Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Als ge niet.... dan! (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Als ge niet.... dan!
Afbeelding van Als ge niet.... dan!Toon afbeelding van titelpagina van Als ge niet.... dan!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

Scans (13.07 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Als ge niet.... dan!

(1917)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 95]
[p. 95]

Hoofdstuk XIII

Op den groenen rand van het beekje was de Elzasser in 't zonnetje blijven zitten. Hij was alleen. Z'n beenen deden zoomaar wat, ze slingerden langs de grasjes met hun uitgeschoten pluimen, en in z'n hoofd, z'n arme bleeke blonde hoofd met het zwarte stempeltje op den rechterslaap, ging niets om. Dat was te zien aan z'n lichaam, dat geen poging tot een houding had, aan de passieve krachtloosheid van z'n hals, die niets dee, aan z'n stille glanslooze oogen, ze keken nergens naar...

Ze keken nergens naar. - Maar toen kwam in hun gezichtskring een ongedurige zwarte stip te zweven, soms als een slingerding hangend bevestigd, dreigende nader of weer in veiliger afstand schietende weg.

Het was er weleens niet meer, dan merkten de oogen het niet; dan opeenen schoot het geval van terzijde weder aan, bleef zweven op één hoogte, boorde zich recht-aan in het midden van 't gezichtsveld naar voren, glipte dan nogeens voorbij, almaar tastend, als wilde 't iets, tergend ongedurig.

Het was een vlieg.

De geleerde echter wist niet dat het een vlieg was, en niemand was er in de nabijheid om het hem te zeggen. Het ding hinderde hem een beetje, iets was er toch dat hem hinderde, 't schemerde vaag in zijn brein, dat er iets hem hinderde, al kon hij niet vatten wàt; hij miste den schakel van oorzaak en gevolg.

Doch toen bleef het ding aanhouden, almaar

[pagina 96]
[p. 96]

naderbij zwevend, en nogeens snel weg, als om zich te doen missen - en viel plotseling met een felle vlucht aan, tot vlak voor het oog, waar het zich hangende vastbond, bezeten van den wil, de aandacht te trekken van den aandachtloozen man, - die maar met z'n beenen te schommelen zat boven de pluimpjes van het in zaad geschoten hooierige gras, overigens nauwelijks levende in de zijnde wereld.

En nu sloeg hij met de hand... een vage beweging. Een oogenblik was het dààr-zijn van het hinderlijke beest in zijn bewustzijn geweest.

Het liet zich hier niet weer uit verjagen. Door den slag verschrikt, was het snel omlaag gevallen, in den lichtkring van de zon, die een warm plekje aan 't maken was op de knie van den geleerde.

Op diens grijze, viltachtige soldatenbroek glansde een matzilveren lichtrondetje uit de boomen. Precies midden daarin was het vreemde ding komen vallen. Ook hier vol ongeduur, kroop het rond, telkens, de pooten gespalkt, poozende, - dan vorderend, met een gretig schokje, als had het, nieuwsgierig, ginder iets opgemerkt.

Toen de vage blik van den geleerde toevallig daar heendwaalde, zag hij 't ineens. Van een gouden bruin was het vliegenlijfje, daarover floersten de twee paren geaderde zilveren vleugeltjes, zóó doorzichtig, dat de gouden en groene geledinkjes en het snelle gekrieuw der zwarte hakige pootjes zichtbaar bleven tusschen de nerfjes van het vlies.

Nogmaals een onzekere afweerbeweging maakte de hand... het kleine dier rukte even omhoog...

[pagina 97]
[p. 97]

in dezelfde seconde weder neergestreken midden in den lichtkring op het grijze vilt. Daar voelde 't warm en lekker.

Nòg had het geen naam. Toch herkende de geleerde iets. Hij herkende het griezelige groengouden geledenlijfje, de vliezen vlerkjes, hij herkende het nerveus gebaartje, waarmede het beest de voorpootjes borstelend over de vergulde oogen streek.

Toen zakte hij in een duister peinzen weg, hoe het toch wel heeten kon, hoe in zijn eigen taal, hoe in alle talen die hij kende...

Onderwijl zag hij het kleine gedierte de achterpooten krachtig strijken over elkander, ze strengelden zich ineen, alsof ze niet meer loskomen zouden. Dan ineens stond het nog weer op zijn zes breed-uitgeschoorde stelten, stevig, als gekleefd tegen 't vilt, - gereed tot een energieke daad.

Tusschen z'n monsterlijke oogbollen, daalde uit zijn kop een haardun slurfje... het plantte zich op het warme gespannen laken van de knie... het boorde zich recht daarin met een kracht, die niet week.

- Hij gaat steken! lichtte het op in den geleerde. Tezelfdertijd wist hij: 't is een vlieg! een vlieg die gaat steken!

Door deze zekerheid bestuurd, klapte zijn hand kort en gretig op het zonneplekje neer, maar miste den vlieg, - die in een zijwaartschen ruk wegschoot, kringen trekkend om het hoofd van den vijand, in een gonzend pleizier ontkomen te zijn.

De man zat nu in gespannen aandacht. Zijn

[pagina 98]
[p. 98]

oogen volgden het onrustige beest overal waar het hing; het cirkelde op zingende zwingen door de zonnebundels, toefde - trillend op de vlerken - in een warme lichtschoof, zette een seconde zich te rusten op een varentip, en schoot ongedurig weder verder, dan capricieus naar benee in een wijden brani-zwaai over 't water, uit het gezicht en weer weerom, het nam nogeens de proef op de warm-doorstoofde knie, maar vond er geen behagen, dan glipte de stip schuin-uit naar een schoenpunt, en op de andere, die afhingen in het gras, en met vroolijke, onberekenbare sprongen danste het alleweeg door de leegte die boven 't water was, - een bronzen blinkend ding, glorend van goud en van groen, rondgezwaaid aan een onzichtbaar koord...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken