeman la joven het jongemeisje
el cliente de klant la clienta de vrouwl. klant

In het Spaans zijn manlijk de namen van manlijke wezens. Het vrouwelijk wordt voor namen van vrouwelijke wezens meestal aangeduid door de uitgang -a, in andere gevallen alleen door het lidwoord. Soms bestaat er voor het vrouwelijk een afzonderlijk woord of een bijzondere uitgang. De woorden op -o, vele op -e, -l, -r, -s zijn manlijk. Die op -a en -ión, -sión, -zón zijn merendeels vrouwelijk. Zie verder les IV.

Oefening 2 A

Las voces de los chicos que juegan (= spelen) en la calle son agudas. El viajante tiene (= heeft) un baúl y varias maletas. En Madrid hay muchos cafés. Los cambistas cambian (= wisselen) dinero. El jefe del banco lleva (= voert) correspondencia con varios banquèros. Madrid tiene nueve meses de invierno y tres meses de infierno, según un refrán. Las leyes son severas. El mundo pasa (= gaat) por crisis angustiosas. Los bueyes pastan (= grazen) en la dehesa. Las formas de las narices son diversas. El agua es necesaria para la vida de las plantas. El sol es el rey de la luz. Los banqueros son los reyes del mundo. Los hombres hacen (= maken) las leyes. Las raíces de las plantas y de los árboles. Aquí (= hier) hay tres lápices. Las gafas del joven. El carácter es la revelación del hombre en la vida. En invierno los rayos del sol no tienen tanta (= zoveel) fuerza como (= als) en las otras (= andere) estaciones del año. La cáscara de las nueces ennegrece (maakt zwart) los dedos. La madera de las hayas y de los nogales es buena para (= voor) la construcción de muchos objetos. Los caballos son buenos servidores de los hombres. Los lápices y las plumas son de los niños de la escuela. Los leones son animales. La chica

[pagina 8]
[p. 8]

da las tijeras a la maestra. En los ríos hay varias clases de peces. Los osos marchan (= lopen) sobre las plantas de los pies. Las estaciones del año son, la primavera etc.

Oefening 2 B

De stammen van de beukebomen zijn recht en de bladeren zijn ovaal. In de scholen zijn (= hay) landkaarten, schoolborden, potloden en pennen. De leeuwen zijn dieren. Het kantoor heeft (= tiene) een gevel op (= a) het Zuiden en op het Westen. De walnoten zijn vruchten van de noteboom. De jongemeisjes. De jongemannen. De neus is het sieraad (= el adorno) van het gelaat, volgens een spreekwoord. De straten van de stad zijn in de winter slecht. De bomen hebben (= tienen) takken en wortels. Het vlees (= la carne) van de konijnen en de hazen is goed. De vriendinnen van de jongemeisjes. De vrienden van den heer N. De moeder en de zusters van mevrouw (= la señora de) N. De stem van den jongen is schel. De hand van de vrouw van den dokter is blank. De dochters van den burgemeester zijn onderwijzeres(sen). De ogen van de adelaars. De posities van de zoons van den onderwijzer zijn goed. De wet. De wetten. De karakters. Spreekwoorden. De crisis. Vissen. De ruiten van de café's. Vrouwen. De dienaren van den koning. Het jaar heeft vier jaargetijden.

Samenvatting van de les

los perros de los médicos
los cristales de los cafés
las casas de las ciudades
la posición del joven
las posiciones de los jóvenes
la nuez, las nueces
la ley, las leyes
las tinieblas de la noche

los señores de N., de heer en mevrouw N.
la señora de N., mevrouw N.
el señor N., de heer N.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken