Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 (1974)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.46 MB)

Scans (429.77 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (2.40 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1

(1974)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 404]
[p. 404]

IX

Tien uur! over een half uur zou ze daar zijn!

Hij was ten prooi aan een onoverwinbare gejaagdheid, die nog gestadig verergerde. Hij stelde aan Olga voor slapen te gaan. Maar juist die avond verlangde zij een bad te nemen, alvorens zich te bed te leggen. Zij gaf haar bevelen dienaangaande en berichtte hem, dat zij haar slaapkamer wou betrekken, alwaar zij hem over een uur zou verwachten. Hij drong erop aan, dat zij haar bad eerst de volgende morgen zou nemen: zij gaf hem haar redenen om het niet uit te stellen en vroeg hem of hij licht verlangde in zijn kabinet, om te lezen of te schrijven. Hij antwoordde van neen, daar hij liefst een sigaar op de stoep zou roken. Zij omhelsden zich en verlieten elkander.

Gaëtan zette zich opnieuw in zijn leunstoel neer, haalde een sigaar te voorschijn en ontstak die. Maar de havana beefde tussen zijn tanden en hij knauwde zenuwachtig de punt aan stukken, die hem een wrange, bittere smaak in de mond liet.

Weldra stond hij sidderend van zijn plaats op. Hij kon geen ogenblik met rust blijven, zijn wenkbrauwen stonden gepijnigd samengefronst, zijn handen sloten zich zenuwachtig, in een werktuiglijke, aanhoudende drukking.

Hij kwam beneden de stoep en staarde omhoog. Hij zag de vensters van Olga's vertrekken helder verlicht, achter de neergelaten gordijnen. Hij zond haar in de lucht een tedere kus, hij herhaalde binnensmonds:

- Ik zal niet gaan, ik zal niet gaan.

Bij de rode gloed van zijn sigaar keek hij op zijn uurwerk. Tien en een kwart. Elk ogenblik zou ze aankomen.

En plots bleef hij pal, ten gronde genageld, de ogen vergroot, 't gehoor gespitst: dat rijtuig, dat hij sinds anderhalf uur

[pagina 405]
[p. 405]

voelde lopen en naderen, kwam eindelijk, over de verre steenweg, zijn verdoofd geroffel te laten horen. Hij twijfelde er geen seconde aan, dat het haar rijtuig was. Hij hoorde het geratel vergroten, naderen, duidelijker worden, schielijk ophouden. Het kwam hem voor als zag hij er haar uitstappen, het kleintje bij de hand nemen, het poortje openduwen, recht naar de grote eik gaan. Met een sprong klom hij terug op de stoep en schelde de kamermeid van zijn vrouw.

- Vraag aan mevrouw of zij bereid is mij te ontvangen.

Hij nam zich het hoofd tussen de beide handen, terwijl het meisje de trappen opklom. Zijn slapen klopten om te barsten; hij voelde zijn verstand op hol gaan.

- Ja mijnheer, antwoordde de meid, terug beneden komend. Hij staarde haar verdwaasd, verwilderd aan, alsof hij niet begrepen had. En schielijk, als wist hij bepaald niet meer wat hij deed:

- 't Is goed; zeg haar dat ik straks zal komen, zodra mijn sigaar opgerookt is.

Hij had nog de kracht te wachten tot het meisje opnieuw verdwenen was; en dan, met één sprong, was hij de trappen af en ijlde hij de diepten van het park in.

Hij liep recht voor zich heen, dwars over graspleinen en bloemperken, de zeldzame, kostelijke bloemen onder de voeten trappend, struikelend tegen de rand van de wegen, door de neerhangende twijgen van de bomen in het aangezicht gezweept. Hij redeneerde niet meer, hij worstelde niet meer; hij ijlde. In min dan twee minuten tijd was hij aan het uiteinde van het park. Als een orkaan kwam hij in de clairière terecht.

Zij stonden daar angstig, fiks, verschrikt door het gedruis van zijn woeste vlucht. Hij zei niets, hij opende zijn armen, ontving haar op zijn borst, bedwelmd van ontroering, zuchtend, snikkend, onverstaanbare klanken uitboezemend.

Door een bruuske beweging maakte hij zich uit haar omarming los, droeg haar, machteloos bezwijmend, op de bank. Toen hief hij zijn klein meisje van de grond en, terwijl hij het letterlijk met kusjes overdekte, gebroken tederheidswoorden stamelend, smolt hij ook op zijn beurt in overweldigende tranen weg.

[pagina 406]
[p. 406]

Maar hij kwam dadelijk tot Julia terug en sprak, met een dringende stem:

- Sta nu op! vertrek! vertoef hier geen ogenblik! gij hebt een grote onvoorzichtigheid bedreven!

Zij vouwde smekend haar handen samen:

- O nog een minuutje, Gaëtan! als 't u blieft nog een minuutje! Laat mij terug tot bedaren komen! Ik ben zó zwak, zó ontroerd, zó ziek, dat ik u om zo te zeggen noch hoor, noch zie: dat ik niet begrijp wat er met mij gebeurt!

Zij sloeg haar armen om zijn hals, zakte nogmaals wenend op zijn borst, met verwarde smekingen en zuchten. Doch opnieuw maakte hij zich van haar los en, dringender, op zijn beurt smekend:

- O Julia ga weg, ga weg, zeg ik u, er is gevaar, gij hebt een ongehoorde onvoorzichtigheid bedreven!

Hij hielp haar weer opstaan, zij waggelde, op zijn armen gesteund, zij lispelde:

- O mogen wij toch ten minste weerkomen?

- Ja ja, later; doch ga nu heen, ga heen, het moet! het moet!

Hij kuste hen beiden nog eens vurig en lang; hij leidde hen bevend, als in een droom, zonder te weten wat hij deed, naar het poortje, dat hij voor hen opende.

- Vaarwel! murmelde hij, - vaarwel! tot later, doch laat me nu denken, overwegen, maak me niet zinneloos van smart en droefheid!

Hij zag hun gestalten in de duisternis verdwijnen; hij trok het poortje dicht en vluchtte heen.

Hij stond vóór het kasteel terug alvorens hij 't gewaar werd. Hij trok in stilte boven, op zijn kleedkamer. Hij waste zich, poogde zijn aangezicht tot zijn gewone uitdrukking te plooien en trad het slaapvertrek van Olga binnen.

De jonge vrouw lag reeds te bed, lezend in een boek.

- Heb ik u te lang doen wachten, liefste? vroeg zij minzaam glimlachend tot hem omgekeerd. Maar zijn doodse bleekheid trof haar; zij vroeg hem met een schielijke uitdrukking van angst op het gelaat, of hem iets scheelde.

- 't Is zeker die sigaar, antwoordde hij, - zij was te zwaar. - Waarom toch zoveel roken! verweet zij hem zacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken