Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 29]
[p. 29]

Tijd, of Iaren.

DE wijsheyd werd allenghs vermeert, / Den eenen dagh den and'ren leert.
De dagh, die morghen rijzen magh, / Die vvert gheleert van dezen dagh.
Den dagh van heden, die nu licht, / Gheeft morghen noch zijn leer en licht.
Heden beurt ons menighfout, / Dat ons morghen bezich hout.
Den ouderdom, die maect ons wijs, / Terwijl hy ons maeckt kael en grijs.
De jaeren leeren, En vvijsheyd meeren.
Ander jaren, ander zeden, / Anders morghen, anders heden.
Het aenghezicht, Verraet ons licht.
Uw wezen, en uw heel ghelaet, / Zeght, hoe het met uw jaeren staet.
De tijd heeft vleughels, / Maer toom, noch teughels.
De tijd, die altijds rijdt te post, / Is niet ghebonden aen een post.
In weynigh tijd, De huyre glijdt.
Den eenen dagh, naer alle blijck, / En is den ander niet ghelijck.
. . . vroegh op te staen, / En doet niet eer de zon op-gaen.
Vroegh op te staen, eer datmen plach, / En maect daerom geen vroegher dagh.
[pagina 30]
[p. 30]
Wat zijn zal, schict zijn zelven wel.
Mijn oegst die staet noch in zijn kruyd.
Het is noch vroegh, en ver van huys.
'Ten is (of dit, of dat gheschiet,) / Noch aller daghen avond niet.
Men meet den dagh van d'onder-gangh, / Hoe goet, hoe quaed, hoe cort, hoe langh.
Dagh en tijd, Droefheyt slijt.
't Kan zomtijds in een huyr gheschien, / Dat honderd jaer niet zouden zien.
Heden is men hoogh ghe-eert, / Morghen dickwils onder d'eerd'.
Heden hoogh in eer verheven, / Morghen leegh ter neer ghedreven.
Heden is men groen en fris, / Morghen onder d'aerd' men is.
Hoe wel men niet en hoort den haen, / De dagh zal echter commen aen.
Dat de morghen niet en kom, / Als met brood, of meel of blom.
't En is niet altijds goed saysoen, / De wolle van het schaep te doen.
Of wel de hane niet en zinght, / De dagh en morghen-stond ontspringht.
Die daer een winter-dagh passeert, / Een groote vyand heeft gevveert.
Een rijpe peer heeft dat ghebreck, / Zy valt zeer gheeren inden dreck.
De dagh, wanneer-men rekent 't saem, / Is tot betalen niet bequaem.
[pagina 31]
[p. 31]
't En helpt gheloopen of gheronnen, / Maer 't hangh al aen 't van passe kommen.
December was een maend wel eer, / Maer nu ist wel een maend of meer.
Van groote zaecken van belanck, / Niet beter als de tijd wat lanck.
Van morghen, morghen, altijds aen, / Men ziet den tijd zeer verre gaen.
't Komt op een huyr wel al te gaer, / Dat niet ghebeurt in zeven jaer.
Eerst comt, eerst maelt, Eerst comt, eerst daelt.
Eerst van tijd, is eerst van recht, / Zoo de Keysers wet ons seght.
Niet dat niet slijt, By langh van tijd.
Wat anders 's winters wert ghedaen, / Wat anders slaetmen s'zomers aen.
Elck zich streck, Naer zijn deck.
Het is hoogh tijd, te roepen brand, / Als 't huys van ons ghebuyre brandt.
Neemt tijd, ter wijl ghy hebt den tijd, / Eer dat hy u gheheel ont-glijt.
't Ghety, wanneer daer is de tijd, / Gheen uytstel, of vertoef en lijdt.
Verloren tijd, die ismen quyt.
De tijd is trots, en niet en wacht, / Hoe groot oock yemand zy van macht.
Doet op u hoy, en daer toe pijnt, / Terwijlen dat de zonne schijnt.
Een goede zaeck wel quaed ghedijt, / Als zy ghezeght wert, buyten tijd.
[pagina 32]
[p. 32]
Den herft verdrijft het zomer weer, / Maer 't ander jaer brenght zomer weer.
Te winter by het goede vier, / Te zomer, by de wijn of bier.
By 't vier, als m'is van koude blaeu; / Alst warm of heet is in de schaeuw.
Zit by het vier, by winter tijd, / Des zomers in de schaduw zijt.
De mid-dagh tijd, Gheen steur en lijdt.
Een rijpe peer, valt haest ter neer.
Al drinckend' gaet den tijd voor-by, / En metter tijd verslijten wy.
De dagh, die volght, met zijn beslagh, / Is meester der voor-leden dagh.
De eene dagh naer d'ander rijst; / Maer elck zijn on-ghelijckheyd wijst.
's Morghens berghen, 's avonds beken: / Naer de noen, met Heeren spreken.
De bruynste morghen, die men zagh, / Die geeft de schoonst en claersten dagh.
Bruyne morghen, schoonen dagh; / Klaere morghen, vuylen dagh.
Terwijl het vvater loopt en dringht, / Zoo moet men malen datmer bringht.
Weest by uw graen, terwijl m' het maelt, / Op dat 't een ander niet en haelt.
De tijd brenght roozen, niet het hout: / De tijd maect alle droef heyd oud.
De tijd draeght groot en kleen in 't graf; / De tijd vaeght alle droefheyd af.
[pagina 33]
[p. 33]
Leert vast den hoogh' en leeghen zangh, / En zoo de tijd speelt, neemt u gangh.
Den hooghen zangh en leeghen leert, / En zoo de tijd speelt, danst en keert.
Dat zal vverden fraey en goed, / Moet eerst hebben tijd en moet.
De tijd brenght, op het lest in 't licht, / Al watter onder d'aerde licht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken