Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 593]
[p. 593]

XXVIII

Het was slechts enkele jaren later, op een zachte, grijze, stille najaars-schemeravond, dat zij de zolang gewenste, de zo innig en religieus gedroomde toekomst eindelijk tegemoet mocht gaan...

Reeds weken lag zij ziek te bed, door een verpleegster opgepast. Haar bed had zij laten verplaatsen naar een van de heldere, ruime voorkamers, vanwaar zij wijd over het park kon uitzien.

De gordijnen waren weggeschoven en egaal hing een grijswit licht in de kamer. Het ziekbed, de kussens, het behang, de gordijnen, alles had dezelfde, doffe, matgrijze kleur, als een breed en alomgolvend lijkgewaad om het gezicht van de zieke, dat geel was, gerimpeld-citroengeel, met bijna zwarte kringen onder de vreemd lichte, naar het grijze licht gewende ogen. Alleen de somber geklede verpleegster zat, als een donkere schim, roerloos naast de sponde.

Daarbuiten trok langzaam de avond zijn sluiers om de droevig-stille dingen. Eentonig druppelde de mist van de daken in de effen, loodkleurige vijver, en in de versomberende, reeds halfontbladerde hoge kruinen, blonk nog hier en daar een enkele streep van laatste najaarspracht, gelijk een vlecht van tanend goud. Op het klokkentorentje sloeg het traag en helder vier uur.

- Is Odon er nóg niet? vroeg haast onhoorbaar mevrouw Dudemaine.

- Neen, mevrouw; wil ik hem nog eens laten roepen? antwoordde zacht de verpleegster.

- Ja, knikte mevrouw Dudemaine; en haar ogen vielen dicht.

De verpleegster drukte op een knop en kort daarna werd bescheiden op de deur geklopt. Omzichtig ging de verpleeg-

[pagina 594]
[p. 594]

ster die half opendoen en dof gefluister werd even gewisseld. Toen ging de deur opnieuw heel zachtjes dicht.

Het schemerlicht vergrijsde, de hemel werd askleurig, de gouden vlechten taanden doffer in de hoge, oude bomen. Weer opende, heel langzaam en met grote inspanning, de zieke haar ogen, waarin een angst opbeefde, terwijl zij even strak naar de gesloten deur bleef staren. Maar op dat zelfde ogenblik week zacht de deur naar binnen en Odon verscheen.

- Moeder, fluisterde hij, gebogen, op de tenen naar haar toe komend.

De verpleegster gaf hem een stoel en hij ging zitten. Met een weke drukking vatte de zieke zijn hand en haar bleke ogen staarden lang en sprekend in de zijne.

- Moeder! moeder! mijn moeder! snikte hij eensklaps, door een woelstroom van gevoelens overweldigd, en zijn stem kreunde:

- Vergiffenis! vergiffenis! vergiffenis!

Zij kon niet meer spreken. Haar ogen, haar eensklaps angstig-holle ogen, haar hijgend-open mond, haar beide knelsidderende handen getuigden dat zij spreken wou en niet meer kon. Een hele poos had haar gezicht een uitdrukking van onuitsprekelijke, machteloze smart en droefheid, maar toen opeens knikte zij met het hoofd, knikte herhaaldelijk en glimlachte, met een zoet-stralende glimlach van onvergetelijke liefde en verzoening, en meteen lieten haar handen de zijne los, terwijl haar ogen stil weer dichtvielen en haar fijne, mooie trekken zich heel, héél langzaam, als onder een onzichtbare, oneindig zachte streling tot een volmaakt serene uitdrukking van plechtige rust en vrede ontspanden.

- Moeder! moeder! snikte hij opnieuw, haar strakke hand weer in de zijne knellend.

- Mama is dood, meneer, fluisterde, haast onhoorbaar, de verpleegster.

Stom, niet begrijpend, staarde hij haar roerloos aan.

- Z' is dood, meneer, herhaalde de verpleegster nog eens. En toen begreep hij, maar geloofde 't nog niet...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken