Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tantes (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tantes
Afbeelding van TantesToon afbeelding van titelpagina van Tantes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tantes

(1924)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

XVIII.

Het leven is geschapen voor de gezonden en de sterken. Ze mogen een tijdlang lijden en treuren; ze veeren toch weer op.

Toen Raymond na weken en maanden lang treuren en tusschen hoop en wanhoop te zijn heen en weer geslingerd, eindelijk wist dat Adrienne niet meer zou genezen, ging hij van lieverlede in den toestand berusten. Men zag hem weer te paard met de Verstratsjes, triestig en neerslachtig nog, maar toch herlevende. 't Was ook zoo zonderling met hem gegaan! Hoe was het mogelijk dat hij, die aan Adrienne niet dacht, eensklaps zoo hartstochtelijk op haar verliefd werd, alleen maar omdat de Verstratsjes hem gezegd hadden, dat zij verliefd was op hem! Was dat wel echte liefde en niet eerder een wondere, onbegrijpelijke suggestie? Hij wist het zelf niet. Het was als een ziekte geweest. Hij had het ondergaan en er onder geleden; en nu kwam langzaam de genezing en de troost. Schuldig voelde hij zich niet. Hij geloofde niet dat hij zich iets had te verwijten. Een somber noodlot had het zoo gewild.

In zijn hart bleef voor haar een diepe teederheid bewaard. Hij dacht nog veel aan haar en steeds met zooveel

[pagina 156]
[p. 156]

innigheid en liefde. Maar hij kon het niet helpen dat hij zelf gezond was en normaal en dat in hem het leven triomfeerde over de vernieling. Hij kon het niet helpen dat de herboren lente weer zoo frisch en zalig was, en dat de verliefde vogels zongen en dat de milde aarde bloemengeurde en dat het leven hem riep... hem riep, met alle krachten.

Zoo was het een herleving, een ontembaar opjubelende herleving als na een lange, zware ziekte. Nog nooit had hij zijn leven, zijn bedrijf zoo lief gehad. Nog nooit had hij de oude Manse aan zich zoo verknocht gevoeld, nog nooit had hij als nu, de trouwe zorgen van Tieldeken gewaardeerd. En zelfs de Verstratsjes, die hij een tijdlang had vermeden, waren weer zijn vaste kameraden geworden. Tot zijn dieren toe: zijn vos, zijn schimmel, en Impikoko en Oe-Oe, het waren allemaal teruggevonden vrienden, die hij in ondankbare nalatigheid of onverschilligheid te lang verwaarloosd had.

Bij de Dufours, echter, was nog geen genezing of herleving te bespeuren. Daar drukte de wreede tragedie met al haar vernielende kracht. De oude heer kwam er niet over heen; de meisjes schaamden zich en schuwden de menschen. De Tantes, vooral tante Clemence, legden al de schuld op Raymond; maar die zich 't meest getroffen voelde was Max. In Juni had hij zich op de lijst laten brengen als volksvertegenwoordiger en was niet gekozen geweest. Hij twijfelde geen oogenblik of de smet, die door Adrienne op zijn naam en zijn familie viel, was daar de eenige oorzaak van en het ziedde in hem van haat en opstand tegen zijn ongelukkige zuster. De anderen waren dag en nacht met haar bezig, aanhoorden met bevenden angst de berichten van den dokter, die haar af en toe in

[pagina 157]
[p. 157]

het krankzinnigengesticht ging opzoeken; hij, Max, wilde van haar niets meer hooren; haar naam mocht in zijn tegenwoordigheid niet meer vernoemd worden.

Arme Adrienne!... De berichten, die de jonge dorpsdokter af en toe over haar toestand kwam mededeelen, waren alles behalve troostend en hoopgevend. Eerst was zij maandenlang als een razende wilde geweest, zoodat men haar het dwangbuis moest aantrekken; daarna kwam een tijd van aanhoudend huilen en nu had zij afwisselende stemmingen; soms weer ineens razend-geweldig, gevolgd door buien van diepe neerslachtigheid en tranen. Meneer Dufour en zijne dochters smeekten telkens om haar eens te mogen opzoeken; maar de dokter ontraadde het ten zeerste, niet alleen voor hen, die er niets dan verdriet en smart zouden van hebben, maar in de eerste plaats voor de zieke-zelve, voor wie alle emotie, en ook elke herinnering aan 't verleden zooveel mogelijk moest vermeden worden. Zij moesten geduld hebben en wachten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken