Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'n Leeuw van Vlaanderen (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'n Leeuw van Vlaanderen
Afbeelding van 'n Leeuw van VlaanderenToon afbeelding van titelpagina van 'n Leeuw van Vlaanderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'n Leeuw van Vlaanderen

(1900)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIV.

Robert had in zich die natuurlijke sterkte, of die zwakheid, zooals velen zouden denken, tegen zijn domineerende gevoelens niet op te kunnen. In alle gewichtige omstandigheden uitte zich zijn aard met de kracht eener spontane, instinctieve opbruising, die telkens scherper en taaier werd, naarmate hij er sterker poogde tegen in te gaan.

Hij had vooraf het intuïtief gevoel gehad dat hij te Brussel nooit zou kunnen aarden, dat hij er diep ongelukkig zou worden. Hij was er nog geen acht

[pagina 165]
[p. 165]

dagen gevestigd, toen het verwachte lijden reeds met al zijn zwaarte op hem drukte.

Veel minder nog dan in 't milieu van 't kasteel Onderdaele, voelde hij zich thuis in de slechts met een zeer oppervlakkig vernis van superioriteit getinte, in den grond erg onbeduidende en futiele omgeving, waarin de Desgenêts te Brussel leefden. Hij had het benauwd in die te zwaar en te rijk gestoffeerde, ongezond-warme salons, waar typische snobs en fatten onwetend over politiek meepraatten, op denzelfden toon en met hetzelfde gezicht waarmee zij anders over paarden en maîtressen zouden praten; benauwd en bedwelmd in de onnatuurlijke parfum-atmosfeer die om de schitterend-gepareerde dames zweefde; benauwd vooral wanneer hij zich het mikpunt van 't gesprek en van de blikken voelde, en er wel toe gedwongen werd, ondanks een tegenzin zóó sterk dat hem de woorden haast niet van de lippen wilden, toch iets, dat dan interessant moest zijn, in de conversatie ten beste te geven. Maar wie kàn zich zoo dwingen? Hij hield het nooit langer dan enkele minuten uit, en dan zat hij weer stomp-rampzalig tusschen al die lui welke teleurgesteld naar zijn woorden bleven wachten, en voelde zich wanhopig onder zijn volslagen onbekwaamheid om zich verder uit den slag te trekken. Hij kon niet spreken met die lui, hij kón niet, hij zou eerder in tranen van onmacht losgebarsten zijn. Zelfs 't bewustzijn van zijn overweldigende vernedering, van de innige smart en droefheid van Ghislaine, die natuurlijk steeds in hem den knapste, den verstandigste, den schitterendste van 't gezelschap wilde zien; zelfs de zichtbare toorn van mevrouw Desgenêts, en de bedekte, minachtende spotternij van al de aanwezigen;

[pagina 166]
[p. 166]

niets, absoluut niets was in staat die knellende machteloosheid te overwinnen: hij kón eenvoudig met die lui niet spreken!

Dan durfde hij ook naar Ghislaine haast niet meer op te kijken; dan voelde hij zich, in een folterende scheuring van het hart, als door een onoverschrijdbaren afgrond, van haar, die hij toch zoo innig en zoo vurig liefhad, gescheiden. Hij besefte 't enorm contrast hunner beide levenssferen en leed onder dat valsch gevoel van wereldsche blooheid, als onder een echte, zoowel moreele als fyzieke inferioriteit. Hij kon niet begrijpen hoe Ghislaine hem prefereerde aan om het even welk van die andere, uiterlijk veel schitterender jongelui, en, ondanks haar onveranderde liefelijkheid en zachtheid, kreeg hij soms den indruk dat zij wellicht heimelijk haar verloving met hem betreurde, en tevreden zou zijn als hun voorgenomen huwelijk verbroken werd. Hij werd er kleingeestig-jaloersch, ongemotiveerd-achterdochtig en onrechtvaardig onder. Hij voelde zich soms slecht, gewild-kwaadaardig worden. De geringste dingen namen, in de overprikkeling van zijn lijden, zulke overdrevene proporties aan, dat hij soms van haar wegliep, om alleen op zijn kamer, in aanvallen als van krankzinnigheid, zijn onuitstaanbaar leed hardop uit te snikken.

Een ander, niet minder pijnlijke teleurstelling, was zijn intreê in 't parlementaire leven.

Na een plechtige openings-séance, met groot vertoon van schitterende militaire uniformen en damesprachttoiletten, en waarin niets was gebeurd dan het officieele aanhooren en onvermijdelijk toejuichen eener ellendig-banale troonrede, waren de gewone

[pagina 167]
[p. 167]

zittingen, in de gewone suffe sleur van 't alledaagsch parlementaire leven, aangevangen. En Robert, die werkelijk met een soort eerbied en een gevoel van ernstige verantwoordelijkheid voor de eerste maal zijns levens in 's lands vergaderzaal gekomen was, kon weldra niet sterk genoeg zijn verontwaardigde verbazing uiten, naarmate hij gewaar werd hoe het daar toeging. Zóó'n opgeraapte bende, zóó'n totaal gebrek aan prestige, zóó'n slordigheid in taal, in kleeding en in houding, zóó'n laf-wanordelijke boel had hij zich nooit in de verste verte kunnen of durven voorstellen. Haast geen mensch, behalve in de publieke tribunes, luisterde er naar de redevoeringen waarin 's lands belangen werden behandeld. De meeste leden hielden, storend-halfluid, onder elkaar afzonderlijke gesprekken, of schreven brieven, of lazen couranten, of zaten half te slapen, of maakten grapjes met elkaar, of liepen doelloos-slenterend heen en weer tusschen de slechts half-bezette lessenaars en banken. Het leek er op een koffiehuiskamer, op 'n café-chantant-zaal, op 'n soort schuine kroeg, waar men niet erg verwonderd zou zijn geweest eensklaps rare juffertjes te zien optreden. Slechts hier en daar ontdekte men in den trivialen troep het fijne profiel van een oud-parlementair, die daar niet thuis meer scheen te hooren.

Robert bracht daar voorzeker de ellendigste weken van zijn heele leven door. Het was er hem te moede of hij levend in een grafkelder was opgesloten, daar in die hooge, halfronde, door hoog-stekende ramen zoo wanhopig-triestig verlichte, zoo afschuwelijk kale, triviale, leelijke zaal. Hij voelde er zich van de gansche, ware wereld afgesloten, hij wist niet meer, wanneer hij naar die triestig-gele ramen op-

[pagina 168]
[p. 168]

keek, of het buiten dag of nacht was, of er regen of zonneschijn was op de wereld. Eerst nu, in die nare plaats, in dat akelig gezelschap, voelde hij zich voor goed onder de drukking van die alles-doodende Onmacht, waar hij vroeger, in de eerste jaren van zijn gedesoriënteerd buitenleven, zoo wanhopig tegen had geworsteld. Wat in Godsnaam voerden zij daar toch uit, met hun eindeloos-saai en langdradig gezeur, met hun hol en leeg gebabbel? Wat in Godsnaam voerde hij er zelf uit, dat tot voordeel strekken kon van hen die hij doelmatig in het leven wilde helpen en verheffen? Hij kon er geen woord spreken; hij wist, hij voelde met zekerheid dat hij er nooit het woord zou voeren. Hij voelde zich daar, op een andere manier, in dezelfde stemming als in de salons van mevrouw Desgenêts: hij hoorde er niet bij, hij zat er stom-rampzalig en alleen, hij kón er met die lui niet spreken...!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken