Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Beknopt kunstwoordenboek (2014)

Informatie terzijde

Titelpagina van Beknopt kunstwoordenboek
Afbeelding van Beknopt kunstwoordenboekToon afbeelding van titelpagina van Beknopt kunstwoordenboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.78 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Beknopt kunstwoordenboek

(2014)–I.M. Calisch, N.S. Calisch–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 177]
[p. 177]

N.

nadir, o. voetpunt; (het nadir staat lijnrecht tegenover het zenith).
nafta, naphtha, v. (scheik.) de zuiverste witte bergolie.
nagelfluhe, v. zekere rotssoort in Zwitserland (in de Alpenstreek).
najade, v. (najaden), (fab.) water-, riviernimf; (plant.) zek. waterplant.
namaz, o. zeker gebed der muzelmannen.
nandou, m. zuid-amerikaansche struisvogel.
nanking, o. chineesche rood-gele katoenen stof.
narcissus, m. (narcissussen), beeldschoon jongeling.
narcotisch, bn. bedwelmend, krampstillend, slaapwekkend; een narcotisch middel.
nardus, m. zeker indisch gras.
nasaal, bn. door den neus uitgesproken: eene nasaal klank, eene nasaal letter.
natie, v. (natiën), groote hoeveelheid menschen (die oorsprong, taal, zeden enz. gemeen hebben); geslacht, volk, volksstam.
nationaal, bn. (nationaler, nationaalst), van ‒, tot eene natie; (ook) vaderlandsch, vaderlandschgezind; nationale industrie, volksnijverheid; nationale belangen, volksbelangen; nationale vergadering, vergadering van volksvertegenwoordigers.
nationaliseeren, bw. gel., in eene natie als lid opnemen; nationaal maken, maken dat het geheele volk belang bij iets heeft.
nationaliteit, v. eigenaardige hoedanigheid eens volks, volkskarakter; de nationaliteiten, de volken, volksstammen.
natief, bn. aangeboren; geboren, afkomstig.
nativiteit, v. geboorte-uur, toekomstig lot (bij het horoskoop-trekken).
naturalibus, in naturalibus, moedernaakt.
naturaliën, mv. natuurvoortbrengselen, zeldzaamheden der natuur; naturaliënkabinet, verzameling van allerlei voorwerpen uit de drie rijken der natuur.
naturalisatie, v. inboorlingsrecht; opneming als staatsburger, het verleenen van het burgerrecht.
naturalisatiewet, v. (naturalisatiewetten), wet waarbij iem. tot Nederlander (enz.) wordt verklaard.
naturaliseeren, bw. gel., inheemsch maken; aan eene vreemde luchtstreek gewennen (planten); in eene taal opnemen (woorden); opnemen als staatsburger; hij is genaturaliseerd Nederlander, hoewel in een vreemd land geboren, is hij bij eene wet tot Nederlander verklaard.
naturalismus, o. gmv. natuurgeloof, natuurlijke godsdienst.
naturalist, m. (naturalisten), aanhanger van het natuurgeloof, tegenstander der geopenbaarde godsdienst; (ook) natuurmensch (niet kunstmatig gevormd).
[pagina 178]
[p. 178]
naumachie, v. (naumachiën), scheepsstrijd; (inz.) spiegelgevecht te water.
naumascoop, v. (naumascopen), scheepsverrekijker.
nausséeus, bn. walgelijk, afkeer verwekkende.
nautiek, v. scheepswezen, zeevaartkunde.
nautilus, m. zekere schelpvisch.
nautisch, bn. scheeps…, zeevaart…
navaal, bn. scheeps…, scheepvaart…
navette, v. (navetten), indiaansch scheepje.
navigabel, bn. bevaarbaar, zeilbaar.
navigatie, v. scheep-, zeevaart; (ook) stuurmanskunst; navigatieakte of akte van navigatie, engelsche scheepvaartwet (van Cromwell); navigatieschool, school voor de zeevaart.
nazareërs, nazarenen, m. mv. naam der eerste christenen (hun door hunne tegenstanders gegeven); naam eener joodsch-christelijke natie in Palestina; de Nazareër, Christus.
nebuleus, bn. nevelachtig, mistig; (fig.) gemelijk.
necessaire, v. reiskistje, reistasch.
necessiteit, v. noodzakelijkheid.
necrologie, v. levensbeschrijving van eenen overledene; (ook) lijst van afgestorvenen.
necroloog, m. (necrologen), levensbeschrijver van overledenen.
necromantie, v. geestenbezwering, geestenbanning.
nec plus ultra, door niets overtroffen.
nectar, nektar, m. (fab.) godendrank, (fig.) uitgezochte fijne drank.
negatie, v. (negatiën), ontkenning, loochening.
negatief, bn. ontkennend; negatief recht, recht om te vorderen dat een ander iets onderga of lijde.
negeeren, bw. gel., ontkennen, loochenen.
neglectie, verzuim, verwaarloozing.
negligé, o. huisgewaad, nacht-, ochtendkleed.
negligeeren, bw. gel., verzuimen, verwaarloozen, veronachtzamen.
negotiabel, bn. verhandelbaar, omzetbaar.
negotiant, m. (negotianten), handelaar.
negotiatie, v. (negotiatiën), handelsbedrag; het verhandelen van een nog niet verschenen wissel; geldleening; diplomatieke onderhandeling.
negotie, v. gmv. handel, koopmanschap; handelsverkeer; met negotie gaan, rondventen aan de huizen.
negotieeren, bw. gel., onderhandelen; handeldrijven; tot stand brengen, bewerken; verkoopen, disconteeren (eenen wissel).
nemolith, m. zekere steensoort.
Nemesis, v. (fab.) godin der wraak; (fig.) wrekende gerechtigheid.
neocomien, o. zekere delfstof.
neoloog, m. (neologen), invoerder ‒, voorstander van nieuwigheden (inz. nieuwe woorden).
neologie, v. gmv. invoering van nieuwigheden (inz. nieuwe woorden).
[pagina 179]
[p. 179]
neophiet, m. (neophieten), nieuweling, nieuw-bekeerde.
neorama, o. vereeniging van het panorama met het diorama.
neperiaansche staafjes, o. mv. zeker werktuig om het vermenigvuldigen gemakkelijk te maken; (oudt.) logarithmen.
nephelien, o. zekere steensoort.
nephriet, nephritische jade, zekere steensoort.
nepotismus, o. gmv. neefschap, bloedverwantschap; (fig.) begunstiging van nabestaanden, familiegeest.
nertelologie, v. leer ‒, kennis der onderaardsche lichamen.
nerveus, bn. zenuwachtig; gespierd; de zenuwen betreffende.
nesologie, v. kennis der eilanden.
nestor, m. (fig.) schrander ‒, eerwaardig grijsaard; oudste; de nestor der geleerden.
netto, bijw. zuiver, na aftrek der tarra, ‒ van alles; schoon.
nevé, m. sneeuwmassa in Zwitserland.
Newgate, naam der groote strafgevangenis te Londen.
niabel, bn. loochenbaar, te ontkennen.
niaiserie, v. (niaiseriën), onnoozelheid, domme streek.
nicanias, o. soort geweven stof.
nicotiana, v. tabak, tabaksplant.
nicotine, v. zeker aftreksel van tabak (sterk vergif).
nigromantie, nigromancie, v. gmv. zwarte kunst, tooverij.
nihil, bijw. niets.
nihilismus, o. het loochenen van het bestaande.
nimbus, m. stralenkroon, lichtkrans, glorie (om het hoofd der heiligen); (fig.) glans, luister; regenwolk.
niobium, o. zeker metaal.
Nischar Iftihair, orde van den roem (ridderorde in Tunis).
Nissan, m. 7e maand van den israëliet. kerkelijken kalender.
niveau, o. waterpas.
nivelleeren, bw. gel., waterpas maken, waterpassen; met het waterpas afmeten, gelijk maken.
nix, v. (nixen), zeker waterspook.
nizam, m. vorstentitel in Voor-Indië.
nobel, bn. (nobeler, nobelst), edel; fijn, edelaardig; voornaam.
nobel, m. oud engelsch muntstuk.
nobili, m. mv. de edelen, de adel.
nobiliteit, v. gmv. edelheid, beroemdheid; adel.
nobility, v. de (engelsche) adel.
noblesse, v. adeldom, adelstand; (fig.) voorname stand; de aanzienlijken.
nocturlabium, o. (nocturlabia), (zeew.) nachtwijzer, (zeker werktuig).
nomaden, m. mv. herdersvolken, rondzwervende volken.
nomadisch, bn. rondtrekkend, zonder vast verblijf.
nomadiseeren, ow. gel., een zwervend leven leiden, rondtrekken.
nomenclatuur, v. gmv. leer van de beschrijving en de benoeming der voorwerpen uit het rijk der natuur.
nomenclatuur, (nomenclaturen), naamlijst, naamregister.
nominaal, bn. den naam betreffende, naar den naam; nominale waarde, waarde van eene schuldbekentenis
[pagina 180]
[p. 180]
(of ander geldwaardig papier), zooals zij bij de uitgifte is vastgesteld.
nominatie, v. (nominatiën), benoeming, benoemingsrecht; voordracht van personen om er eene keuze uit te doen (ter benoeming tot eenige betrekking); op de nominatie staan, voorgedragen zijn.
nominator, m. (nominatoren), benoemer; (rek.) noemer (eener breuk).
nomineeren, bw. gel. benoemen.
nonactiviteit, v. officier op nonactiviteit, niet in werkelijke dienst en onder genot van minder soldij.
nonchalance, v. nalatigheid, achteloosheid.
nonchalant, bn. (nonchalanter, nonchalantst), achteloos.
nonconformisten, m. mv. afgescheidenen van de staatskerk in Engeland.
noninterventie, v. het niet tusschenbeide treden.
none, v. (muz.) de negende toon.
non-ens, o. onding; iets wat niet bestaat of bestaan kan.
nonius, m. zeker astronomisch werktuig.
nonpareille, v. zeer kleine (druk) lettersoort.
non plus ultra, het onovertreffelijke, het toppunt, de kroon.
nonsens, onzin, wartaal, zotteklap.
non-sunt, m. ontmande, gelubde.
nonvaleur, m. oninvorderbare schuld, ‒ post (van iem. die niet bij machte is [inz. de belasting] te betalen).
noria, v. zeker toestel (in fabrieken).
norium, o. zeker metaal.
norm, norma, v. regel, voorschrift.
normaal, bn. overeenkomstig het voorschrift, naar den regel, rechtlijnig; in normalen (behoorlijken, gewonen) toestand; normaalschool (voor onderwijzers).
normaliteit, v. behoorlijke toestand, toestand van iets waaraan niets ontbreekt.
normaliteit, v. de loodlijn.
nota, v. (notaas), noot, teeken, aanmerking; kleine rekening (van geleverde goederen); nota bene (N.B.).
notabel, bn. merkwaardig, aanzienlijk, voornaam; de notabelen, de aanzienlijken, de voornaamste burgers.
notam, ad notam nemen, iets in het geheugen houden, het voor gezegd houden.
notariaat, o. notarisambt.
notariëel, bn. en bijw. eene notariëele akte, akte opgemaakt of verleden ten overstaan van eenen notaris.
notaris, m. (notarissen), openbare ambtenaar (die zekere gerechtelijke handelingen verricht).
noteeren, bw. gel., aan-, opteekenen, boeken; aanmerken.
notie, v. begrip, denkbeeld; hij heeft er geen notie van.
notificatie, v. bekendmaking, aankondiging; voor notificatie (kennisgeving) aannemen.
notificeeren, notifiëeren, bw. gel., bekend maken, aankondigen, beteekenen, kond doen, ter kennis brengen.
notitie, v. (notitiën), kennis; aanteekening; opgave; bericht, lijst; notitie van iets nemen, kennis nemen van iets, op iets letten.
[pagina 181]
[p. 181]
notorisch, notoir, bn. openbaar, wereldkundig; algemeen bekend.
notoriteit, notoriëteit, v. algemeene bekendheid; akte van notoriteit.
notos, m. onstuimige wind; (inz.) zuiden- of zuidwestenwind.
Notre-Dame, Onze Lieve Vrouw, de maagd Maria; de Notre-Dame (grootste kathedraal) te Parijs.
nouveautés, v. mv. nieuwigheden, voorwerpen van weelde, mode, smaak.
nouvelle, v. nieuwigheid, nieuwsbericht.
nouvellist, m. (nouvellisten), dagbladschrijver; nieuwsverteller
novelle, v. (novelles), klein romantisch verhaal.
novellist, m. (novellisten), schrijver van kleine vertellingen.
novemole, v. (muz.) negen te zamen getrokken nooten.
novice, m. en v. (novicen), nieuweling, proefleerling; die een proefjaar in een klooster doorbrengt.
noviciaat, o. proefjaar, proeftijd; leerlingschap.
nuance, v. (nuances), schaduwing, schaduwverdeeling, kleurspeling, tint, schakeering.
nuanceeren, bw. gel., beschaduwen, schakeeren.
nuditeit, v. naaktheid, het ontbloot zijn.
numerair, bn. naar het getal; numeraire waarde, omloopwaarde eener munt.
numerair, o. gemunt geld.
numereeren, bw. gel., met cijfers teekenen, nommeren, tellen.
Numeri, o. boek der getallen, het vierde boek van Mozes.
numeriek, door getallen uit te drukken; numerieke waarde, getalwaarde, waarde volgens getallen.
numero, o. nommer.
numeroteeren, bw. gel., benommeren, met cijfers teekenen.
numismatiek, v. munt-, penningkunde.
nummuliten, m. mv. zekere uitgestorven diersoort.
nunciatie, aanzegging, aankondiging; aanklacht.
nuncius, nuntius, m. (nunciussen, nuntiussen), afgevaardigde ‒, vertegenwoordiger van den paus in het buitenland.
nuptiaal, bn. de bruiloft betreffende.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken