Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 5 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 5
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 5Toon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.77 MB)

Scans (0.79 MB)

ebook (9.66 MB)

XML (2.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. van Elslander

Anne Marie Musschoot



Genre

proza

Subgenre

verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 5

(1978)–Cyriel Buysse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 180]
[p. 180]

XXII Mijmering

Ik sluit mijn ogen, ik druk de linkerhand op mijn voorhoofd en helder zie ik weer als vroeger:

Een doodeenvoudige boerderij in mijn geboortestreek! 'k Geloof niet, dat er eenvoudiger, onbeduidender boerderij bestaat. Een wit huis, met grijsblauwe luiken en rood pannendak. Dofbruine stallen en schuren, met banale gevels en deuren, en op het erf niet eens een boomgaard: enkel wat schrale, kleine boompjes, hier en daar verspreid over het groene gras, benevens een vermolmde houten pomp en een grijs-stenen hondehok, waarin een oude gele waakhond ligt te slapen.

Helder zie en voel ik weer dat alles, met een stille, diepe emotie, alsof het heel schone dingen waren.

Waarom...?

Om iets, dat al dat lelijke en banale eensklaps wonderschoon deed leven!

Om een jonge vrouw, een boerenmeid, die met een emmer in de hand uit 't woonhuis kwam en door haar enkele verschijning, alles om zich heen transfigureerde.

Ik weet het nog: het was een zachte, stille dag van eind april. Dat zachte en stille hing als een tere nevel in de fijne atmosfeer waardoor de zwakke zon haar weke stralen zeefde. De bomen hadden nog geen blaadjes aan hun kruinen, maar de knoppen stonden barstensdik gezwollen. Het gras was vol met witte en gele bloempjes, die ik eerst niet had gezien, er zongen vogels in de lucht die ik niet had gehoord, er was diep-trillend, geheimzinnig leven op de heldere bodem van 't snel-vliedend beekje, en 'k zag een gele vlinder laag zigzaggend tussen schrale boomstammetjes fladderen, een verrassende geluksvlinder, de eerste bode van het voorjaar, als een zwevend zonnevlekje uit de bleke hemel neergedaald.

[pagina 181]
[p. 181]

Dat alles om die jonge meid die met een emmer in de hand uit het banale boerenhuis kwam...! Dat alles omdat ze zo mooi was en haar juichende schoonheid als 't ware om zich heen uitstraalde...

Ik sluit mijn ogen, ik leg de hand op mijn voorhoofd, en zo zie ik haar weer.

Donkere, prachtig-wild-verwarde haren, bruinroze wangen; blauwe, lichtend-blauwe ogen, die ik nooit vergeten heb. Die ogen schitterden als fonkelende sterrebloemen in haar gezond-bruin gelaat. Die ogen lachten, juichten, streelden,... en brandden. Fris-jubelend schoon, zonder iets van dwang noch sluwheid, keken zij de wereld in. Het waren ogen, om... veel voor te doen. Slank en recht was haar gestalte. Zij had niets aan haar lenig lichaam dan een grauwlinnen hemd, dat op haar bruingebrande hals halfopen hing en een kort, grauwbruin rokje, vol scheuren en rafels en vlekken. Haar nerveuze kuiten en haar fijne voetjes waren bloot, bezoedeld met aarde...

Ik sluit mijn ogen en druk de hand aan mijn voorhoofd... Hoeveel lange jaren is dat wel geleden, en waarom denk ik er nu ineens weer aan? Hoe en waarom zie ik alles zo duidelijk en zo helder alsof 't nog vóór mij stond en van grote betekenis was? Waarom zie ik de gele waakhond lui in zijn hok liggen slapen, met de dikke kop schuins op zijn rechter voorpoot? Waarom zie ik een barstspleet in de ruige, houten pomp, waar helder nat doorsijpelt? Waarom zie ik twee gele narcissen, sierlijk op hun groene stengels buigend, aan de oeverrand van 't beekje?... En waarom zie ik zo helder en zo duidelijk haar ogen, haar onvergetelijke blauwe ogen...

Wat is er van haar geworden? Leeft zij nog, of is zij dood? Is ze getrouwd, en hoeveel kinderen hangen om haar heen, en in welke nood en armoede zwoegt zij, met een vroegtijdig verouderd en vervallen lichaam, haar verder sjouwleven door? Ik weet er niets van. Ik weet niet wie zij is of was; ik heb haar nooit teruggezien noch zelfs haar naam gehoord en toch staat ze voor mij als iets, dat nooit meer zal vergaan.

Vraag me niet hoe of waarom dat zo is, ik weet het niet, ik weet het niet.

[pagina 182]
[p. 182]

Zij was schoon, zij was prachtig, zij had ogen als er geen meer zijn op de wereld; zij had een droevig gescheurd en bezoedeld bruin rokje aan en haar nerveuze blote voetjes waren bruin van aarde,... meer weet ik niet, ik heb haar maar één enkel ogenblik gezien, terwijl zij met haar emmer van het woonhuis naar de stal liep,... dat is alles, álles, en dat blijft, dat gaat met mij mee door 't leven, waarom?... waarheen?

Ik weet het niet...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken