Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 298]
[p. 298]

XXVIII

Eigenaardig was 't hoe de gebeurtenis in de fabriek werd opgenomen. Meneer Triphon had er zich wel aan het ergste verwacht: aan ternauwernood bedekte hoon en spot, aan bijna openlijke vijandschap. Het viel zeer mee. Leo liet wel niet na zijn ‘Oajoáek!’ uit te bulderen en Feelken fikandoesde even vinnig als vroeger, doch het nam helemaal geen verontrustende proporties aan en het duurde hoegenaamd niet lang. Integendeel; er was ineens, en heel onverwacht, iets ernstigs over de lui in de fabriek gekomen. Het kwam meneer Triphon zelfs voor of hem een soort achting en deferentie werd betuigd, waarmee zij vroeger volstrekt niet kwistig waren. Zulks viel voornamelijk op in de bejegening van Pierken, die anders, gevoed als hij was door de lectuur van zijn socialistisch blaadje, in meneer Triphon, evenals in meneer De Beule, en alle andere fabrikanten, het gehate Kapitalisme verfoeide. Pierken zag nu bepaald goedkeurend naar zijn jonge meester op; en eens, op schafttijd, kon meneer Triphon toevallig een gesprek afluisteren dat over hem liep en hem ten zeerste interesseerde.

De werklui zaten buiten in een rijtje langs de muur gehurkt hun boterham te eten, toen meneer Triphon vanuit het ‘stampkot’ zijn naam hoorde noemen en meteen luisterend stil bleef staan. Zij hadden het natuurlijk over zijn berucht ‘geval’ en Pierken voerde 't woord.

- Ik vinde da goed, zo hoorde hij Pierken op een toon van lerarende beslistheid zeggen. - Ik vinde goed da menier Triphon noar Siednie toe blijft goan. Niet da 't nog nie beter 'n zoe keunen: het zoe zijn plicht zijn van mee heur te treiwen. Moar lijk of 't nou goat es 't toch uek nog goed en in alle geval veel beter of da 'k 't verwacht 'n ha. Er es 'n begin van sociale rechtveirdigheid in zijn doad. Menier Tri-

[pagina 299]
[p. 299]

phon en zijn ouërs hên ulder leven lank uitsluitend deur den oarbeid van ulder wirkvolk geleefd en nou goa menier Triphon 'n klein gedielte van da gestolen goed aan de wirkersklasse in de persuen van Siednie teruggeven. Hij onderhoudt heur en heur famielde veur zueveel of dat hij kan; en hij zal ze woarschijnlijk blijven onderhouwen, want hij zit eraan vaste geplakt. Dat es goed! Dat es 'n welverdiende sociale wroake!

De arbeiders waren het niet allen onverdeeld met Pierken eens. Er ontstond enig rumoer in de groep en Free verklaarde cynisch ronduit:

- Ik 'n zoe 't in zijn ploatse niet doen. 'k Zoe d'r mijn broek aan voagen!

- Ha! ge zoedt gij ne slechten zijn! viel Fietriene, Pierkens lief, toornig uit.

- Ne slechten of giene slechten, 'k zoe d'r mijn broek aan voagen! hield Free hardnekkig vol.

Pierken werd heel, héél boos.

- Mannen gelijk gij zijn vijanden van de wirkersklasse! bromde hij.

- Zoe-je 't gij doen, Ollewoart? wendde Free zich lachend tot de kleine gebochelde.

Ollewaert krabde in zijn haar en keek tersluiks naar zijn dochter, wier tegenwoordigheid hem scheen te hinderen om precies te zeggen wat hij dacht of wenste.

- 't Vreiwevolk moe oppassen! antwoordde hij eindelijk ontwijkend.

- Zie-je wel! triomfeerde Free.

- 't Mannevolk spant altijd t' huepe; ze zijn allemoal precies gelijk! meende een van de vrouwen.

Het koor van de mannen protesteerde luid, maar het scheen wel of een waarheid was gezegd, want geen van allen, behalve Pierken, uitte een besliste afkeuring van Frees gezegde. Meneer Triphons hart klopte hevig. Hij was aan tegenstrijdige gevoelens ten prooi, en hij had er zo graag nog veel meer over gehoord. Maar hij stond daar zo gevaarlijk; zij konden hem ieder ogenblik ontdekken en hij had de grootste moeite om Kaboel bij zich te houden. Hij moest het eindelijk opgeven. Kaboel huppelde door de open deur over de

[pagina 300]
[p. 300]

binnenplaats en dadelijk klonk een vermanend stt! en hielden de gesprekken op Toen meneer Triphon op zijn beurt de drempel van de binnenplaats overschreed, wendde hij instinctmatig 't hoofd om, en wat zag hij, in de halfopen deur van de machinekamer...? Bruun de machinist, die hem van daar uit stond te beloeren! - Nondedzju! bromde meneer Triphon halfluid; en het rood der schaamte en der woede golfde naar zijn wangen. Bruun had dadelijk de deur van de machinekamer weer dichtgetrokken.

Op de binnenplaats waren de werklui, hun schafttijd geëindigd, loom opgestaan en zij rekten zich even uit, alvorens weer aan de arbeid te gaan. De vrouwen trokken reeds met stijve benen naar hun ‘kot’ terug; en onder de wagenpoort kwam Stien de Leugenoare aangestapt, gevolgd door zijn knecht Komijl, die een stuk ijzer droeg. Stien was zichtbaar aangeschoten; hij stapte recht af op meneer Triphon, die hij sinds dagen niet gezien had, en bromde, met starre, waterige dronkaardsogen:

- Ooooooooooo...

- Pepita, Pepita! viel Leo lachend in.

- Ooooooooooo... herhaalde Stien met dronkemanshalsstarrigheid, nu tot Leo gewend.

- Fikandoes-Fikandoes-Fikandoes! tetterde Feelken.

- Ooooooooooo... herhaalde Stien, En plotseling heel hoog, als dol:

- Peeeeee... peepeepeepee... pepitapepitapepita!

De mannen schaterden en de vrouwen bleven roerloos op een afstand vóór hun ‘kot’ staan, om het schouwspel bij te wonen.

Met zijn beide zwarte, uitgestrekte handen kwam Stien weer naar meneer Triphon toe.

- Oooo... menier Triphon, woarom 'n hèt-e mijne road nie gevolgd, roffelde hij.

- Oue road nie gevolgd! riep meneer Triphon ook lachend en ten diepste verbaasd.

- Oooooooooooooo... herbegon Stien te bromzingen. Maar plots, op gans andere toon, onbescheiden-dringerig:

- Toe, menier Triphon, trekteert ons mee nen dreupel! 't Mag er nou toch wel af!

[pagina 301]
[p. 301]

Al de werklui schoten in een bulderbui los en meneer Triphon stond gegeneerd te glimlachen, niet wetend wat gedaan noch wat geantwoord, toen eensklaps Mussche op de binnenplaats verscheen, ogenblikkelijk gevolgd door meneer De Beule, die als een orkaan in 't midden van de pret viel. Hij vroeg niet eens wat er daar omging; hij zag zo rood als een kreeft en begon in 't wilde om zich heen te ‘schieten’, dat de stukken er van afvlogen. De mannen holden naar hun werk terug en de vrouwen stoven in hun ‘kot’; en meneer De Beule wendde zich schuimbekkend tot Stien en Komijl, terwijl hij schreeuwde:

- Stien, as ik ou nog iene kier 't volk buiten ure vinde bezighouen, 'n zilt g'hier giene slag wirk mier hên!

- Ha moar, meniere, 'k kom hier die ijzere roe were brengen! antwoordde Stien beteuterd en als 't ware plotseling ontnuchterd.

- G'hèt mij verstoan, e-woar, Stien? gilde meneer De Beule, trippelend van woede.

- Ha joajik, meniere; zeker, joajoaik, deemoedigde Stien. - Moar kijk, meniere, 'k hè die roe gerepareerd! En hij wees, ter bevestigende verontschuldiging, naar het stuk ijzer, dat Komijl in de hand droeg.

Meneer De Beule nam geen verdere notitie meer, ook niet van meneer Triphon, die hij negeerde of hij niet bestond. Hij rukte 't ‘stampkot’ binnen, waar de heien reeds aan 't dansen waren, stond daar even roerloos met gefronste wenkbrauwen te kijken, schreeuwde nog iets dreigends dat in het lawaai verlorenging en waarop ook geen van de werklui reageerde. Toen schreed hij dik weer buiten, stapte dwars over de binnenplaats, viel als een dondergod in het ‘vreiwevolkskot’. De sidderende vrouwen zaten er over hun werk gebogen en keken niet op. Meneer De Beule, geladen om heftig te ‘schieten’ gluurde vorsend in 't ronde, maar vond geen aanleiding. Hij snoof geweldig en rukte zonder een woord weer buiten. Daar liep hij bijna boven op meneer Triphon, die niet meer wist waar zich te bergen. Met een vlammende toornblik op zijn zoon schoof hij hem rakelings en sprakeloos voorbij. Kaboel en Mussche besnuffelden eventjes elkaar als vreemden en opnieuw verdween meneer De Beule

[pagina 302]
[p. 302]

in 't ‘stampkot’. Na een poos steeg van daar uit in het gebeuk van de balken een loeiend ‘Oajoáek!’ op en meneer Triphon begreep dat zijn vader weer naar huis toe was.

Schuchter sloop hij zelf het ‘stampkot’ binnen.

Het was er volop drukte en animatie. De heien daverden en dansten en onder 't werken hielden de mannen levendige schreeuwgesprekken met elkaar. Feelken fikandoesde, Leo brulde en Poeteken en Berzeel waren aan 't schaterlachen om Stien de Leugenoare die nu vlak voor Miel, - ‘da kalf uek!’ - stond en somber opepitade, terwijl achter de deur van de machinekamer Bruun de stoker nijdig-loensend aan het spieden was. ‘Ik heb hier al niet veel te vertellen,’ dacht meneer Triphon in zichzelf, ‘maar het prestige van mijn vader is er al even beroerd aan toe.’ Er woei als 't ware een vlaag van oproer door het ‘stampkot’. Pierken, de enige die ernstig bleef, maar niettemin beefde van toorn, riep hard en vinnig, toen hij meneer Triphon zag, dat het wel niet lang meer duren zou dat de werkmensen zich als beesten lieten behandelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken