Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 260]
[p. 260]

XX

Zo liep de winter voorbij. Er kwamen eerst sombere wolken met regen en wind, toen vorst en sneeuw; toen dooi, toen weer heel scherpe vorst gevolgd door overvloedige sneeuw en ijzige wind. Het ganse land lag dik onder de witte wade; de kleine huisjes waren er half onder bedolven; de schoorsteentjes zonden spiraaldunne rookzuiltjes in de ijle, prikkelende vrieslucht.

De mensen hadden behoefte aan gezelligheid, aan knus-zich-warmen om het rood-opflakkerende haardvuur. De grote kamers van de deftige huizen bleven kil en somber; de koesterende warmte zat verkneuterend in de laaggebalkte keukentjes van de kleine woningen; en telkens als meneer Triphon bij Siednie aankwam, voelde hij er een soort van weelde die hij in zijn ouders' huis niet kende en waaraan het hem steeds groter moeite kostte zich te onttrekken. Hij had daar wel gaarne voorgoed willen blijven, de pijp in de mond en Kaboel aan zijn voeten, de benen uitgestrekt naar 't haardvuur, in het monotoon wiegend geluid van de rammelende klosjes over het glad papier van de kantwerkkussens. Hij had er nederig en eenvoudig willen blijven leven, mee aanzitten bij hun sober avondmaal, genieten van 't gezelschap der drie knappe, jonge meisjes en dan daar blijven slapen naast het vuur, met Siednie in zijn armen. Waarom toch kon dat niet? Waarom mocht hij daar niet ongedwongen blijven, zoals Kaboel en de poes, die eerst aartsvijanden, van lieverlede zich verzoend hadden en nu rustig naast elkaar zaten of lagen, zich koesterend in de warmte van het vuur? Kaboel vloog telkens nog wel even bij het binnenkomen op Mina af, maar de kat kromde haar rug en blies zonder te vluchten; en Kaboel, die haar besnuffelde, erkende een die 't recht had daar te zijn en strekte zich naast haar vóór de rood-gloeiende blok-

[pagina 261]
[p. 261]

ken uit. Soms vielen beiden er van de warmte in slaap en lagen dan gezellig door elkaar gekronkeld, als onafscheidbare vrienden. Meneer Triphon aanschouwde dat wel eens glimlachend, met een heimelijk gevoel van afgunst.

De trage, ouderwetse klok tikte de vreedzame geluksstonden van zijn genot in de vergetelheid; het rood van de vlam weerkaatste zich in spiegelglanzingen over het koper en het vaatwerk langs de wanden en de lage, bruingerookte zoldering was als een beschermend dak van veiligheid, dat niets van al het goede wat daarbinnen was naar buiten doorliet. Hij voelde zich daar soms als op een zalig eiland in 't midden van een onherbergzame zee, waar allerlei gevaren dreigden.

Daarbuiten lag de sneeuw, de kilheid, de onrust, de onzekerheid. Het bleef toch telkens een waagstuk voor meneer Triphon om tot daar te komen: en een waagstuk ook om er vandaan te gaan. De tocht was minder veilig en geheim sinds de sneeuw alles met wit bedekte en de nachten lichter maakte en elke silhouet van mens of dier zo helder en zo scherp aftekende. Het kon niet anders of hij moest toch een of andere dag gezien worden. Vooral naarmate de dagen lengden werd het gevaar steeds groter en hoe hij daar nog komen zou wanneer het eenmaal lente en zomer werd en de mensen soms tot laat in de avond vóór hun deur bleven zitten, was een raadsel dat hem onoplosbaar leek en waar hij maar liefst niet aan dacht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken