Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Koning Adam (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van Koning Adam
Afbeelding van Koning AdamToon afbeelding van titelpagina van Koning Adam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (7.63 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Koning Adam

(1921)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 22]
[p. 22]

VI

Adam was een jongeling en Eva eveneens had haar kindertijd voleindigd, maar zij telden de jaren niet.

Alleen in den keergang van dag en nacht ademde de tijd; zij merkten geen seizoenen, wijl heel het jaar alle gewassen te bloeien stonden, blad zetten en vruchten te rijpen droegen in de luwe zon.

Soms rilde er een wind door de gedorde bladeren, schuchter zochten zij de aarde, de kruinen stonden gekuischter in hun eeuwige groen, en soms deed de hemel een zachte ruischende regen omsproeien, om al het dorstige gras te verzadigen. Dat gebeurde wanneer de maan hoog stond, een zilveren bolle lamp in den kruin des hemels, of ook wanneer zij allengs kleiner en smaller werd, of zich schuw verborg, zoodat de sterren levender glansden; het gebeurde op den dag en in den nacht, telkemaal naar den toevalligen wil, die alle dingen dreef en bestuurde, en niemand had kunnen zeggen naar welken lust of luim de koelten kwamen om de boomen te schudden, of de regens om ze te laven.

't Was altoos wèlgedaan. Want gedurig stonden bladeren tot vertrek gereed naar den bodem, die hun dorre leelijkheid opnam en verborg, en aldoor reikten de kelken der bloemen, de bladoksels, de lange scheeden der rieten en grassen naar vocht. Dan was er ook vroolijkheid bij de slakken en wormen, het watertje rende wat harder en de nevels dampten voller uit het veld, dat de beesten, die drinken kwamen, met de enkele ruggen golfden erbovenuit, de snuivende olifanten, en

[pagina 23]
[p. 23]

de blaffende wolven, en al het gedierte dat was in de bosschen en in de velden, op de bergen en in de valleien.

Zoo vloeide de tijd tijdeloos over de menschen heen, gelijk hij gedaan had van hun ochtendschemering af. Zoomin als zij hun ademgangen telden, telden zij hun dagen en hun weken, of de keertij der manen, of wisten zij den duur tusschen druiven en weder druiven, appels en weder appels.

Het was nu 't seizoen dat de schapen lammeren wierpen, de zoete dierkens sprongen op vier steltjes tegelijk en kwamen tot moeder ooi om melk te zuigen uit haar borst. En de zware, waggelgangige zeug ging liggen en wierp meer jongen dan haar weelderig lichaam tepels had, zoodat de glundere biggetjes vochten en elkander beklauteren moesten om bij moeder aan beurt te komen. De kat, onrustig, beurde in de bek haar welpjes van de eene schuilplaats naar de andere, en de vogels kwetterden tegen elkander met booze bekken: de eiertjes lagen in het nest. In de kreek, waar het water afgevloeid was van den stroom, en een stil kommetje vulde, - daar leefde 't altoos overdadig van larven en allerhande onrijp gediert' - vierden de vorschen hun druk bezochte bruiloften, zij omarmden elkander zalig, vrijden met bolle oogen aan het troebel wateroppervlak en doken minnedronken onder om te doen gelijk de lust hun bevolen had.

Adam had de teekenen begrepen, een groot wonder ging in hem open. Daar scheurde het lichaam van het rund, een zuchtend lauw kalf viel dampende in de klaver. Wat kreet er in de lucht? De ooievaar klepperde van zijn hooge horst, daar was een kindje geboren. En overal zag Adam ouders bezig met donsjes en pluisjes

[pagina 24]
[p. 24]

voor het nest, met voedsel voor de kleinen. Elkeen had het haastig en zag naar den ander niet om; wat gewichtigs gebeurde, voor elk weer wat eigens, of de wereld uit niets anders meer bestond dan dat ééne kleine in elks eigen nest: diertjes van dons of van pluis, of van zachte kleverige vliezen, en allen bijeen waren ze de vruchtbaarheid der aarde, die heenging, heenging en zich vermenigvuldigde.

Ontroerd zag Adam den innigen moedertrek in Eva's gelaat, bespeurde hij het zwellen harer flanken, en dat zij zwaar werd en vaker rust noodig had. Hij gaf haar zijn teederheid zonder hiervan te spreken, een gewogen zorg voor haar leger en haar maal. En toen hij een dag het nuchter geluk speurde in hare oogen, het zwellen in een nameloos, vragenloos zalig moederschap, als het dragen eener taak te geweldig voor woorden, - toen zweeg hij van zijn weetgierigheid en beduchtheid voor het komende - koesterende bleef hij haar omgeven met zijn toegewijde zorgen. In den langen nacht, wanneer de slaap haar geen rust gaf, spiedde hij naar de sterren, en meende eenen samenhang te zien tusschen hun vaste eeuwigheid en 't geen hier benee te gebeuren stond.

Eva ontwaakte, pijnlijk glimlachte zij, zij zagen ontroerd het leven zich bewegen in haar lichaam.

Toen, in hun omhelzing, wisten zij. Hij voelde zich wassen: haar held, haar behoeder. Teederlijk zwoer hij zich, een verzorger te zijn voor het levende dat ging komen.

Eva, aan zijn hart, ried zijn geheimenis. Een wijde, oneindige liefde, overzwol hare ziel, zij nam als een kind haar grooten, zekeren man in de armen, dat verbaasd hij te raden zocht den zin harer beschermende koestering.

Aan haar zwellend hart zij voelde de wereld,

[pagina 25]
[p. 25]

moeder der moeders, uit oneindigheid geboren.

En voor het eerst was er een onoplosbaarheid tusschen hen.

Adam wist zich nietig en nederig. Maar hij gaf de illusie niet prijs, haar heer en beschermer te zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken