Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tirol (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tirol
Afbeelding van TirolToon afbeelding van titelpagina van Tirol

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.43 MB)

Scans (6.99 MB)

ebook (2.83 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Editeur

Ruth Wolf



Genre

proza

Subgenre

reisbeschrijving


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tirol

(1989)–Carry van Bruggen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De vele mensen

Ons tochtje naar Fulpmes is toch nog doorgegaan. Op het nippertje, morgen reizen we af. We hadden er een der laatste dagen voor bestemd, we moesten dan toch weer in Innsbruck terug zijn om de thuisreis te regelen.

Maar die laatste dagen waren de wolken niet van de lucht, dan zijn de gletsjers onzichtbaar, en naar Fulpmes gaat men om de gletsjers. Eerlijk gezegd, veel dichter dan op het nabije ‘Grünwalderhof’ zijn we ze toch niet genaderd, maar is zo'n bergspoorkringloop, met de voortdurende verrassingen van een immer wisselend verschiet, is het geen lust op zichzelf? Dan ook was er iets heel aantrekkelijks in om de kammen en toppen, die zo lang in onze horizon stonden dat we hun silhouetten aanzagen als bekende gezichten, eindelijk, vóór het scheiden, één keer van nabij te aanschouwen. En ik heb, aan mijn collectie rivieren - andere mensen zamelen in hun herinnering de toppen die ze beklommen, de steden waar ze vertoefden - de Stubai toegevoegd, ik heb die koude, kloeke gletsjerstroom met dubbel kruis gemerkt!

In trage bochten opwaarts wurmend, heeft ons het hijgende treintje nog een paar honderd meter boven Igls gevoerd, we hadden er al afscheid van genomen en konden het nu van verre nog eens begroeten - de ‘Gartenschank’ waar we onder dik-

[pagina 73]
[p. 73]

ke, dichtgeloverde kastanjes de hete vruchtenbeignets genoten na het lauwe vlees, leek in de nevelige wijdten tussen een krans van toppen te zweven - toen zijn we een eind langs de Stubai gaan wandelen, en een hele poos stonden we gebogen over de leuning van de lage, platte, houten brug en tuurden in het schuimend water en sloegen een ruige, bruine otter gade, die eenzaam van steen op steen, dan weer in en dan weer uit het water sprong, het leek zo zinloos en moest toch zijn zin wel hebben. En overal rondom ons was de lucht vervuld van het blij gerucht, het monter geklap der houtzagerijtjes en van de kleine smidsen, waartoe de mensen hier het nietigste stroompje dienstbaar maken en die voor de Stubai, zo jong en zo fris, een peuleschilletje zijn om in gang te houden.

En nu komen we over de brug het dorp weer in. De zon is plotseling doorgebroken en overal tintelen hangende drup- pels, lekkend vocht, de rivier heeft ineens een heel andere kleur. Een oude juffrouw zit op het bruinhouten balkonnetje van een witgekalkt huis achter rode geraniums te breien. Ze kijkt op, ze ziet ons lopen op de glimmende weg onderlangs haar huis, onze blikken raken elkaar, een enkele seconde en dan weer weg, voorgoed.

Gestadig volgt ons, het dorp in, het klappen van de houtzagerijtjes. We gaan een winkeltje binnen om een van die tere houten poppetjes te kopen, die zo licht als vlierpit, en zo fijntjes door zulke grove handen bearbeid zijn.

In het donkere holletje naast de toonbank waarop de mannetjes en vrouwtjes staan uitgestald, zit een jonge vrouw aan een naaimachine, ze groet, ze kijkt ons aan, ze blijft ons gadeslaan... en dan zijn we weer weg, voor altijd weg. Buiten bij de pomp is een klein meisje aan het knoeien met water en een fles-

[pagina 74]
[p. 74]

je en een doosje, zó verzonken als alleen kinderen kunnen zijn, wanneer ze zich onbespied denken, ze murmelt woordjes in zichzelf, ze murmelt, ze neuriet, in de aandacht van het spel houdt zij haar ogen neergeslagen. Plotseling slaat zij ze op, als uit verten komt haar blik naar ons toe, door de kolken van haar grote, donkere ogen, we gaan verder, en nu zullen we dat meisje nooit meer zien.

Ineens bespringt mij het besef van al die mensen, van overal al die mensen, in de kleine dorpen, in de grote steden, in de velden, in de huizen... overal mensen... overal allemaal dezelf- de mensen. En ik denk aan de immense Chinese steden, waar Henri Borel over schreef, de donkere, ommuurde vlakteste- den, die hij in de verte zag liggen uit de trein en zeker was nim- mer te zullen binnengaan, maar toch vol mensen wist, krioe- lend van menselijk leven, met zijn liefde en zijn haat en zijn be- geerte. Overal, overal dezelfde mensen, dezelfde begeerten, liefde, haat, in China, in Fulpmes, dezelfde levens van drijven en duwen en dwingen, van grijpen en haken en bemachtigen, blind, instinctief, zonder één ogenblik van bezinning, van ge- boorte tot dood.

Soms, als ik door een dorp ga, en ergens een kind zie staan met peinzende ogen in een lage, open deur, achter hem de schemer van het binnenhuis - tussen Sistrans en Lans stond een jongetje op een maanzaadakker, hij tuurde in de verte en liet zijn hand door de bollen glijden, dat het droge zaad als loof in herfstwind ritselde - dan ondervraag ik het in gedach- ten: zul jij het misschien zijn? Zul jij misschien boven het blin- de, instinctieve uit tot die bezinning komen, die soms tot kunstenaar of tot denker stempelt? Altijd wanneer ik in de le- vensgeschiedenissen van kunstenaars en denkers de naam van

[pagina 75]
[p. 75]

hun geboorte-dorpjes lees - dorpjes als Fulpmes en Sistrans - dan stel ik ze mij voor als kleine kinderen, morsend aan de pomp, spelend met de rest. Maar stonden ze soms even alleen, in een deur, tegen de schemer van het binnenhuis, of onder een boom, of op een akker waar maanzaadbollen in herfstwind ritselden, dan beving ze een voorgevoel... en ze vroegen het zich af, nog zonder woorden: wie ben ik?

's Avonds in het hotel lees ik een boek van Sinclair Lewis, de Amerikaan. Ik vind hem een groot auteur, ik durf hem tot de allereersten rekenen. Hoe ze krioelen, zijn boeken, van de mil- joenen, in de dorpen, in de steden, in de overvolle centra van het land, dat zichzelf 'God's country' noemt, krioelen, van overal dezelfde miljoenen, overal dezelfde blinde driften en in- stincten, hijgen en haken en grijpen, liefhebben, haten, bege- ren, door nieuwe miljoenen in het graf gedrongen, die weer om niets dan om dezelfde driften leven. En de man, die het weet, die het ziet, die het krioelen om zich voelt als een obses- sie, hij tussen de miljoenen zo goed als alleen, met nog een handvol over de rest van de wereld verstrooid, de weinigen, de enigen, die bij ogenblikken stilstaan en vragen: wie ben ik? En tot een antwoord de worsteling op zich nemen. Ik denk aan de eenzame otter in de schuimende stroom, hoe hij sprong van steen op steen, het water in, het water uit, al zijn aandacht gespannen op een doel, op een prooi, op een drift, een instinct, dat hij blindelings najaagt, van het uur van zijn geboorte tot het uur van zijn dood, juist als de mensen.

De hemel heeft zich gesloten, de wolken trekken samen, het is ineens veel koeler geworden, de avond kan ook niet ver meer zijn. Is daardoor misschien die plotselinge verandering? Of be- duidt het alleen dat het tijd voor mij wordt om weer naar huis en aan het werk te gaan?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken