Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 570]
[p. 570]

XXII

Om drie uur, door Médard gevoerd, was mevrouw Dudemaine alleen met de victoria vertrokken...

Eerst was er sprake van geweest, dat meneer haar vergezellen zou, maar zo kreeg het bezoek een te beslist officieel karakter, terwijl de bedoeling toch maar was om poolshoogte te nemen.

Die gang, waarvoor ze zo gevreesd had, leek haar nu opeens bijna gemakkelijk. Wat ze zeggen zou, dat wist ze niet, maar in de optimistische stemming waar zij sinds de vorige avond leefde, kwam het haar voor of alles heel natuurlijk en bevredigend zou verlopen. Zij had in zich de kracht en de illusie van het zolang hopeloos verloren, thans eensklaps helder-zegevierend herboren levensgeluk; en dat geluk voelde zij sterk uitstralend om zich heen zijn kracht verspreiden.

't Was een van die unieke, volmaakt heerlijke zomerdagen, zoals men ze zich jaren lang daarna, als onvergankelijke zeld-zaamheden van verrukking, blijft herinneren. Er zat een rijke vastheid in de lucht, een rust, een zekerheid van pracht en weelde, een ongerepte harmonie van al het ideaalste schone, dat door geen mogelijke stormen scheen gestoord te kunnen worden.

Men móest zich aangenaam en gelukkig voelen in die zalige atmosfeer, en 't was ook of geluk en vrede zich wijd over het ganse land hadden verspreid. Mevrouw Dudemaine koesterde slechts één vrees: dat zij meneer en mevrouw Reinhardt met dat mooie weer wellicht niet thuis zou vinden.

Daar zag ze reeds, in het verschiet, de hoge, donkere lovermassa's van het buiten. Streng en indrukwekkend rezen zij als een sombere berg, over het zachtgolvend, teer goudgroene land, tegen de blauwe hemel op. Dáár... dáár was het geluk voor haar en voor haar zoon!... De illusie... de redding...

[pagina 571]
[p. 571]

het vol-gelukkig leven!... Als ze maar wilden! Haar hart joeg sneller, een weke emotie glansde in baar bleke ogen.

Het ingangshek stond open, Médard reed door de wentelende oprijlaan, in de eensklaps frisse, bijna kil aanvoelende schaduw van de hoge bomen. Zij rilde even, sloot haar parasol. Stapvoets beklom het paard de zachte helling, zette zich weer in draf, kwam eindelijk in de welbekende, brede, zonnig-open ruimte, vóór het heerlijk vergezicht van kronkelende rivier en groene weilanden, bij de bloemenstoep van het kasteel stilhouden. Bedeesd glimlachend keek mevrouw in de veranda; en met een enkele oogopslag zag ze meneer en mevrouw Reinhardt, die van hun plaats opstonden en vriendelijk-verrast haar tegemoet traden...

 

Met hun drieën zaten zij er nu, om een theetafeltje, in de rijke heerlijkheid van de ideale zomermiddag. Op de verwonderde vraag van meneer en mevrouw Reinhardt waarom haar man niet meegekomen was, had mevrouw Dudemaine geantwoord dat hij door drukke bezigheden in beslag genomen was, en dadelijk daarop had ze verteld van Odon en de schitterende wijze waarop hij de vorige dag zijn eerste examen had afgelegd.

- Zo! Hartelijk gefeliciteerd, zeiden meneer en mevrouw Reinhardt, zonder met een enkel woord daar verder over door te gaan. Alleen voegde meneer er nog aan toe:

- De volgende maand komt Georges nu ook voor zijn derde examen te staan.

Wat leek dat alles koel, en gauw, en nuchter afgedaan, zo helemaal anders dan mevrouw Dudemaine het zich in de illusie van haar moedertrots had voorgesteld! Zij voelde plotseling iets kouds en stijfs over zich komen en wist maar niet hoe ze 't gesprek vervolgen zou. Lag er niet iets onuitgesproken hostiels in hun koele, bijna onverschillige beleefdheidswaardering? Waarom verlangden zij niet meer daarvan te horen? Waarom zeiden zij niet dat het voor haar en voor haar man een zo gelukkige gebeurtenis was? Waarom hadden zij geen enkel woord van speciale lof en waardering over voor Odon? En nu trof het haar ook dat geen van beiden gevraagd had waarom Odon niet meegekomen was. Hard en

[pagina 572]
[p. 572]

pijnlijk deed 't haar even aan, doch zij vatte moed en vroeg, om op die wijze wellicht weer in het verlangd gesprek te komen:

- En hoe gaat het met uw andere kinderen; ik zie ze niet, zijn ze niet thuis?

- Neen, ze zijn allen met dat prachtig weer uit roeien, zei meneer, in het verschiet over de verre weiden wijzend.

Mevrouw Dudemaine volgde met de blik de richting die hij aanwees en haar weemoedige ogen rustten een wijl peinzend over het prachtgezicht, dat zich in de diepte daar voor haar ontvouwde.

't Was volop hooitijd, alom, zo ver en wijd het oog kon reiken, aan beide stille, brede weilandoevers van de zacht kronkelende Leie. Te allen kante waren mensen vlijtig in beweging: de zeisen sisten, de vorken prikten, de grote wagens werden hoog geladen, en overal rezen de ronde schelven op, als ontelbare naturellen-hutjes over de wijde vlakte van een oerland. 't Was vol van kleur en licht en leven; de blauwe en rode jakjes, de gele en witte zonnehoeden van de vrouwen deden denken aan rijkkleurige vlinders en bloemen, die vrolijk door elkaar stoeiden en fladderden, steeds levendiger, steeds darteler en steeds kleiner, tot waar zij nietig als bijna onzichtbare vonkenstipjes om de peuterig kleine poppenhooiwagentjes schenen te zwermen en te wemelen. De kalme Leie trok daar midden door haar slingerend kronkellint, met stil-sluimerende plassen als van gestold kwik en zilver hier en daar, en uit de ganse wijdte van de vallei, in 't teer gezang van de hoog drijvende leeuwerikjes, kwam als een zacht-zoete geur van rozen en van honig aangewaaid, die bedwelmde en ontroerde.

Het werd benauwd en bang in mevrouw Dudemaine. Iets woelde in haar, scherp-kwellend diep, van onrust en van angst. Zij zat daar even sprakeloos, niet wetend hoe zij nu op het gesprek moest komen. Er was geen aanleiding toe, het leek wel of ze 't er om deden; en toch moest het, zij voelde met wanhoop dat elke seconde uitstel de harde taak steeds zwaarder en moeilijker maakte. Door welke geestes-aberratie had ze toch, al was 't ook maar een enkel ogenblik, de onzinnige illusie kunnen koesteren, dat alles zo licht en

[pagina 573]
[p. 573]

gemakkelijk, en als 't ware vanzelf zou aflopen? Een reuzentaak was het waarvoor ze zich had ingespannen, nu besefte ze 't maar al te duidelijk; maar 't moest, het mòèst; zij voelde in haar eigen trillend hart het zenuwachtig ongeduld van hem die ginds, in toenemende angst, op haar terugkomst zat te wachten; en ineens begon ze, verward, zonder enige voorbereidende aanleiding noch aansluiting, met een zwakke, toonloze stem, waarvan zijzelf haast de klank niet hoorde, terwijl haar doffe, benevelde ogen, van haar toehoorders weg, zij wist niet waar, afweken:

- Het spijt mij dat ik uw kinderen niet zal zien, ik had ze wel graag gezien, vooral Elsa, om haar iets te vragen, of, liever, om u iets te vragen,... in verband met Odon...

Haar stem raakte in de war en even richtte zij een wanhopig-zwijgende smeekblik op meneer en mevrouw Reinhardt, die haar, strak en roerloos, met de grootste verwondering aankeken. Er was een heel kort ogenblik volkomen en benauwde stilte.

- In verband met... Odon? herhaalde meneer Reinhardt eindelijk aarzelend haar woorden; - hoe bedoelt u, mevrouw?

- Hij houdt van Elsa; hij heeft haar innig lief; hij vraagt, hij smeekt, of hij misschien later...

- Pardon, mevrouw, viel meneer Reinhardt haar plotseling en beslist in de rede; - ik geloof niet dat dit onderwerp voor verdere behandeling geschikt is.

Zij keek hem aan, stom, als niet begrijpend, met star-verschrikte ogen. De uitdrukking van zijn gelaat was koud en streng en zijn lange, grijze snor stond als een vaste streep van stugheid dwars door zijn gezicht.

- Ho! schrikte mevrouw Dudemaine; en haar angstogen vestigden zich smekend op zijn vrouw. Maar ook deze schudde langzaam en beslist het hoofd, terwijl zij zenuwachtig nutteloos de theekopjes op 't tafelblad verschikte. Opnieuw was er een korte, pijnlijke stilte.

- Waarom niet? vroeg eindelijk mevrouw Dudemaine, met een kwijnende stem.

Strak keek meneer Reinhardt haar aan, met een koel-harde peilblik; en even bleef hij haar het antwoord schuldig, als

[pagina 574]
[p. 574]

zocht hij naar gepaste woorden om het uit te drukken.

- Maar mevrouw, zei hij, met blijkbare inspanning om kalm te blijven, - uw zoon, behalve dat hij veel te jong is, valt immers niet meer in de termen, het spijt mij dat ik het zo zeggen moet, om naar de hand van een meisje uit zijn stand te dingen.

Mevrouw Dudemaines ontkleurde lippen beefden en haar trieste ogen kwamen plotseling vol wanhoopstranen. Ze wisten dus!... Zij hadden dus gehoord... 't Schandaal van Odons gedrag was tot hen doorgedrongen! Zij mat ineens, als in een vernielende ontsluiering, de ganse uitgestrektheid van haar levensramp! Maar ze hadden natuurlijk slechts het kwade gehoord, zij wisten niets van zijn herboren leven en van zijn berouw; en dát nu deelde zij hun mede, in diep-trillende woorden van gekrenkte moederliefde, smekend om ontferming en vergiffenis, in vurig-vaste overtuiging dat hij nu weer waardig was geworden van 't geluk dat zij voor hem kwam vragen.

Doch niets kon hen vermurwen; stug en koel-onwankelbaar was hun besluit, hard bleef hun strak en stijf gezicht onder de wanhopige heftigheid van mevrouw Dudemaines gefolterde ontboezeming. Zij waren beiden langzaam opgestaan, als om haar stil, met uiterlijk gepaste beleefdheid te kennen te geven, dat zij het onderhoud en het bezoek als afgelopen beschouwden; en zij begreep het nog niet dadelijk, zij kon of wilde 't niet begrijpen; zij zat nog steeds, terwijl de anderen gegeneerd en wrevelig daar vóór haar stonden, op zij wist niet wat te wachten; zij hield zich, als onzinnig, aan een niet meer bestaande schim van hoop nog vast, tot ze 't zich eindelijk bewust werd dat alles onherroepelijk verloren was, en dan ook eensklaps oprees, bruusk als onder een schok, met een uitdrukking van stom-verschrikt afgrijzen op het dodelijk bleek gelaat.

Moest dát nu 't droevig einde van al haar zo zacht herboren, zo teer gekoesterde illusies zijn! Was dát nu de werkelijkheid, de harde, nuchter-onverbiddelijke werkelijkheid, en al het overige, al het teer-gedroomde en -verlangde enkel zielsbedrog en folterende hersenschim? Een laatste maal keek zij met wanhoopsogen naar het heerlijk tafereel van pracht en

[pagina 575]
[p. 575]

vrede, dat zich in 't verschiet, als een beloofde land dat zij nooit meer betreden zou, uitstrekte; zij zag de bonte wemeling van de hooiers om de hoog geladen wagens en het glinsterend zilverlint van de Leie tussen het smaragd van de weiden; zij ademde de zoete geur van honig en van rozen in en hoorde het harmonieus gezang van de leeuwerikjes in de blauwe lucht,... en toen was 't eensklaps als de kille dood in haar: kermend over de grintweg kwam haar rijtuig voor, zij groette vaag als in een droom, en stapte binnen, en was weg, meegevoerd als door een fatale macht, waartegen zij geen weerstand meer kon bieden... 't Was uit, 't was dood, zij voelde nauwelijks nog dat ze leefde, en in de kussens zonk zij achterover, met de ogen toe, om nu niets meer te zien noch te horen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken