Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 499]
[p. 499]

IX

Die dag bleef als een mijlpaal in Ulekens leven; maar geen vrolijke. Sinds die dag was het, dat al wie haar kende, zulk een grondige verandering in gans haar zijn en doen kon waarnemen. Haar vrije vrolijkheid ver taande; een soort van argwaan en schuwheid zat diep in haar ogen. Een tijdlang werd ze opvallend mager en had ze haar eetlust verloren. Zij zong niet meer als vroeger vrolijke liedekens onder de arbeid, en zij zat dikwijls lange pozen stil en peinzend, met afwezigstarre blikken naar het gekeuvel van de anderen luisterend. 's Zondags ging zij nooit meer mee met haar vriendinnen naar De Floncke. De danspartijtjes schenen elke aantrekkelijkheid voor haar verloren te hebben. Het liefst bleef ze maar thuis, bij moeder, terwijl haar vader, haar broeder en haar zuster er op uit waren.

Van het geval met Broospèr, en dat met meneer Santiel, had zij echter niets meer gehoord. De onaangenaamheden, die zij eerst vreesde, hadden zich niet voorgedaan. Geen mens scheen van die hele geschiedenis iets af te weten. 't Was of er hoegenaamd niets gebeurd was. Alleen in haar eigen, diepste wezen had de gebeurtenis, de omwenteling haar sporen nagelaten.

Zij dacht er dikwijls aan, en steeds met angstige ontroering. De ruwe aanranding van Broospèr verwekte slechts in haar een gevoel van huiverende walging; maar de zacht-strelende zoenen van meneer Santiel zongen nog verleidend om haar lippen. Broospèr, al stond hij in 't goud, zou ze nooit tot man gewild hebben. Meneer Santiel, als hij van haar stand was geweest, had ze wel gaarne tot levensgezel uitgekozen. Maar meneer Santiel wás nu eenmaal niet van haar stand en zij wilde aan hem niet eens denken, hoewel zij er zo dikwijls, in weerwil van zichzelf aan dacht.

[pagina 500]
[p. 500]

Zij zag hem af en toe terug. Zij ontmoette hem soms langs de wegen, of in de velden, waar hij met Jules, of ook wel alleen met zijn hond, op jacht was. En telkens groette hij haar vriendelijk en wisselde een praatje met haar, terwijl ze dan met kloppend hart voor hem te blozen stond.

't Was de herinnering aan zijn zoenen, die haar zo deed kleuren. Waarom toch had ze dat laten gebeuren? Hij was gekomen op het juiste ogenblik, toen zij verlamd was door haar strijd tegen de woesteling en behoefte had aan troost en steun. Zij was week geweest; zij had geen kracht meer tegenover hem gehad; zij had zich laten gaan, gelaten gevend aan de zachtheid, wat zij aan ruw geweld geweigerd had; en nu had meneer Santiel als 't ware rechten op haar, terwijl zij daarentegen geen reden bezat om hem voortaan te weigeren, wat zij hem eenmaal had toegestaan.

Hij vroeg er telkens om, als hij de kans had haar ergens alleen aan te treffen; telkens weer wilde hij haar omhelzen en haar frisse lippen zoenen; en hij begreep maar niet, waarom zij niet meer wilde.

- Nie, menier Santiel! weerde zij hem steeds kalm maar vastberaden af. - Nie, ge'n meug mij da nie mier vroagen. Doar 'n kan niets goeds van komen. Soorte bij soorte! herhaalde zij steeds, wanneer hij verder aandrong en zei, dat hij haar zo innig liefhad.

‘Soorte bij soorte!’ dat was het vaste wachtwoord van Ulekens fatsoenlijke levensopvatting. Zij wist toch wel, dat hij haar nooit ten huwelijk zou vragen en het andere wilde zij niet; daar was ze te degelijk voor.

‘Soorte bij soorte!’ Telkens weer moest hij het horen en het woord, dat haar weerspannigheid kon breken, uitte hij maar niet. Natuurlijk dacht hij er niet aan met haar te trouwen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken