Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 338]
[p. 338]

XXXVIII

Om vier uur was Sefietje reeds wakker. Het kwam haar voor, alsof ze in haar lichte slaap, iemand onder haar raam had horen voorbijgaan. In de grijze ochtendschemering lag zij een hele poos te luisteren, hoorde niets meer. Maar de onrust broeide in haar; zij stond op, schoof het gordijntje weg, keek in de mistig-grijze tuin.

Een doffe kreet ontsnapte haar. Over de nog schemerige hoge kruinen van de bomen, rekte de fabrieksschoorsteen zijn rechte, bleekrode kaars uit en uit de zwarte opening krinkelde een lichte, rosse rookpluim ten ijlen hemel op. Sefietje begreep dat Bruun daar reeds aan 't stoken was, dat de staking was geëindigd en dat straks de fabriek weer werken zou. Eén ontzaglijk diepe vreugde trilde in haar, met de belangen van de familie vergroeide, slavenziel. Zij ging naar 't bed van Eleken toe en maakte haar wakker.

- Wat es er? Wa scheelt er? gilde de jonge meid in wilde angst.

- Zwijgt! De koave van de fabrieke ruekt! De koave van de fabrieke ruekt! jubelde Sefietje.

- Och!... kreunde Eleken en sliep zwaar weer in.

Om zes uur, precies om klokslag zes uur, hoorde Sefietje, die reeds ruim drie kwartier zenuwachtig-opgewonden in haar doodse keuken zat te wachten, een welbekend gegons en een poos daarna begonnen de heibalken als 't ware een vreugdepas te dansen. Dadelijk waren meneer en madam De Beule en meneer Triphon beneden. De triomf glansde op hun gelaat en meneer De Beule juichte vinnig:

- Haha!... Z'hên toch 't huefd in de schuet moeten leggen, de mannekes!

- Zoe 't vreiwevolk doar uek zijn? vroeg madam De Beule. Eleken werd op staande voet naar de fabriek gezonden. Zij

[pagina 339]
[p. 339]

keerde bliksemsnel terug en berichtte:

- Al 't vreiwevolk es op ulder wirk, uitgeweird Fietriene. - De diee 'n moe uek moar nie mier komen! smaalde meneer De Beule.

Zij gingen dadelijk aan hun ontbijt en beraadslaagden wat hen nu te doen stond.

- D'r noartoe goan! meende meneer Triphon.

Meneer De Beule maakte een zenuwachtige beweging. Hij wilde zijn zoon niet te woord staan; hij wendde zich tot zijn vrouw en zei:

- As ik goa, schup ik ze wig! Zoe-je gij nie beter goan?

- 'k Zal goan, antwoordde madam De Beule, terstond bereid.

- En zegt ulder surtout, as 't nog ne kier gebeurt, of as er uek nog iets mankeert aan ulder wirk, da 'k z'allemoal op stroate schuppe! foeterde meneer De Beule.

Madam De Beule zweeg. Zij maakte spoed met haar ontbijt, stond op.

- Goa-je gij mee? vroeg ze aarzelend en schuchter aan meneer Triphon.

Zij vreesde verzet van haar man, doch hij zei niets. Hij negeerde zijn zoon, maar vond het blijkbaar wel goed, dat deze in zijn plaats de onplezierige opdracht hielp waarnemen. Moeder en zoon kwamen in de heerlijke zomerochtend buiten.

De frisse bloemen bloeiden in de schone tuin, nog gans wazig bepareld en bedauwd, als omfloerst met licht-doorschijnend grijs over hun rode en paarse en blanke weelde. De bomen droomden nog: alleen de hoogste kruinen tintelden goudgroen in 't rijzend zonnelicht. De bladstille atmosfeer was van een heerlijk-verkwikkende frisheid, als vloeide ergens onzichtbaar een overmilde bron van gezondheid en geluk. Zij kwamen bij de machinekamer en openden de deur. De rode muil van 't vuur stond gapend open en Bruun de stoker was druk bezig grote schopvollen steenkool in de verslindende oven te schieten. Zijn bezweet gezicht zag in de felle weerschijn rood; zijn zwarte baard krulde fijn, als donkergloeiende metaaldraad. Hij schoof heel vlug opzij toen hij madam De Beule en haar zoon zag binnenkomen en groette,

[pagina 340]
[p. 340]

beleefd, maar gewoon, alsof er niets gebeurd was:

- Dag medám. Dag menier Triphon.

- Dag Bruun, antwoordden zij beiden.

Er was een korte stilte. Bruun ging ijverig voort met kolen op het vuur te schieten, maar madam De Beule, bewust dat ze toch iets moest zeggen, riep al haar moed bijeen en sprak: - Moar Bruun, wa hèt-e gulder toch gepeisd van ons azue in de steek te loaten?

Bruun kuchte. Het leek er wel naar of hij een antwoord wou geven, doch het kwam er niet uit. Hij kuchte nog eens en keek met aandacht in zijn vuur, dat hij even met een lange pook oprakelde.

- 't 'n Zoe toch gienen twiede kier meugen gebeuren, Bruun, ging madam De Beule kalm voort; - nou hee 't meniere nog deur de vijngers gezien, moar dat 't nog ne kier moest gebeuren 't'n zoe nie gepast zijn, zille!

Bruun hield op met rakelen en keek madam De Beule even aan. Hij wou beslist iets zeggen en uitte alvast een klank. Doch verder kwam het weeral niet; het scheen of Bruun de woorden maar niet vinden kon die hij behoefde om zijn gevoelens uit te drukken. Madam De Beule drong trouwens niet aan. Zij had hem nu gezegd wat ze te zeggen had; en met meneer Triphon trok ze naar 't ‘stampkot’ toe, waarin de heien oorverdovend dreunden.

Meneer Triphon merkte met de eerste oogopslag, dat twee van de banken onbezet waren: die van Pierken en van Fikandoes! Hij fluisterde 't vlug zijn moeder in 't oor; en zij schoven langzaam langs de rij, de stille groet van de arbeiders beantwoordend.

De anderen waren er allemaal. Berzeel was er, absoluut nuchter, en heel ernstig, heel deftig; alsof hij 't gevoel had, dat nu een grote en gewichtige verantwoordelijkheid op hem rustte. Leo was er, Free was er, Poeteken was er, en ook Ollewaert, allen even stil en ernstig, met geconcentreerde gezichten, of zij zware problemen bestudeerden. Pee stond reeds witbestoven als een sneeuwman bij zijn ratelende graanmolen; en Miel, da kalf uek! en de andere ‘steenbok’ liepen ijverig om hun reusachtige pletstenen rond. Miel bleef even onbeweeglijk staan toen hij madam De Beule en me-

[pagina 341]
[p. 341]

neer Triphon zag naderen en zijn dikke wenkbrauwen trokken zich bijna tot in zijn laaggeplante dichte haren op. Het leek wel of hij nog geen zier begrip had van alles wat gebeurd was en maar steeds naar de oplossing van 't raadsel wachtte.

De mannen hadden gegroet zonder een ogenblik hun werk te staken; en het gebons van de heien was zo hevig, dat madam De Beule en haar zoon eigenlijk geen kans zagen om daar, welk gesprek ook, aan te vangen. Er was ook feitelijk niets anders te zeggen dan 't geen ze reeds aan Bruun hadden gezegd, die het hun wel zou overbrengen; alleen hadden zij wel willen weten waarom Pierken en Feelken niet gekomen waren en wat die twee ook verder in hun schild voerden. En meneer Triphon, gebruik makend van een kort moment betrekkelijke stilte, vroeg het, met een gilstem, aan Berzeel:

- Komt Pier nie mier?

- Joajoaj, meniere, moar hij es 'n beetse ziek; hij hee huefpijne! gilde Berzeel terug.

- En Feelken!

- Dat 'n weet ik nie, meniere, antwoordde Berzeel met het gespannen-verantwoordelijk gezicht van een minister.

De heien raasden harder op, de mannen zaten in hun werk verdiept; en madam De Beule en meneer Triphon, niet verder aandringend, verlieten het ‘stampkot’ om zich naar het ‘vreiwevolkskot’ te begeven. Toen zij zich nog even bij de deur omkeerden zagen zij van ver Bruun de stoker die half achter een balk verscholen, hen bij de ingang van de machinekamer stond na te loeren.

In 't ‘vreiwevolkskot’ hadden zij gelegenheid te over om zich volkomen uit te spreken. Ook daar waren zij allen op hun post, behalve Fietriene; en zodra Madam De Beule en haar zoon binnenwaren, begonnen Mietje, Lotje en ‘de Witte’ geweldig uit te varen tegen Pierken en te schelden op Fietriene, die hen allen, zo sterk tegen hun zin, tot werkstaking gedwongen hadden. Het oude Natse huilde griezelig en zei dat het toch ‘zulk een schrikkelijk dijngen’ was; en allen waren ze 't er over eens dat het nooit meer zou gebeuren en dat ‘Fietriene’ maar nooit meer een voet in hun ‘kot’ zetten mocht.

[pagina 342]
[p. 342]

- Moar hoe es 't toch meugelijk van ulder azue te loaten opmoaken! riep madam De Beule, van ergernis en verontwaardiging haar beide handen ten hemel slaand.

- Ha, dom zijn! Ha, zot zijn! gilde Lotje; en barstte ook plotseling in tranen uit.

- Och Hiere, medám, da zijn toch dijngen! Da zijn toch dijngen! snikte en smeekte 't oude Natse handenwringend.

- Da z'er nog ne kier over beginnen! 'k Sloa ze de kop af! gilde ‘de Witte’ dreigend.

Die algemene heftigheid van de vrouwen maakte verdere verwijten overbodig. Madam De Beule beperkte dan ook haar betoog tot goede raadgeving voor de toekomst en tot de allerernstigste waarschuwing om vooral nooit te herbeginnen.

- Zij moar gerust, medám! beloofden zij allen. En 't zwarte Mietje Compostello, met haar grafstem, voegde er nog aan toe:

- 'k Zoe op mijn bluete kniens van hier tot aan de kirke willen kruipen as 't nie gebeurd 'n woare!

Madam De Beule en haar zoon gingen heen. Meneer Triphon had in het ‘vreiwevolkskot’ geen enkel woord hoeven te spreken. Meneer De Beule, in huis, triomfeerde nijdig, toen hij door zijn vrouw het relaas van hun bezoek hoorde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken