Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.45 MB)

ebook (4.02 MB)

XML (2.33 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3

(1975)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1012]
[p. 1012]

IV

Er kwam een brief van Maria en ook een van Dzjeurens.

‘Ivan’, zo schreef hem Maria,

ik neem de pen in de hand om u te laten weten, dat gij hier verandering zult vinden als gij terugkomt. Er wordt in Blue Springs van niet anders gesproken, als dat Mrs Keane gaat hertrouwen met Mr O'Healy met wien zij vroeger in haar jonkheid al heeft gevreen. Is dat nu toch niet spijtig, Ivan, dat ge alzoo uw schoone beetjes hebt laten pakken. O, jongen, als gij toch naar mij geluisterd had, wat zoudt ge nu toch een schoon leven hebben! Het en gaat mij wel niet direct aan, maar ik en kan er soms niet van slapen als ik er 's nachts aan denk. Nu gaat gij trouwen met dat jong kieken van Lisa Baere volgens wat gij in uwen brief aan Oculi en Clotilde geschreven hebt. Well, ik en zal daar geen contrarie van zeggen, dat meisje was nog een klein kind als ik uit Wemelbeke vertrokken ben; maar het spijt mij toch in den grond van mijn hert dat het niet anders is en ik vraag mij af hoe dat nu alles moet gaan als gij hier terug zult zijn.

Verder kan ik u laten weten dat de bouwgrond alweer dertig per cent gestegen is en dat onze aandeelen in de nieuwe fabriek nu goud waard zijn. O, als ik toch denk dat dat allemaal van u had kunnen zijn, o gien dommen jongen die ge zijt, hoe is het toch mogelijk alzoo uw eigen geluk weg te smijten. Afin, daar is niets meer aan te doen en ik noem mij met liefde, maar ook met veel droefheid

uwe verkleefde schoonzuster

Maria.

 

P.S. Naar het schijnt is het met Clotilde alweer mis. Zij en weet het nog niet zeker, maar zij peist het toch. 't Is wel wat gauw zoo kort opeen, maar afin zij maakt het verder goed.

[pagina 1013]
[p. 1013]

Zeg er maar iets van aan Moeder en aan Peetsen. Als het nu maar een meisken is, zegt Clotilde, zal zij er nog al een reden in maken.

Uncle Gerrit heeft passeerde weke weer lelijk zat geloopen en Mielke Vervaet niet minder. Franklin is te wege geweest van hem in den bak te draaien. Well, Ivan, ik zal toch blije zijn als gij hier weere zijt. Wij waren al goed aan mallekaar gewend. O jongen jongen, wat is dat toch spijtig dat gij zoo dom hebt geweest!

Ivan lei met een grijns de brief van Maria opzij en opende die van Dzjeurens.

 

Vriend Ivan

Ik neem de pijn in de hant om u te laeten weeten den staet van mijn gezondeit en veroop van u hetzelve. Ware het anders het zou mij veel verdriet doen. Well Ivan ik heb nu al diffrente landen afgereisd en begin er leelijk genoefd van te krijgen. All die old stuff en is mij het bekijken niet waard. Hoe is het toch mogelijk al die kronkels en kruinkels van straten te bouwen, als het toch zoo gemakkelijk is schoone rechte vierkante bloes te bouwen gelijk wij in Amerika doen. Well Ivan ze brengen u daar dan in museums waar dat ge zoudt beschaamd zijn van gezien te worden. Ja, tabloos met groote spiernaakte geschilderde vrouwen zooals ze in de slechte huizen rondloopen. Dat zou in Amerika toch door de policie verboden worden. En als ge peist dat er daar jonge mannen en jonge meisjes staan naar te kijken. Ik en wiste niet dat de old country zoo verdorven was. Well, men ontmoet gelukkiglijk op reis veel Amerikanen en zoo heeft men nu en dan toch wel wat fun en good time, want anders zou men het er niet kunnen uithouden. Well het eenige dat ik hier somtijds beter vind dan in Amerika dat is het eten en ik geloof dat veel Amerikanen naar hier komen om eens goed te eten. Anders begrijp ik niet wat zij hier komen doen. Nu moet ik toch ook zeggen dat de bergen in Zwitzerland hooger zijn dan alles wat ik in Amerika gezien heb, maar hun watervallen zijn muggepisjes vergeleken bij Niagara.

Nu Ivan heb ik u omtrent alles gezegd wat de moeite waard was en ik ga mijn trunk inpakken om terug te keeren. Ik

[pagina 1014]
[p. 1014]

denk dat gij van uwe kant ook al meer dan genoefd hebt van oud. Vlaanderen en dat gij zoo blij zult zijn als ik als gij weer op zee zijt. Nu Ivan laat mij weten te Parijs Hotel Continental wanneer gij vertrekt ik zal al doen wat ik kan om op denzelfden boot te zitten.

 

Uw verkleefde Dzjeurens.

 

P.S. Ik heb eergisteren een aardig nieuws ontvangen van Jan Maerschalck, gij weet wel de Vlaamsche saloonkeeper van Blue Springs. Hij laat mij weten als dat Mrs Keane zou gaan hertrouwen met Mr. O'Healy. Ik geloof er niets van. Hij heeft wel vroeger met haar gevreen, maar hij zal toch wel verstand genoefd hebben om met alzoo een hooggeleide dwoazekonte niet te trouwen. Ze zouden ze mij voor niet mogen geven dat ik ze nog niet en zou willen.

 

Al dat geschrijf maakte Ivan triestig en wierp een schaduw op zijn frisse liefde voor Lisatje. Gladys was voor hem verloren, dat wist hij nu wel; maar waarom moest men nu ook zijn jong geluk vergallen? Men deed hem aarzelen, twijfelen; het was of allen het erop aanlegden om hem nergens vrede en geluk te laten genieten. Hij wist nu ook nog niet, wanneer hij trouwen zou; hij moest toch eerst een betrekking hebben, hetzij in Vlaanderen, hetzij in Amerika. Hij kon toch niet, op nog geen dertigjarige leeftijd, als paprentenier gaan leven!

Hij sprak met Lisatje, en met haar moeder. Lisatje voelde angst en afkeer voor het verre land. Was het bij haar een doffe jaloersheid ten opzichte van de mooie, rijke dame, die zij eens van ver met Ivan in 't dorpje had gezien? Misschien wel. Zij sprak er niet over. Zij vermeed stelselmatig van zijn vroegere betrekking te gewagen. Zij was bereid hem te volgen, waar hij zich zou willen vestigen, maar herhaalde steeds, dat zij, ó zo heel veel liever, in haar eigen land zou gebleven zijn.

Haar moeder, een nog jonge weduwe met sluwe ogen, had een voorstel.

- Spreek ne kier mee Nonkel Justien! opperde zij. - Den dienen zal ulder goeje, verstandige road geven.

[pagina 1015]
[p. 1015]

Nonkel Justien was haar broeder. Hij woonde, met vrouw en kinderen, even buiten 't dorp en bezat daar een kleine bloemkwekerij. Ivan kende hem wel, wist dat het een felle werker was. Op een middag ging hij er met Lisatje heen.

Lisatjes moeder was sluw, Nonkel Justien was slim en flink voortvarend. Hij had een open gezicht met heldere ogen en snapte dadelijk de hoofdzaak van de dingen. Zodra Ivan hem op bescheiden toon gevraagd had of hij geen baantje wist voor hem, was hij met een concreet antwoord klaar.

- Joajik! zei hij. - Joajoajik. De blomisterije, os ge wa geld hèt om er in te steken.

- 'k Hè geld! antwoordde Ivan; - moar 'k 'n hè hoegenoamd gien verstand van dien artikel.

- Dat 'n es niets; da lierde in ienige moanden! beweerde Nonkel Justien. - Hoeveel geld zoede er in keune steken? - Hoeveel geld zoed' er veuren nuedig zijn? vroeg Ivan voorzichtigheidshalve.

- Da dippendeert ervan hoe gruet da g' ou wilt inrichten! zei Nonkel Justien. - Mijn affeiren es te kleine. Hoa 'k mier geld g'had 'k was al lank ne rijken boas!

- 'n Poar honderd duus frank! vroeg Ivan aarzelend.

- Nondedzju! riep Nonkel Justien van geestdrift op zijn knieschijf pletsend. - In tien joar tijd zijde miljonair!

Ivan moest om Nonkel Justiens opgewondenheid lachen. Hij gaf een duwtje in de zij van Lisatje, die ook eventjes lachte. - Twie honderd duus fran, nondedzju! herhaalde Nonkel Justien met een soort eerbied; - wel doar keunde toch al mee doen wat da ge wilt: ouë grond kuepen, ou serren zetten, ou huis bouwen, ou zoad en planten kuepen, nondedzju! - Moar zoen we hier wel geschikte grond keunen vinden? twijfelde Ivan.

- Hier? Geschikte grond! Zueveel of da ge wilt! G'hèt doar da stik land nevens den hof van menier Alexander. 'k Ben zeker dat hij 't zoe verkuepen, want hij hee cenzen nuedig, zulle! Wil ik het hem ne kier goan vroagen?

- Ge zijt er zue hoastig mee, Nonkel Justien?

- Haaa!... ik ben ne man van de veuruitgang, pochte Nonkel Justien. - Ne kier da 'k iets besloten hè, 'n sloap ik er nie mier op. Wil ik het hem goan vroagen. Ge 'n reschiert

[pagina 1016]
[p. 1016]

doar nie bij.

Ivan glimlachte. Hij dacht even, dat het nu voor de tweede maal zou zijn, dat hij ging speculeren in gronden, waar hij toch eigenlijk geen verstand van had. De eerste maal was 't schitterend geslaagd, door allerhande gunstige omstandigheden. Wie weet of het nu ook geen meevaller zou worden? Hoe dan ook, hij riskeerde er niets bij, zoals Nonkel Justien zei, om meneer Alexander eens te polsen.

- Hawèl joa, Nonkel Justien, goa vroag het hem ne kier!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken