Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 583]
[p. 583]

XLI

In die korte winterdagen, met koude grijze lucht en sneeuw over de velden, zat Eulalietje meestal stil en ingetogen bij het kleingeruite raampje naast tante Uleken en haar vriendin te keuvelen en te breien; maar haar ziel en haar gedachten waren zo dikwijls elders en haar ogen keken voortdurend door de ruitjes, nu eens stralend in afwachting, dan weer dromerig en peinzend, met een waas van weemoed. 't Was afspraak, dat Allewies daar één keer per dag in de landweg vóór het boerderijtje mocht passeren en eventjes naar de raampjes opkijken. Was Eulalietje in 't donker gekleed, dan betekende het dat er geen hoop was elkander die dag te spreken. Had zij daarentegen iets lichts om de hals, een wit of blauw, of roze lintje of strikje, dan wilde dat zeggen, dat er wel geen zekerheid, maar toch vrij grote kans bestond om elkander heel eventjes, in de schemering, achter de schuur te ontmoeten. Dat was het uur, waarop tante en Natsen, en ook de knecht en de meid het druk hadden in huis en in de stallen, en Eulalietje een poos alleen en vrij gelaten werd.

Zij drentelde naar buiten, met een wollen sjaal om de hals, zogezegd om een luchtje te scheppen en daar stond hij op haar te wachten, dicht bij de haag, in de schaduw van de schuur, goed beschut tegen onbescheiden blikken, zowel vanuit het huis als van op de landweg. Zij zeiden niet veel: spreken was dan ook te gevaarlijk; maar hij omprangde haar als een man en drukte haar zoenen op de mond. Lang mocht het niet duren, slechts enkele minuten; maar toch lang genoeg voor een volgende afspraak en ook lang genoeg om dof-razend te schelden op de twee oude vrijsters, die door hun louter bestaan hun jeugdige liefde zo akelig dwarsboomden. Hij knarsetandde en balde zijn reeds sterke, kleine vuisten; hij sprak van vechten en schieten en zijn felle ogen fonkelden in

[pagina 584]
[p. 584]

de duisternis. Eulalietje werd soms bang voor hem en wist helemaal niet, hoe zij hem tot bedaren zou brengen. - Ze 'n zijn zij nie kwoad op ou! poogde ze te sussen; maar het hielp weinig; hij voelde dat ze wél kwaad waren op hem, evenals op heel zijn familie - vader had het immers meer dan eens gezegd, en moeder trouwens ook - en het griefde hem bitter, dat Eulalietje zich daardoor liet beïnvloeden, zodat hij nu niets had aan haar tijdens die kerstvakantie, waarvan hij zich zoveel had voorgesteld.

- Hawèl, ge meug mee mij meegoan as ik noar huis goendag goa zeggen ier da 'k were noar 't kluester goa, beloofde zij. Dat was een tamelijk zwakke troost voor hem, maar hij deed het haar toch nog eens stellig beloven, om er zeker van te zijn. En de tijd vooruitlopend, wilde hij weten hoe het dan gaan zou, later, als ze eenmaal voorgoed terug zou zijn.

Ja, dat wist zij ook nog niet. Men moest zien en afwachten.

- Ge zil mij vergeten; ge zil nen andere geiren zien! snikte hij. - Moar!... riep hij eensklaps dreigend; - 'k zal dien andere vermuerden, al moest ik er mijn leven lank in 't kot veuren zitten!

- O, Allewies, ge 'n meugt azue nie klappen; ge moakt mij schouw! beefde zij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken