Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal (1864)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal
Afbeelding van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taalToon afbeelding van titelpagina van Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (7.66 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

(1864)–I.M. Calisch, N.S. Calisch–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1074]
[p. 1074]

Q.

[† Q]

† Q, v. de 17e letter van het alfabet; als rom. getalmerk beteekent Q 500; Q.A., quod attestor, hetgeen ik getuig; Q.B.F.F.Q.S., quod bonum, felix, faustum que sit, hetgeen goed, gelukkig en gezegend moge zijn; Q.F.F.Q.S., quod felix, faustum, que sit, hetgeen gelukkig en gezegend moge zijn, (of) God geve daartoe Zijnen zegen; Q.D.B.V., quod Deus bene vertat, God doe het wel gelukken; Q.E., quinta essentia, de vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; Q.E.D., quod erad demonstrandum, hetgeen te bewijzen was; Q.L., quantum lubeat, Q.P. of Q. Pl., quantum placeat, de hoeveelheid naar welgevallen; Q.Q., qualitate qua, in hoedanigheid, met volmagt, gevolmagtigd; Q.S., quantum satis, of quantum sufficiat, zooveel als genoeg is; Q.V., quantum velis, zooveel gij wilt; quaer., zie QUAERITUR; quaest., zie QUAESTIE.

[† Qua]

† Qua, bijw. als, in zoo verre, in hoedanigheid van; - talis, als zoodanig; - mandatarius, als gevolmagtigde; - professor, als hoogleeraar.

[† Quaderzandsteen]

† Quaderzandsteen, m. (-en), zek. duitsche steensoort, (bouwstof).

[† Quadraat]

† Quadraat, o. (...aten), vierkant, regelmatige vierhoek met vier gelijke zijden en regte hoeken; (wisk.) vierkant getal, tweede magt; electrisch -, zek. toestel bij electrische proeven; (sterr.) groot -, zek. vierkant door groote sterren gevormd; magisch -, toovervierkant, (zek. kunstspel); soort talisman (in Indië). *-, bn. vierkant, vierhoekig, vierzijdig. *-GETAL, o. (-len), vierkant getal, produkt van een getal met zich zelf vermenigvuldigd. *-MIJL, v. (-en), vierkante mijl. *-ROEDE, v. (-n), vierkante roede. *-VOET, m. (-en), vierkante voet. *-WORTEL, m. (wisk.) den - trekken.

[† Quadragesima]

† Quadragesima, de zesde Zondag vóór Paschen.

[† Quadrangulair]

† Quadrangulair, bn. vierhoekig, vierkant.

[† Quadrans]

† Quadrans, o. zek. apothekersgewigt (3 oncen of 6 looden med.).

[† Quadrant]

† Quadrant, o. (-en), vierde gedeelte van een geheel, (inz. van eenen cirkel); hoekmeter, graadcirkel, hoogtemeter (werktuig).

[† Quadratrix]

† Quadratrix, v. (oudt. wisk.) zek. kromme lijn.

[† Quadratus homo]

† Quadratus homo, m. kort en gezet mensch, vierkante vent.

[† Quadratuur]

† Quadratuur, v. verandering in eenen vierhoek; - des cirkels, herleiding van den cirkel tot het vierkant; (fig.) iets onuitvoerbaars. *-STANDEN, m. mv. kwartierstanden (der maan).

[† Quadreren]

† Quadreren, *...DRATEREN, bw. gel. (ik quadreerde, heb gequadreerd), vierkant -, vierhoekig maken, in het vierkant brengen, den inhoud van een vlak berekenen; (een getal) met zich zelf vermenigvuldigen. *-, ow. (fig.) passen, schikken, overeenkomen.

[† Quadri...]

† Quadri..., het viervoud, vier....

[† Quadrille]

† Quadrille, v. (-s), dans met vier personen; omberspel met vier spelers.

[pagina 1075]
[p. 1075]

[† Quadrillioen]

† Quadrillioen, o. millioen in de vierde magt, duizendmaal duizend trillioenen, (het cijfer 1 met 24 nullen er achter).

[† Quadro]

† Quadro, (muz.) vierstemmig.

[† Quadrumanen]

† Quadrumanen, mv. vierhandige dieren. *...PEDEN, mv. viervoetige dieren. *...PEL, bn. viervoudig; - alliantie, viervoudig verbond, verbond van vier mogendheden. *...PLEREN, bw. gel. verviervoudigen.

[† Quaeritur]

† Quaeritur, men vraagt, er wordt gevraagd.

[† Quaestie]

† Quaestie, v. (...ën), vraag, twistvraag, geschilpunt; aanhangige zaak, aangelegenheid; kwestie; de zaak, de persoon in -, waarvan -, van wien gesproken wordt; waaraan -, aan wien gedacht wordt; de bewuste zaak of persoon; dat lijdt geen -, dat is buiten -, dat spreekt van zelf.

[† Quaestor]

† Quaestor, m. (-s), (rom. gesch.) schatmeester; stemopnemer (in vergaderingen).

[† Quagga]

† Quagga, m. zek. zuid-afrikaansch zoogdier.

[† Quallen]

† Quallen, v. mv. zeenetels.

[† Qualificatie]

† Qualificatie, v. (...ën), opgave der noodige eigenschappen; toekenning eener eigenschap; het geven van eenen titel; volmagt; deugdelijkheid, geschiktheid; verzwaring eener misdaad door omstandigheden die eene gestrenger straf ten gevolge hebben. *...FICEREN, *...FIËREN, bw. gel. (ik qualificeerde, heb gequalificeerd), eigenschappen toekennen; geschikt -, vatbaar maken; benoemen; volmagt geven; een gequalificeerde diefstal, diefstal met verzwarende omstandigheden. *...TATIEF, bn. volgens de waarde; naar den aard; het gehalte -, de gesteldheid eener zaak betreffende. *...TEIT, v. (-en), gesteldheid, eigenschap, hoedanigheid, aard; stand -, betrekking in de maatschappij; titel.

[† Quand même]

† Quand même, hoe het ook ga, tot elken prijs.

[† Quantitatief]

† Quantitatief, bn. volgens de hoeveelheid, - de grootte, naar het getal. *...TEIT, v. hoeveelheid, menigte; tijdduur der lettergrepen. *...TUM, o. zek. som; hoeveelheid, getal; maat.

[† Quarantaine]

† Quarantaine, v. ligdagen, proefdagen (vroeger 40 in getal) van schepen, reizigers of waren die uit vreemde plaatsen komen waar besmettelijke ziekten heerschen of die daarvan verdacht gehouden worden; (ook) de inrigting -, de plaats waar zulke reizigers of voorwerpen gedurende die dagen eich moeten bevinden.

[† Quarré, Carré]

† Quarré, Carré, o. vierkant; vierkante plaatsing bij militairen.

[† Quarreau]

† Quarreau, o. vierhoekig liniaal tot het trekken van evenwijdige lijnen.

[† Quarreograaf]

† Quarreograaf, m. (...afen), werktuig tot het opnemen van perspectiefteekeningen.

[† Quart]

† Quart, o. (-en), vierde deel, vierde maat, zek. vochtmaat; zek. graanmaat (in Pruissen).

[† Quartaal]

† Quartaal, o. (...alen), vierde gedeelte van een jaar, vierendeeljaars.

[† Quarteren]

† Quarteren, bw. gel. goud en zilver zamensmelten in de verhouding van 1 tot 3.

[† Quarteronen, Quadronen]

† Quarteronen, Quadronen, m. mv. kinderen van eenen kreool en eene terceroonsche vrouw (in Midden- en Zuid-Amerika). Zie TERCERONEN.

[pagina 1076]
[p. 1076]

[† Quartet]

† Quartet, o. (-ten), vierstemmig muziek- of zangstuk.

[† Quartier]

† Quartier, o. zie KWARTIER.

[† Quartijn]

† Quartijn, o. kwartijn, boek in quarto, 4o.

[† Quarto]

† Quarto, bijw. ten vierde, in de vierde plaats; in -, boekformaat waarbij het vel vier bladen of acht bladzijden heeft.

[† Quasi]

† Quasi, bijw. als ware het, bijna als, ongeveer, schijnbaar, even als.

[† Quassia]

† Quassia, m. zek. zuid-amerikaansche boom; -hout, kwassiehout, (zek. geneesmiddel).

[† Quatemper]

† Quatemper, zie QUATERTEMPER.

[† Quaterne]

† Quaterne, v. (-n), vier bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in ééne rij (in het lottospel); zes bladen papier ineengeschoven.

[† Quatertemper]

† Quatertemper, m. (s), eerste dag van een vierdeeljaars; (r.k.) boete- en vastendag (de eerste Vrijdag van ieder vierendeeljaars).

[† Quatrain]

† Quatrain, o. klein gedicht van vier verzen of dichtregels.

[† Quatre-mains, Quattro mani]

† Quatre-mains, Quattro mani, muziekstuk voor vier handen gezet.

[† Quatuor]

† Quatuor, o. (-s), vierstemmig muziek- of zangstuk.

[† Queen's bench]

† Queen's bench, v. regtbank der koningin, (naam van het oppergeregtshof te Londen, wanneer in Engeland eene koningin regeert).

[† Queen's metal]

† Queen's metal, o. zek. metaal-mengsel (tin, lood, spiesglans en bismuth).

[† Quekker]

† Quekker, m. soort zeer vurige palmwijn.

[† Quentchen]

† Quentchen, o. zek. duitsch gewigt, een-vierde-lood.

[† Quercitron]

† Quercitron, o. geelkleurig hout als verfstof gebezigd.

[† Querel]

† Querel, o. (-len), klagt, bezwaar; twist, geschil, strijd. *-AAT, m. (...aten), beklaagde, gedaagde. *-ANT, *...ULANT, m. (-en), eischer, klager. *-LEREN, ow. gel. (ik querelleerde, heb gequerelleerd), twisten, strijden, geschil hebben.

[† Questie]

† Questie, v. zie QUAESTIO.

[† Queue]

† Queue, v. (-n), staart, paardestaart; biljartstok; de laatste soldaten eener afdeeling (bij eenen marsch); de laatste menschen (bij eene optrekkende processie, eenen optogt, voorbijgaan den stoet); (fig.) lange reeks rijtuigen; lange reeks of rij personen die op eene beurt staan te wachten.

[† Quibus]

† Quibus, m. (-sen), zot, gek, dwaas. *...DAM, zek. iemand; (ook) zot, gek.

[† Quickzand]

† Quickzand, o. parelzand, bronzand; het gewone grove zand.

[† Quidproquo, Quiproquo]

† Quidproquo, Quiproquo, o. misverstand, verwisseling, het eene voor het andere.

[† Quiëscentie]

† Quiëscentie, v. rust, toestand van rust. *...ËTISTEN, m. mv. rustvrienden (zek. godsdienstsecte). *...ËTISMUS, o. gemoedsrust, volkomene berusting in Gods wil.

[† Quillage]

† Quillage, o. kielgeld (regt geheven van schepen die voor de eerste maal eene fransche haven binnenloopen).

[† Quincaillerie]

† Quincaillerie, v. (...ën), kleine galanteriewaren, kramerijen (inz. metalen voorvwerpen).

[† Quindecagoon]

† Quindecagoon, m. (...onen), vijftienhoek.

[pagina 1077]
[p. 1077]

[† Quine]

† Quine, v. zie QUINTERNE.

[† Quinine, Quinquina]

† Quinine, Quinquina, v. extract van den kinabast, middel tegen de koorts enz.

[† Quinquennium]

† Quinquennium, o. tijdvak van vijf jaren.

[† Quinquet]

† Quinquet, v. (-ten), argandsche lamp met dubbelen lichtstroom.

[† Quinta]

† Quinta, v. vijfde klasse eener latijnsche school. *...TAAL, o. (...alen), centenaar, honderd pond gewigt; een fransch quintal = 48.95058 nederl. pond. *...TE, v. (muz.) de vijfde toon gerekend van den grondtoon; hoogste vioolsnaar; (schermk.) vijfde stootmanier; -s, mv. streken, knepen.

[† Quinterne]

† Quinterne, v. vijf bezette en tegelijk uitgekomen nommers (in de getallen-loterij); vijf nommers in eene rij (in het lottospel).

[† Quintescens]

† Quintescens, *...ESSENCE, v. de keur of kern (van iets), het fijnste, edelste, krachtigste; (scheik.) vijfmaal overgehaalde geest eener vloeistof; de ware inhoud (van iets) in den minst omvangrijken vorm.

[† Quintet]

† Quintet, o. (-ten), vijfspel, vijftoonig muziekstuk.

[† Quintupliceren]

† Quintupliceren, bw. gel. vervijfvondigen. *...TUS, m. de vijfde; de vijfde der leerlingen in eene klasse.

[† Quipos, Quippos]

† Quipos, Quippos, o. knoopenschrift der oude Peruanen.

[† Quisquiliën]

† Quisquiliën, mv. alles wat slecht is en niet deugt; slechte voortbrengselen van den geest.

[† Quitantie]

† Quitantie, v. (...ën), kwijtbrief, bewijs van ontvangst.

[† Quitte]

† Quitte, bijw. vrij, even, kamp-op, ontheven van de verpligting om te betalen; - ou double, kamp-op of dubbel.

[† Quitteren]

† Quitteren, bw. gel. (ik quitteerde, heb gequitteerd), als voldaan onderteeken (eene rekening); eene quitantie afgeven; (ook) verlaten, afzien van, laten varen.

[† Qui vive!]

† Qui vive! werda! wie daar! op zijn - zijn, zeer goed toezien, een streng wakend oog houden.

[† Quodlibet]

† Quodlibet, o. (-s), wat men belieft, mengelmoes, allerlei, van alles wat; laffe woordspeling, platte dubbelzinnigheid.

[† Quomodo]

† Quomodo, v. handelwijze, manier van uitvoering.

[† Quota]

† Quota, *...TUM, o. evenredig aandeel (dat ieder heeft bij te dragen). *-TIE, *...TISATIE, v. (...ën), berekening van ieders aandeel. *...TEREN, bw. gel. naar evenredigheid verdeelen; van volgnommers voorzien, nommeren, merken (bescheiden enz.). *...TIËNT, o. (-en), (rek.) uitkomst eener deeling. *...TISEREN, bw. gel. naar verhouding verdeelen; schatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken