Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven
Afbeelding van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijvenToon afbeelding van titelpagina van Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.81 MB)

Scans (19.05 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het koninkrijk IJmond. Ba Kuku-Ba Buba. Een oraal koningsdrama in vijf bedrijven

(1985)–Edgar Cairo–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

Zwarte kultuur in Nederland

Over de psychologie van het begrip ‘zwarte kultuur’ in Nederland. De blanke (in Nederland) interpreteert vanuit de dominante kultuur en vanuit zijn ervaringen met negers het begrip zwarte kultuur als volgt: kultuur van mensen met wie we óf strijd hebben óf harmoniëren. Aan assimileren, aanpassen in de zin van opgaan in de kultuur van de zwarten, hoeven zij immers niet te denken. Zij zoeken om te beginnen het grootste raakpunt. En dat zijn de bekende sociale problemen zoals drugsgebruik, diskriminatie. Elke zwarte is zo ongeveer een diskriminatiedeskundige zeg ik maar heel simplistisch. (De lezer zal allang bemerkt hebben dat ik het voortdurende gebruik van termen als zwart, blank, wij, zij, etc. in principe betreur. Maar het is nodig ze te hanteren om mijn verhaal duidelijk te maken.)

Verwacht men van de neger iets van kultuur, dan is het weer óf óf. Dat wil zeggen, als het op kunst aankomt kijkt men naar de gevestigde Afrikaanse kunst. Dat heeft internationaal prestige. Surinaamse of Antilliaanse kunst, kunst uit De West, heet al gauw folklore (op z'n Nederlands uitgesproken). En aangezien wij die uit De West komen nog nauwelijks iets hebben kunnen kenbaar maken van grote, onderliggende kultuursystemen en/of verbanden, blijft het geheel een verzameling van snippers. Dat klopt ook met onze historie.

Over geschiedenis gesproken! De blanke ziet zwarte kultuur niet als iets wat hij heeft helpen vormen of vervormen (misvormen). Hij negeert het gezamenlijke verleden. De afwezigheid van de noodzaak bij de blanke om zich aan ons aan te passen, zoals wij dat wel aan hem moeten doen, betekent ook dat hij de noodzaak niet ervaart om tot onze kern, onze zielskern door te dringen.

‘Neem een neger als vriend’ was een poos geleden het welvaartsvriendelijke parool dat door allerlei progressieven graag werd opgevolgd. De zwarte huid stond daarbij als symbool van een nieuwverworven lukse, zoals je een voorwerp toevoegt aan je kollektie: een

[pagina 35]
[p. 35]

nieuwe koffiemolen, nieuwe stofzuiger en ook een neger erbij.

Toen wij wat steviger in aantal werden en ons ook nog mondig c.q. radikaal en zelfbewust toonden werden we derhalve met de inmiddels versleten koffiemolen én de gehavende stofzuiger langs het trotwaar voor de vuilnisman gezet. Uit met de progressiviteitspret! Andere grote dingen wachtten! Zwartjes kregen woningen in allerlei wijken, gingen eisen stellen over goede & behoorlijke banen en mochten dus als nieuwe élite hun eigen huid & zieltje van de straat oprapen. Er kwam een kunstbeleid van gemeenten zoals Amsterdam en van WVC (het ministerie van kultuur, indertijd CRM geheten) als reaktie op dat eeuwige gemopper over diskriminatie. Het werd dus niet op de eerste plaats gezien als uiting van een behoefte aan het beoefenen van pure (neger)kunst door ex-rijksgenoten. Ook dat blijkt in de praktijk. Zelfs het Stage-door Festival had op de eerste plaats tot doel: het tonen van zwarten en anderen als mensen met mengkulturen. Dus niet met negers die volwaardig hún negerkultuur aanwenden om te kommuniceren op het nivo van kunst.

Hoe zou men er dan in godsnaam toe komen de eis te stellen van perfektie? Dus dat degenen die hun zwarte kultuur (negerkultuur, negertradities) tonen dat ook perfekt beheersen?

Het beleid gaat dus principieel uit van reeds omgevormde, omgewerkte mensen. Met nadruk op mensen, individuen. Het gaat dus uitdrukkelijk niet om datgene waarvoor zij, die mensen dus, zeggen te staan. Dat het beleid daarmee juist een zekere onmenselijkheid demonstreert blijkt straks wel.

Zwarte kultuur wordt in Nederland door Nederlanders (blanken) volkomen interesseloos behandeld, tenzij men daarmee de schijn van een emancipatiebeleid kan ophouden. Geen kwestie van kwade opzet, eerder een kwestie van je hachje redden.

Een typisch eigenbelangenbeleid zoals dat altijd al gevoerd is. En zulks geldt heus niet alleen voor de overheid, o nee! Bij de media is het idem dito! Al zijn er natuurlijk de uitzonderingen, maar die zijn bitter weinig. De les van de media leert ons dat zwarten goed in de

[pagina 36]
[p. 36]

markt liggen als probleemmensen. En als klisjeefiguur. En als objekt om er bijvoorbeeld over te schrijven zodat men zelfs als blanke z'n baantje behoudt.

De konklusie is derhalve duidelijk: van Holland heeft zwarte kultuur niets te verwachten, tenzij er kommercieel (zie Afrikaanse kunst) enige winst uit valt te behalen. Want dan komen we in een ander stramien terecht, namelijk het bewust zoeken van het ‘echte, pure en zuivere’ teneinde het uit te buiten. Een kommerciële wet, meneer!

Voor de zwarten, de negers in Nederland, houdt het begrip zwarte kultuur iets anders in, iets heel dubbelzinnigs. Het is aan de ene kant een soort droomkultuur, iets waar je trots op kunt zijn (zelfs wanneer je die innerlijk niet bezit), iets waarmee je kunt schermen dankzij het feit dat de ander er praktisch geen zier van afweet.

Naar de neger toe is zwarte kultuur meer dan vaak een soort verlangenskwestie: men heeft een zwarte huid, is meestal blank opgevoed én heeft ook nog de zwarte kultuur leren verguizen. Vooral de eerste generatie migranten heeft daarvan te lijden. (En daar vinden we dus het merendeel de huidige generatie kunstenaars/kunstenmakers onder.) De zelfhaat van de negers is trouwens hoofdthema in mijn toneelstuk De Doodsboodschapsvogel.

Nu rijst de grote vraag: zoeken de negers die blank zijn opgevoed dan niet ‘hun’ zwarte kultuur op? Het antwoord is teleurstellend. Oppervlakkig gezien luidt het: ja.

Immers, het is niet moeilijk om met goedkoopte wat negerdinges aan te leren en dan te doen alsof je het hele skala van negerachtigheden beheerst. De schijn triomfeert dus!

Tweede grote vraag: is het redelijk om van zwarten te eisen dat zij zwarte kultuur (kulturen!) door en door beheersen?

Hier is het eerste antwoord: nee!

Maar wanneer het erom geaat dat zichzelf respekterende kunstenaars een representatieve rol vervullen hebben we allang niet meer met wat individueel gedoe te maken. Zwart hoort kultureel gezien dan door en door zwart te zijn. En zelfs al ligt ons overdrachtssysteem (zo dat ooit in

[pagina 37]
[p. 37]

de breedte behoorlijk geordend was) nu door allerlei oorzaken op z'n gat, er zijn bronnen genoeg. Merkwaardig genoeg - en dat is al heel tekenend - komt de informatie veelal van blanken die de moeite hebben genomen om allerlei zaken van de neger te bestuderen. Denk je soms dat wij negers achter die informatie aanrennen?

‘Van je nee! Van je nee! Van je nee!’

Dat is het liedje dat we wèl goed weten te zingen. De praktische ervaring bewijst het. De neger is, wat het aanleren van negerkultuur betreft, enorm gefrustreerd. Maar hij schermt er wel oneindig mee naar de blanke toe!

Daar zit een zeker logisch element aan ten grondslag. Immers, men hóeft ten opzichte van negers niets of nauwelijks iets te bewijzen. Waar vinden we eer? Waar worden we ster? Waar krijgen we grote naam? Juist ja, bij de blanken. Ja hoor, diezelfde blanken die we zo vaak verfoeien. De blanke dus in de vaderrol! (Altijd geweest trouwens!) Dat past eksakt bij het begrip dominantie! En wat doet het negerkind dat we zijn? Het prijst enerzijds z'n vader door alles, maar dan ook alles te doen om erkenning van pappie te krijgen. Het laat zien hoe akseptabel het is voor z'n vader. Om het met een mooie term te zeggen: het gedraagt zich váderlief. Tegelijk wil het laten zien dat het als kind een eigen wil heeft, een ego. Dus schermt het met die ego. Dus véél zwarte-kultuur poeha! Aldus zijn kind en vader elkaars gevangene. De blanke verkneukelt zich, of de neger nou positief of negatief over hem praat. Zolang maar die vaderrol wordt erkend. De neger dus als het eeuwige kind-kindje van de blanke!

Om het op 'n Fanon-achtige wijze te zeggen: blanke vaders, zwarte kindjes.

Op zijn beurt krijgt het kind erkenning. Het wordt geaaid, gepaaid, krijgt af en toe een mep. Maar het is aangewezen op die vader, hoe dan ook. En owee als het zich zelfstandig toont! Dan blijft er maar één ding over: het huis uit! Aangezien dat met ons Hollandse paspoort niet lukt: de strafhoek of het strafhok in!

Vandaar dat Nederland ons dus de Spielerei gunt dat wij ons als

[pagina 38]
[p. 38]

negers kunnen uiten, gedragen. Maar indien wij dat in de ware zin van het woord zouden doen zou men ons onmiddellijk bestraffen vanwege ‘isolatie’ en dergelijke. En dat is ook de bittere praktijk: welke negers komen nu aan bod? Vergis je niet! Niet de vernegerde neger (het zwarte booswichtje van de witte vader). Wel degene die het liefst blank-Hollands artikuleert etc. etc.

En vooral degene die - zij het met enige schijn van eigen identiteit - bereid is diep de neger uit zijn ziel weg te snijden.

Aldus krijg je het merkwaardige feit dat de zogeheten vertegenwoordigers van (de) zwarte kultuur in Nederland degenen zijn die het meest (er op uit zijn) de zwarte kultuur (te) verloochenen, te vergoedkopen, te banaliseren. De late, late prijs van onze slavernij.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken