Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 2 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 2
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.83 MB)

Scans (47.07 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.08 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 2

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 903]
[p. 903]

VII

De volgende zondagen ging het Fonske niet meer zo benauwd op de tekenacademie. Hij raakte langzamerhand gewend aan de omgang met zijn medeleerlingen en deze wenden ook aan hem. Maar schuw-ondergeschikt bleef hij zich in de grond van zijn wezen toch voelen, omdat al die anderen zoveel wisten dat hij nog niet kende en zo stevig midden in een leven stonden, waaraan hij vreemd bleef. Had hij maar een beetje Frans gekend, de taal die zij voortdurend onder elkander spraken en die hun wegen scheen te openen, welke voor hem gesloten bleven! 't Was of ze daardoor alleen tot een andere, hogere stand behoorden, bijna tot de stand van de graaf en van jonkvrouw Elvire. Verder kon hij wel met hen mee, voelde zich niet minder in bekwaamheid voor de tekenkunst. De meesters waren zeer tevreden; hij werkte gemakkelijk en maakte vooruitgang, hoewel hem telkens iets belemmerde dat de ontplooiing van zijn jonge, frisse kracht begrensde. Dat zat hem in het doodse van die grote, duffe zaal vol leerlingen, in het krijtachtig-levenloze van die pleisteren modellen, in dat egaal, grijs-matte licht waarin niets scheen te trillen noch te fleuren. Hij kón er niet met liefde werken; hij wrocht er uit plicht, omdat men hem gezegd had dat het zo moest, en hij bewaarde al zijn gloed en voelde al zijn genot slechts in de vrije ruimte van de frisse en zonnige natuur, waar hij, als vroeger, al zijn beschikbare uurtjes ging slijten. 't Kasteel had hij afgemaakt en aan jonkvrouw Elvire uit dankbaarheid ten geschenke gegeven; en 't meisje was verrukt geweest, en ook meneer Wattenberg had hem zijn lof niet onthouden en zelfs met eigen hand enige correcties aan zijn werkje toegebracht.

Het trosje hoge populieren, eenzaam wuivend en suizend in de groene uitgestrektheid van de weilanden tussen de twee

[pagina 904]
[p. 904]

regerende kastelen, was en bleef Fonskes lievelingsplek, waar hij om zo te zeggen het middenpunt van zijn ganse leventje voelde. Daar was hij in zijn element, daar was hij zichzelf, klein tussen al dat grote, maar gelukkig-klein, omdat hij daar thuis was en zich in zijn nietigheid beschermd voelde. Hij leefde als het ware iets mee in 't leven van de twee kastelen, heel dikwijls kwamen de jonkvrouw en haar meester naar hem kijken en nu stelde hij ook een belang dat hij vroeger niet kende in 't heen en weer bezoek tussen de bewoners van de beide landgoederen.

Eigenaardig was het hoe zijn jong, ontvankelijk gemoed telkens verschillend reageerde op iedere verschijning van de verschillende bewoners. De jonkvrouw en haar gouvernante, dat was als de zon, die stralend en koesterend naar hem toe kwam. Het gaf hem een warme kleur van emotie, alsof hij werkelijk een gloed van buiten af tegen zijn wangen voelde. Meneer Gaëtan, daarentegen, was als de nacht, die tot hem naderde. Hij was er bang voor en hij griezelde ervan, als voor iemand die hem kwaad zou kunnen doen. Ook voor de graaf was hij bang, maar op heel andere wijze. Hij vreesde zijn fijne, peilende spotogen, alsof de graaf hem helemaal doorzag en ontdekte dat er feitelijk niets in hem zat; en alleen de komst van de baron gaf hem in 't geheel geen ontroering, wellicht omdat zijn aandacht geheel en al was afgeleid en in beslag genomen door het vreemde waggellopen van de oude man. Fonske beschouwde dat reeds onbewust met schildersogen, het boeide hem als iets, dat hij zou willen natekenen en hij vond het zo grappig, dat telkens tussen die schommelende o-benen een stuk van het landschap verscheen: nu eens een hoekje wei met een grazende koe, dan weer een ver zeiltje op de rivier, een zeiltje dat zo eigenaardig heen en weer scheen te dobberen, waggelend als een zeescheepje tussen het waggellopen van 't barontje, die het met zich scheen mee te trekken. Eens, op een stille middag, begon hij zo iets uit het geheugen te tekenen. Hij had er innig-dolle pret om in zichzelf, want het was goed en het leek, maar hij wachtte zich wel het aan de makkertjes te laten zien; hij verscheurde 't haastig toen hij hen joelend zag aankomen en op zijn bleek, als naar gewoonte ietwat stroef gezichtje was zelfs geen zweem van zijn vluchtige, ondeugende olijkheid meer te bespeuren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken