Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 452]
[p. 452]

XIV

Gedurende die zomer hadden drie gewichtige gebeurtenissen plaats. In mei werd Max, na heftige strijd, tot provinciaal raadslid gekozen; in juli werd tante Victoire heel onverwacht en plotseling ziek en genas slechts met moeite en tegen eind september verwachtte Marie haar tweede kind!

Max' succes werd triomfantelijk gevierd. Meneer Dufour, blakend van vaderlijke trots, gaf een groot diner te zijner ere, waar ook de Tantes aan deelnamen en voorspelde dat zijn zoon, eer het twee jaar verder was, lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers zou zijn.

Max deed nederig, meende dat de verkiezing voor hem zeker wel een eer betekende, doch dat hij het vooral beschouwde als een plicht en verantwoording die hem op de schouders werd gelegd: een proef waardoor hij zou te bewijzen hebben wat hij eigenlijk waard was, vooraleer hij dáár kon komen waar zijn vader hem reeds in zijn al te voorbarige verbeelding zag. Hij drukte dat alles uit in lange, sierlijke zinnen, zoals hij er gebruikte in de politieke vergaderingen waar hij het woord voerde; maar zijn ogen keken plechtig-superieur als van een toekomstig minister: en ook in de manier waarop hij zijn donkere baard, met een herhaald gebaar, dat hij nu vast scheen te hebben aangenomen, naar voren puntte, scheen wel degelijk het stevig en vast bewustzijn te liggen, dat hij voor de hoge betrekking die hem werd toegedacht volop de gave en bekwaamheid in zich voelde. De Tantes waren verrukt en bejegenden hem reeds als een heel groot man: en de zusters zagen schuchter en eerbiedig naar hem op en zouden het wellicht niet meer gewaagd hebben zich tegen zijn autoritaire eisen te verzetten, zoals ze vroeger, vooral Clara - bij toeval wel eens durfden doen.

Kort daarop was het, dat tante Victoire plotseling zo ziek

[pagina 453]
[p. 453]

werd. Een hevige aanval van griep, die haar zo aanpakte, dat het dadelijk op 't kantje af was met haar. 't Gaf een geweldige opschudding voor al de verwanten. Voornamelijk Max, die zich werkelijk als het hoofd van de familie begon te voelen, reed bijna dagelijks op zijn fiets naar het buitenverblijf van de Tantes. Hij had er in 't geheim gewichtige gesprekken met de dokter en hij ontmoette er ook vrij geregeld de dorpspastoor, wiens naar zijn zin wat al te druk vermenigvuldigde bezoeken hem niet buitengewoon bevielen noch geruststelden. Meneer de pastoor deed altijd zeer beleefd en plechtig tegenover Max, hij sprak hem steeds aan in het Frans en noemde hem om de haverklap ‘Monsieur le Conseiller;’ maar juist al die voorkomende beleefdheden wekten Max' wantrouwen op. Hij voelde er een zeer gevaarlijk concurrent achter voor het erfdeel van de rijke Tante en had geen de minste rust zolang hij daar vertoefde.

Tante Victoire zelf scheen zich van al dat gedoe om haar heen niets aan te trekken. Zij nam ternauwernood notitie van wat er gebeurde; zij was diep terneergeslagen. Zij had haar valse tanden uitgelegd en haar gerimpeld gezicht viel nu helemaal in elkaar. Zij leek op zichzelf niet meer. Alleen haar ogen bleven nijdig leven en sloegen de dingen zwijgend gade. Tante Estelle zat meestal in tranen aan haar sponde: tante Clemence liep gejaagd en actief heen en weer. Tante Victoire genas eindelijk half, doch haar eetlust kwam maar niet terug: en haar kakebenen moesten versmald zijn, want het valse gebit paste er niet meer in. Zij lei het weg in een laatje, bij haar juwelen.

Maar verre de gewichtigste gebeurtenis van alle bleek ten slotte het bericht dat Marie weldra voor de tweede maal zou moeder worden.

Zij hadden het zolang mogelijk geheim gehouden - niemand begreep eigenlijk waarom - en uiterlijk was 't ook haast niet te merken; maar eindelijk moesten ze 't toch wel zeggen en Max kwam het op een middag mededelen, ernstig en zelfbewust, met de vertrouwelijke, ternauwernood gezweemde glimlach, waarmee een handig diplomaat een gewichtig staatsgeheim openbaart. Zij bekwamen er niet van, zij vielen als 't ware uit de lucht; alleen Adrienne juichte plotseling, in over-

[pagina 454]
[p. 454]

dreven opgewondenheid:

- O! heerlijk! heerlijk! Wanneer komt het?

- Maar Adrienne! riep Clara gescandaliseerd alsof Adrienne iets onbetamelijks had gezegd. En ook Edmée keek afkeurend naar haar zuster op en liet de lip hangen.

- Vermoedelijk eind september, antwoordde Max, superieur doend, of hij niets gemerkt had.

De geboorte had werkelijk een der laatste dagen van september plaats en bracht ditmaal een meisje. Een jongen en een meisje, dat was koningswens en allen jubelden! Het leek wel of Max het vermogen bezat de gebeurtenissen van het leven naar zijn wil en wens te schikken. Meneer Dufour was weer tot de tranen ontroerd en de meisjes riepen:

- Het zal nu zeker onder de naam van Mathilde gedoopt worden, zoals Marie verlangt?

Max blikte koel in 't onbekende en streek zijn baard naar voren. Hij had daar andere plannen mee in 't zicht. De oude Tante bij wie Marie zovele jaren geleefd had heette Mathilde en Marie wenste zo graag, uit piëteit en dankbare herinnering, aan haar kind die naam te geven. Max bracht haar evenwel aan het verstand, dat het verkiesbaar was de Tantes, zijn Tantes niet te verwaarlozen.

- Wat! tante Estelle nu! riep Marie in opstand. - Tante Estelle is een goed, best mens, maar ik vind haar voornaam lelijk, afschuwelijk!

Max bleef kalm.

- Tante Estelle niet alleen, maar ook tante Victoire, meende hij.

- Hoe zo? vroeg Marie.

- Wel; - Estelle - Victoire; en nog 'n paar andere namen daarbij als ge wilt. Weet ge... tante Victoire zal niet zo lang meer leven; we moeten dat wel voor haar overhebben. En tante Estelle mogen we toch ook niet helemaal negeren. Marie schreide.

- En ik die zo gaarne mijn lieve tante Mathilde herdacht had, kreunde zij.

- De volgende maal... ik beloof het u, zei hij plechtig. Verbaasd keek zij hem aan! Hoe zo, de volgende maal! Meent ge dan dat ik zo maar aldoor....! riep ze boos.

[pagina 455]
[p. 455]

- Kalm, vrouwtje, wees kalm; 't is niet goed u zo op te winden, suste hij en gaf haar een zoen.

En het gebeurde zoals hij besloten had.

Hij ging naar de Tantes toe en vroeg hun of ze 't goed vonden, dat het kind onder de namen van Estelle-Victoire gedoopt werd. Tante Estelle schreide van dankbare emotie en ook tante Victoire gaf tekens van tevredenheid, maar jammerde dat haar ziekelijke toestand haar niet toeliet de doopplechtigheid bij te wonen.

- O, maar, ik zal ook niet gaan; ik zal bij u blijven, zei dadelijk de goedige tante Estelle.

Max deed of hij dat zeer betreurde, hoewel hij het begrijpen kon; en het kind werd zonder de Tantes gedoopt.

Dat gebeurde op een dinsdagochtend van begin oktober. Meneer Dufour, Max, zijn zusters en enkele intieme kennissen van Marie zaten allen om het bed waarin zij met het kindje naast zich in de wieg lag, toen er bescheiden op de deur geklopt werd.

Max ging opendoen en zijn dienstmeisje stond voor hem en zei fluisterend:

- Meneer, zoudt gij eens willen beneden komen. Floorke is daar, die u dringend wenst te spreken.

Vlug liep Max de treden af. Floorke stond in de gang, met de pet op het hoofd. Hij nam die af en zei op doffe toon, met grote, ernstige ogen en een stem die hijgde:

- Meniere,... d'r es doar tijjinge toegekomen da iefer... iefer Victoire gestorven es.

- Wa zegt-e doar! kreet Max.

- Joa, meniere... Vreesken es 't komen zeggen... nog gien ure geleen... 'k Ben direct op mijne velo noar hier gevlogen.

- Wannier es da gebeurd?

- Van den uchtijnk, meniere... al mee ne kier, zei Vreesken,

- tusschen negen en tienen...

Max' gezicht kreeg een verstarde uitdrukking. Zijn wenkbrauwen stonden gefronst: zijn blik staarde in de verte, op zijn gedachten.

- Loat ouë velo hier, zei hij, - en wacht. Ge zil woarschijnlijk direct mee de familie moeten noar huis rijen. Goat in de keuken om 'n glas bier.

[pagina 456]
[p. 456]

- Huel goed, meniere.

Met trage schreden, diep peinzend, toog Max weer naar boven. Toen hij de kamerdeur opende had hij al zijn zelfbeheersing teruggekregen. Zijn plan was opgemaakt.

- Papa, zei hij tot meneer Dufour, - daar zijn twee boeren van Bavel, die u dringend over een kwestie van erfscheiding wensen te spreken.

- Zo! riep meneer Dufour verbaasd opstaand. - Zijn ze daarvoor tot hier gekomen?

- Ja, antwoordde Max; en lokte meteen, door een hoofdwenk, zijn vader uit de kamer.

- Tante Victoire is dood! zei hij dof, zodra zij alleen waren. En haastig, angstig:

- We moeten er dadelijk heen, begrijpt ge? Floorke is hier; 'k zal hem terstond doen aanspannen.

Meneer Dufour begreep er alles van. Hij schrikte geweldig van de onverwachte tijding, maar haast nog meer dat het gebeurd was in hun afwezigheid. Hij was terstond bereid; Floorke was al bezig met het paard in te spannen; Max expliceerde aan het dienstmeisje wat zij aan de dames daarboven moest zeggen om zijn vrouw niet te doen schrikken. Zo spoedig als 't maar kon zouden zij terugkeren. Intussen moesten de dames hier maar blijven eten.

Toen meneer Dufour en zijn zoon, na een wilde rit, op het buitengoed aankwamen, vonden zij er tante Clemence en tante Estelle in hete tranen, omringd door meneer de pastoor, de dokter en de dorpsnotaris. Zij hoorden het verhaal hoe alles was gegaan, zo plotseling en onverwacht, nadat zij nog maar pas een kop bouillon gedronken en een beschuitje gegeten had. Vader en zoon zetten bedrukte gezichten en uitten meewarig klachten en dan bleven zij daar verstard en roerloos zitten, als wachtend op iets dat nu komen zou. Maar er kwam niets. Pastoor en notaris stonden al spoedig op en namen afscheid, alsof zij daar hun taak hadden volbracht, en de dokter verdween even in de dodenkamer en kwam er na een poos weer uit, zacht tot de heren fluisterend:

- Wilt ge haar eens zien?

Zij volgden op hun tenen, de dokter, door de twee snikkende zusters vergezeld.

[pagina 457]
[p. 457]

Zij hadden zich zoveel mogelijk gehaast om tot daar te komen, maar zij hadden het obscuur gevoel dat zij toch nog te laat kwamen.

Zij hoorden zacht de kaarsjes knetteren in de donkerige kamer en zij zagen het wasgeel gezicht van de dode, in plechtige rust, met de om een rozenkrans gevouwen, gele handen.

Zij knielden en baden...

Aan 't voeteinde stond een nonnetje uit 't klooster, zwart en roerloos als een beeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken