Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids Psalmen, Gedicht, aen d’eene zijde, door Petrum Dathenum; aen d’ander zijde, door J. De Brune (1650)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids Psalmen, Gedicht, aen d’eene zijde, door Petrum Dathenum; aen d’ander zijde, door J. De Brune
Afbeelding van Davids Psalmen, Gedicht, aen d’eene zijde, door Petrum Dathenum; aen d’ander zijde, door J. De BruneToon afbeelding van titelpagina van Davids Psalmen, Gedicht, aen d’eene zijde, door Petrum Dathenum; aen d’ander zijde, door J. De Brune

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

XML (0.98 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids Psalmen, Gedicht, aen d’eene zijde, door Petrum Dathenum; aen d’ander zijde, door J. De Brune

(1650)–Johan de Brune (de Oude), Petrus Datheen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Register aller Psalmen.

A.

AEnsiet, Heer, ’t recht van uwen knecht.xvij
Alle ghy knechten des Heeren.Cxxxiiij
Alle volck ghemeyn.xlvij
Als een hert gejaeght, O Heere.xlij
Als Godt Zyons ghevang’nen al.Cxxvj
Als ick met swaer kruys ben beladen.Cxx
Als ick roep, Heer, hoort mijn stem.Lxiiij
Als ick roep, verstaet mijn reden.Lxj
Als ick u bid, opent u ooren.iiij
Als ons de noodt overvalt krachtigh.xlvj
Als wy aen dat water tot Babel.Cxxxvij

B.

BEwaert my, Heer, weest doch.xvj
Bewaert, O Heer, mijn recht.xxvj

C.

COmt laet ons blijd’ zijn in den Heer.xcv

D.

DAncket den Heer, seer hoogh.Cxviij
Dancket Godt nu opentlick.Cxxxvj
Dancket Godt, want hy is vriendelick.Cvj
De Heer heeft ghesproken tot.Cx
Den lof end’ prijs gantsch over al.Cxj
Des boosdoenders wille seer quaet.xxxvj
De Dwaes die spreeckt in sijn herte seer.xiiij
De Dwaes die spreeckt in sijn herte seer.Liij
De aerd’ is onses Godts voorwaer.xxiiij
De Hemelen seer klaer.xix
De Heyd’nen zijn in u erfdeel ghevallen.Lxxix
Die in Godes bewaringh sterck.xcj
De Koningh sal seer zijn verheught.xxj
Die niet en gaet in der Godtloosen.I
Die op den Heere vast betrouwen.Cxxv
Doe Israel Egypten-landt verliet.Cxiiij
Doet ons bystant, ’t is meer dan.xij
[pagina 537]
[p. 537]

[De Brune]

E.

EEn Koningh is de Heer.xcvij
Een yeder moet tot desen tijden.Cv

G.

GEdenckt doch des Davids, O Heer.Cxxxij
Gelooft zy Godt mijn troost.Cxliiij
Ghelucksaligh is de mensche die leeft.Cxix
Ghy hebt my, Heer, gantschlick.Cxxxix
Ghy Herder Israels wilt hooren.Lxxx
Ghy Hemelsche creaturen.Cxlviij
Ghy Heydenen looft t’saem den.Cxvij
Ghy kind’ren die den Heer dient vry.Cxiij
Ghy menschen al, hoort end’ wilt doch.xlix
Ghy Princen end’ghy Heeren.xxix
Ghy Raets-Heeren, laet my doch.Lviij
Ghy zijt geweest ons toevlucht.xc
Ghy zijt, Heer, met u volck nu te.Lxxxv
Ghy volckeren des aerdtrijcks al.C
Godt die der Goden Heer is.L
Godt heeft sijn huys vast gegrondet.Lxxxvij
Godt is in de vyerschaer gheseten.Lxxxij
Godt is in Iudea seer wel bekent.Lxxvj
Godt is mijn licht, ’t welck my.xxvij
Godt is nochtans troost’lick end’.Lxxiij
Godt regeert, zijnde met eeren.xciij
Godt verhoort u ghebedt dat ghy.xx

H.

HEer, die my dus langh hebt.Lxxxviij
Heer, die ons hebt verstooten al.Lx
Heer, ick wil u uyt ’s herten grondt.ix
Het zijn heerlicke dinghen.xcij
Heer uw’ wonder-wercken verkoren.xliiij
Hoe komt dat ghy, Heer, wijckt van ons.x
Hoe komt dat ghy ons verstroyt.Lxxiiij
Hoe langh hebt ghy besloten, Heer.xiij
Hoe lieflick, O Heer, end’ hoe reyn.Lxxxiiij
Hoe seer dat mijn ziel is ghequelt.Lxij
Hoe veel is des volcks, Heer.iij

I.

ICk betrouw’op Godt met herten.xj
Ick bid u helpt my, O Godt goedertier.Lxix
Ick danck u Heer, uyt ’s herten gront.Cxxxviij
Ick heb den Heer lief, want hy heeft.Cxvj
[pagina 538]
[p. 538]

[Datheen]

Ick heb mijn stem opgheheven.Lxxvij
Ick roepe Godt met herten aen.Cxlij
Ick roep u Heer aen in noodt.Cxlj
Ick sal Godt mijnen Koningh prijsen.Cxlv
Ick sal u lieven end’ dienen.xviij
Ick sprack ick woude, zijnde wel.xxxix
Ick stel op u vast mijn betrouwen.xxxj
Ick wil, zijnde verblijdt.xxxiiij
In de heylighe Stadt voorwaer.xlviij

L.

LAet nu Godt ghepresen zijn.CL
Looft Godt, het zijn heerlicke.Cxlvij
Looft nu vry onses Godts Naem.Cxxxv

M.

MEn looft u Heer, met stemmen reyne.Lxv
Men mach nu wel seggen in Israel.Cxxiiij
Mijn Godt voedt my, als mijn Herder.xxiij
Mijn hert hef ick tot u, Heere.xxv
Mijn hert is, Heer, in groot eenvout.Cxxxj
Mijn hert is, O Heer, recht bereydt.Cviij
Mijn hert wil nu een seer schoon.xlv
Mijn hoop stel ick op u ghestadigh.Lxxj
Mijn ziele wilt den Heer met.Ciij

N.

NA dat ghy, Heer, my hebt bevrijdt.xxx
Na dat ick langhen tijdt hebbe.xl
Neemt mijn saeck aen, wreeckt.xliij
Niet ons, niet ons, maer u behoort.Cxv

O.

O Heer almachtigh helpt doch.Liiij
O Godt, geen Godt heb ick dan.Lxiij
O Godt, ghy die Godt zijt der wraken.xciiij
O Godt, op wien mijn hope staet.Lxx
O Heer, ghy zijt mijn sterckte krachtigh.xxviij
O Heer, ick ben van mijn vyanden.Lix
O Heer, mijn roem end’ eer ghepresen.Cix
O Heer, opent my uw’ ooren.Lxxxvj
O Heer, wilt mijn gebedt verhooren.Lv
O mijn Godt wilt my nu bevrijden.Cxl
O mijn volck wilt mijn leeringh nu.Lxxxviij
Onse Godt die is een Koningh.xcix
Onse Godt zy ons nu genadigh.Lxvij
Ontfermt u Heer, ontfermt u over.Lvij
[pagina 539]
[p. 539]

[De Brune]

Ontfermt u mijns die nu benauwt.Lvj
Ontfermt u over my arme sondaer.Lj
O onse Godt end’ Heer seer hoogh.viij
Op u hoop ick, Heer, t’allen tijden.vij

Q.

QVelt u daer met niet, soo ghy in.xxxvij

S.

SAligh is hy bevonden.Cxxviij
Seght ghy Tyran waer op ghy.Lij
Siet hoe fijn end’ lieflick is t’allen.Cxxxiij
Singht den Heere bly.Lxxxj
Singht den Heer in den gantschen.Lxvj
Singht een nieuw Liedt den Heere.xcvj
Soo Godt niet selfs dat huys.Cxxvij
Soo haest als ick hoore spreken.Cxxij
Staet op Heer, toont u onvertsaeght.Lxviij

T.

TOt den bergen hef ick op mijn.Cxxj
Tot u, Heer, mijn oogen hef ick.Cxxiij
Twist, Heer, met mijn twisters.xxxv

V.

VAn der jeught aen hebben sy.Cxxix
Van des Heeren goetheydt sal ick.Lxxxix
Van Godts goetheydt end’ oordeel.Cj
Verhoort, O God, mijn woorden.v

W.

WAerom raest dat volck met.ij
Waerom verlaet ghy my, mijn Godt.xxij
Weest nu verheught al ghy.xxxiij
Wel aen mijn ziel, ghy moet Godt.Ciiij
Wel hem die altijt is begeven.Cxij
Wel hem die recht oordeelt.xlj
Wel hem, dien sijn misdaet.xxxij
Wel op mijn ziel wilt nu prijsen.Cxlvj
Wie is ’t die sal woonen eenpaer.xv
Wilt doch niet langer swijgen.Lxxxiij
Wilt doch u gericht overgeven.Lxxij
Wilt een nieuw Liedt den Heere.Cxlix
Wilt Godt lof end’ eere geven.Cvij
Wilt in uwen toorn ghestadigh.xxxviij
Wilt my niet straffen Heere.vj
Wilt mijn gebedt, Heer, verhooren.Cij
Wilt mijn gebedt, O Heer, verhooren.Cxliij
[pagina 540]
[p. 540]

[Datheen]

Wilt onse Godt een nieuw Liedt.xcviij
Wt de diepten, O Heere.Cxxx
Wy dancken u Godt end’ Heer.Lxxv


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken