Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 591]
[p. 591]

XXVII

O, die stilte, die plotselinge, doodse stilte op het Landjuweel!...

Meneer Dudemaine, ganse dagen in zijn werkkamer opgesloten, had zeker nooit veel drukte noch beweging om zich heen verwekt; en toch, het werd opeens zo leeg, zo akelig leeg toen hij er niet meer was. Die enkele ogenblikken van de dag waarop hij zich in de kleine familiekring vertoonde, de weinige woorden die hij sprak, de schaarse vragen die hij stelde, het waren nog de enige vaste aanrakingspunten van hun gemeenschappelijk leven, en toen dát eensklaps ophield was 't of er ook niets meer bestond.

Een zwaar-drukkende, desolate eenzaamheid woog op het Landjuweel; en nu eerst dat zij beiden alleen overbleven, beseften moeder en zoon met kwellende helderheid hoezeer zij van elkaar vervreemd waren. Het was geen vijandschap, noch zelfs geen storende onenigheid; de tijd had alles afgestompt en afgesleten en de heftigste gevoelens in berusting of in onverschilligheid veranderd: het was het stil, onvermijdelijk bewustzijn, dat zij als twee antipoden, als twee wezens, die elkaar niet kònden voelen noch begrijpen, alleen maar naast elkander leefden!

Haar innig levenskringetje, dat al zo klein was, trok zich nog nauwer om haar toe; heel haar bestaan werd één mijmerende, aanhoudende bespiegeling in toekomst en verleden. Zij voelde 't in zich als een soort van zalig egoïsme en een onuitputtelijke schat van teer-melancholische weelde. Haar dagelijks leven was niets meer dan een kalm en sereen wachten naar het groot geluk dat weldra komen zou. Wel voelde ze soms af en toe een kort verwijt in zich opkomen: 't verwijt dat zij Odon, die eenmaal álles voor haar was, verwaarloosde; maar kon ze 't helpen dat zij niet veel meer om hem

[pagina 592]
[p. 592]

gaf, hij die steeds zó weinig had gedaan om zich bemind te maken en die nu ook weer zo helemaal buiten haar om leefde?

Reeds kort na de dood van zijn vader had hij haar zijn voornemen medegedeeld zijn studies te schorsen om zich met allerlei op het buiten bezig te houden. En ofschoon tegen haar zin, had ze 't hem niet kunnen beletten. Hij was teruggekomen, en, kort na hem, ook Sidonie, met haar twee kinderen. Zij woonde ermee bij haar ouders in, en daar ging hij haar nu weer iedere dag bezoeken, niet meer gedoken als vroeger, maar openlijk, als een geavoueerd gezin.

Mevrouw Dudemaine poogde er hem ook niet meer van af te houden. Waarom ook? Zij stond daar zo helemaal buiten, nu. Dat was een afgedane zaak; dat behoorde bij deze treurige, onvolmaakte wereld en zij leefde in zo geheel andere, rein-verheven sferen. Zij was er niet boos meer om, en voelde ook geen schaamte; dat scheen haar alles nu zo heel natuurlijk en onvermijdelijk, en soms dacht zij aan die twee kinderen van hem, haar eigen kleinkinderen toch, die daar zo heel dichtbij woonden en die zij niet eens kende.

Zij dacht eraan, maar zonder enige liefde noch verlangen. Zij dacht er alleen indirect aan, om zich dan weer te verdiepen in tedere mijmeringen, in denkbeeldige liefkozing van andere kinderen, de kinderen van Marguerite, indien ze leefde. Dat zouden ook háár kinderen zijn geweest, die had ze lief in hun denkbeeldig wezen, lief met de onvergankelijk totale liefde, die zij voor haar dode meisje voelde...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken