Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
Afbeelding van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

(1946)–Johan Brouwer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

Vierde les
Het woordgeslacht

In het Spaans zijn manlijk (masculino) de namen van manlijke wezens, van bergen, rivieren, winden, windstreken, maanden, de dagen van de week, de namen van de getallen en van de muzieknoten. Manlijk zijn ook de woorden die uitgaan. op -o, behalve la mano de handGa naar voetnoot1), die op -e, -i, -u, -j, -l, -r, -s, -t, met een groot aanal uitzonderingen welke men door het gebruik moet leren. Vrouwelijk (feminino) zijn de namen van vrouwelijke wezens en de namen van de letters. Vrouwelijk zijn vele woorden welke uitgaan op -a, behalve de aan het Grieks ontleende geleerde woorden zoals el programa, el problema e.a., die welke ml. beroepen aanduiden zoals el cura de pastoor, el guía de gids, en enige andere, bijv. el día de dag, el tranvía de tram. De woorden die eindigen op -ión, -sión, en -zón (uitgezonderd el corazón het hart, el buzón de brievenbus) en vele op -dad. Men gewenne zich er aan steeds een woord met zijn lidwoord te leren.

Sommige zelfst. nmwr. hebben voor het vrouwelijk een afzonderlijke uitgang, bijv. -a, zoals cliente, clienta; huésped gastheer, pensionhouder, gast, vr. huéspeda, empleado, empleada beambte. Andere hebben voor het vrouwelijk een geheel eigen vorm. Bijv.:

el conde de graaf, vr. la condesa
el príncipe de prins, de vorst, vr. la princesa
el poeta de dichter, vr. la poetisa
el rey de koning, vr. la reina

Een aantal woorden is naar gelang van betekenis manlijk of vrouwelijk. Bijv.:

el guía de gids (man) la guía de gids (boekje)
el capital het kapitaal la capital de hoofdstad
el cura de pastoor la cura de genezing, behandeling
el frente het front la frente het voorhoofd
el orden de orde, de regeling, de rangorde la orden het bevel, de geestelijke orde, de bestelling
el espada de stierenvechter la espada het zwaard, de degen.

[pagina 15]
[p. 15]

Het woord arte kunst is in het enkelvoud meestal manlijk, el arte moderno, in het meervoud altijd vrouwelijk, las artes plásticas. Mar zee, is als aardrijkskundige benaming manlijk. Dichterlijk en overdrachtelijk gebruikt is mar vrouwelijk, ook in vele vaststaande zegswijzen en samenstellingen als altamar, pleamar vloed, bajamar eb, hacerse a la mar zee kiezen.

 

Bij een aantal woorden, die personen aanduiden, geeft slechts het lidwoord het geslacht aan, bijv.

el, la compatriota de landgenoot(e)
el, la cómplice de medeplichtige
el, la testigo de getuige
el, la reo de schuldige
el, la mártir de martelaar, martelares
el, la ciclista de fietser

Voor sommige dieren zijn er twee namen al naar gelang van het geslacht, bijv. el gallo de haan, la gallina de kip. Voor andere is er slechts één benaming, bijv. la rana de kikvors, el buitre de gier. Wil men duidelijk doen uitkomen of men het mannetje of het wijfje bedoelt dan voegt men macho mannetje, hembra wijfje, aan het woord toe, bijv. la liebre macho de mannetjeshaas, el buitre hembra de wijfjesgier.

Woordenlijst

la esquina de hoek (v.e. straat)
el medio de transporte het vervoermiddel
la tienda de winkel
el nombre de naam, de voornaam
el conocimiento de kennis (van iets)
la semana de week
el género het geslacht
el idioma de taal
la comida het maal, de maaltijd
el plato de schotel, het gerecht
la condición de voorwaarde
el centra het middelpunt
la declamatión de declamatie,
  het voordragen
el ramo de tak
el estilo de stijl
la preparatión de voorbereiding
la tontería de dwaasheid
la ciencia de wetenschap
el clima het klimaat
el tema het thema, het onderwerp
el mármol het marmer
la conversatión het gesprek
el cambio de verandering
el placer het genoegen
el daño de schade
la salud de gezondheid
el pueblo de plaats, het dorp, het volk
la nube de wolk
fugaz vluchtig
masculino manlijk
feminino vrouwelijk
especial bijzonder
abundante overvloedig
delitioso heerlijk

[pagina 16]
[p. 16]

hábil handig, behendig
fácil gemakkelijk
lánguido kwijnend, langdradig
complicado ingewikkeld
defectuoso gebrekkig
brusco ruw, plotseling
grave ernstig
débil zwak
sucio vuil
muchas veces dikwijls
barato goedkoop
necesario noodzakelijk
cada (onveranderlijk) ieder
la miel de honing
la hiel de gal
la situación de omstandigheid,
  de situatie
el, la dote de bruidsschat (mv. de gaven)
el alcalde de burgemeester
la alcaldesa de vrouw van den burgemeester
la influencia de invloed
la nación de natie
la alfombra het tapijt
el siglo de oro de gouden eeuw
el estado de staat
la imagen het beeld
la diferencia het verschil
el sueño de slaap, de droom
el país het land
la literatura de literatuur
la libertad de vrijheid
la tranquilidad de rust
la poblatión de bevolking
la pensión het kosthuis
la lección de les
la falta het gemis, de fout
la excepción de uitzondering
el hotel het hotel
el escritorio de schrijftafel
la puerta de entrada de huisdeur
el valor de waarde
la cantidad de hoeveelheid
la razón de rede
el ejemplo het voorbeeld
el huevo het ei
la virgen de maagd
el museo het museum
el don de gave
la guerra civil de burgeroorlog
el coche blindado de gepantserde auto
la traductión de vertaling
el verso het vers
el poema het gedicht
la altura de hoogte
a consecuencia de tengevolge van
la paciencia het geduld
la aplicatión de ijver, toewijding
dos twee
cerca de dicht bij
derecho rechts
izquierdo links
¿porqué? waarom?Ga naar voetnoot1)
porque omdat, want
por ejemplo bijvoorbeeld
frito gebakken
cocido gekookt
coma quiera hoe ook, zoals u maar wilt
excelente uitstekend
extranjero buitenlands
espacioso ruim
la obra het werk
la cosa de zaak
el cuaderno het schrift
la ventana het raam, het venster
la mesa de tafel
rico rijk
había er was, er waren
el escritor de schrijver
tenia libros hij, zij had boeken
la provincia de provincie
el buzón de brievenbus
dijo hij, zij zeide
el acusado de aangeklaagde
el sastre de kleermaker
estrecho smal
engañoso bedrieglijk
también ook
¿verdad? niet waar?
la muerte de dood
Dios God

[pagina 17]
[p. 17]

único enig
ardiente brandend
puro zuiver, rein
subido hoog (van rekening bijv.)
en relación con in verhouding tot
económico economisch
tímido schuchter, verlegen
fuerte krachtig
sin zonder
la cuenta de rekening
la regla de regel
yo ik
tú jij
el, ella hij, zij
usted u
nosotros wij
vosotros gijlieden, jullie
ellos, ellas zij
ustedes ulieden
(usted wordt als derde persoon gebruikt, vgl. ons u heeft); voor gebruik der pers. vrnw. zie les XIII.

Oefening 4 A

En la esquina de la calle hay una tienda. Los nombres de los días de la semana son masculinos, domingo, lunes, martes, miércoles, jueves, viernes, sábado. Las ciudades de España tienen un carácter especial. Las comidas españolas son abundantes, algunos (= enkele, sommige) platos son deliciosos. El corazón es el centro de la vida, dijo (= zeide) el joven poeta. La joven poetisa era (= was) muy (= zeer) hábil en el arte de la declamación. La lectura de esta (= dit) obra no es fácil, el estilo es lánguido y complicado. Los guías en España tienen una preparación defectuosa, muchas veces dicen (= zeggen) tonterías. Es mejor comprar (= het is beter te kopen) una guía de las ciudades que se visita (= die men bezoekt). El clima español es muy bueno, pero el tema de las conversaciones españolas muchas veces versa (= gaat over) los bruscos cambios de la temperatura con sus graves daños para la salud. El cura de este (= dit) pueblo es hermano de la alcaldesa. España es una nación débil. En el siglo de oro fué (= was het) un estado fuerte, pero nunca (= nooit) fué una nación fuerte. Hay que notar (= men moet opmerken) la diferencia de las dos cosas. España es un país rico, necesita (= het heeft nodig) buena administración, justicia, libertad y tranquilidad. Sin estas condiciones la población quedará (= zal blijven) pobre. ¿Cómo (= hoe) son las pensiones españolas? Buenas, pero hay excepciones. En Extremadura las pensiones y los hoteles muchas veces son malos y sucios. ¿Son caros? No, son baratos y la comida es buena. El escritorio está (= staat) cerca de la pared, a mano derecha (of: a la derecha) de la ventana. ¿Qué (= wat) esté a la izquierda de la puerta de entrada? El buzón. Sobre la mesa hay una gran cantidad de libros y cuadernos. ¿Comprende (= begrijpt) usted porqué los nombres de los ríos en España son masculinos? Si señor, la razón es que se sobreentiende (= men er in gedachten bijvoegt) el sustantivo ‘río’, por ejemplo, el (río) Tajo, el (río) Turia.

[pagina 18]
[p. 18]

Oefening 4 B

De waardin van het pension bracht (= trajo) gebakken eieren en zeide: ‘De eerste schotel van een Spaanse maaltijd is eieren, gebakken gekookt of hoe ook.’ De gids zeide, dat de hoofdstad van de provincie een mooi museum had van plastische kunsten. In de burgeroorlog waren er in enige (= algunas) steden gepantserde auto's. De vrouwelijke getuige was de medeplichtige van de aangeklaagde. De vertaling van de verzen van dezen (= este) Spaansen dichter is uitmuntend. In de Spaanse litteratuur zijn (= hay) invloeden van vele buitenlandse schrijvers. De levensomstandigheden van vele Spanjaarden zijn slecht tengevolge van het gemis aan orde en goede administratie. De rekening van den kleermaker is hoog. Hij is een bekwaam man maar duur. De vensters van het ruime vertrek waren smal in verhouding tot de hoogte. Ik wil (= quiero) een Perzisch tapijt. Dat niet (= ésa no), dat is een Belgisch tapijt. Het economische vraagstuk is een onderwerp van vele gesprekken. Veel geduld en grote ijver zijn de noodzakelijke voorwaarden voor goed werk. De kennis van enige talen is nodig voor iedere tak van wetenschap. De trams van Madrid zijn gebrekkige verkeersmiddelen. De sentimentele dichteres maakt (= hace) lange gedichten over de blanke sneeuw, het tedere hart, de blauwe hemel, de vluchtige wolken, de bedriegelijke genoegens van het leven, het koude marmer en de brandende zon. Ook over de honing en de gal van het leven, niet?, want deze (= estas) woorden rijmen (= riman) in het Spaans. Ja, en zij spreekt (= habla) over de zoete slaap, het beeld van de dood, de schuchtere maagd en het reine voorhoofd. De lectuur van deze verzen is een goede les voor de regels van het manlijk of vrouwelijk geslacht van de woorden, dat (eso) is hun (= su) enige waarde. De kunst is een gave van God, volgens een Hollandsen dichter.

voetnoot1)
Ook la seo de kathedraal, voornl. in Aragón gebruikelijk, en het dichterlijke la nao het schip.

voetnoot1)
In het Spaans plaatst men ook een vraagteken vooraan de vraagzin. Dit eerste vraagteken staat op z'n kop.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken