Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De tweelingzusjes Wil en Til (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van De tweelingzusjes Wil en Til
Afbeelding van De tweelingzusjes Wil en TilToon afbeelding van titelpagina van De tweelingzusjes Wil en Til

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (41.73 MB)

ebook (4.21 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Illustrator

Tjeerd Bottema



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De tweelingzusjes Wil en Til

(1928)– Cara–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 92]
[p. 92]

Waren het dieven?

Nu is het nacht geworden. Moeder is weer weggegaan, terug naar vader en naar den kleinen Henkeman. Moeder heeft gezegd: ‘Wil en Til, jullie zijn nu al zulke groote dochters van me. Zal je gehoorzaam zijn? En niet lastig of zeurig, denk er om.’

Dat hebben de tweelingen beloofd.

‘En hoor 's, moes, u krijgt een brief van ons’ heeft Til moeder in het oor gefluisterd.

Nu is moeder weer in de stad. Daar slapen ze allemaal rustig: vader, moeder, Henkie en Kee. De tweelingen liggen naast elkaar in het groote bed. Moeder heeft haar meisjes niet naar boven gebracht, maar grootmoeder. Want ze zijn nu in het huis van grootmoeder. Voor ze gingen slapen, hadden ze nog o zooveel te praten. Til heeft Wil wat in het oor gefluisterd. En Wil heeft geroepen: Hè ja, da's leuk, zeg! En toen hebben ze nog even zachtjes liggen praten. Want grootvader riep aan de trap: ‘Zoet gaan slapen, jullie!’ Maar eindelijk zijn de oogjes dicht gevallen. Grootvader en grootmoeder slapen ook. En Aaltje? Slaapt die ook in het huis bij grootmoeder?

[pagina 93]
[p. 93]

Nou! Ga maar eens op zolder kijken. Daar heeft Aaltje maar wát een lief kamertje. Wat is het nu stil in huis! En wat is het stil om het huis heen!

Maar het is Juli en dan zijn de nachten erg kort. Het begint al vroeg een klein, klein beetje licht te worden.

Grootmoeder wordt wakker. Hè, ze heeft zoo akelig gedroomd. ‘Ik ben blij, dat ik wakker ben’, denkt ze. Wacht 's, wat droomde ik ook weer? O, ja, van een paar booze mannen, die Wil en Til meenemen wilden. Wat ben ik blij, dat het niet waar is.

Grootmoeder ligt nog even wakker, dán dut ze weer in.

Maar wat is dát opeens? Wat hoort ze daar? Ze luistert......

Alles in huis is doodstil. Nee.. toch niet. Ze hoort wat bijzonders. Net, of er iemand buiten staat, die door de keukendeur naar binnen wil komen. Iemand, die stilletjes in huis wil. O, misschien wel een dief, misschien wel een booze man, die de kinderen mee wil nemen. Grootmoeder wordt bang. Haar hart klopt. Het gaat: bons, bons, bons. Haar tanden klapperen.

‘Hendrik’, fluistert ze, ‘Hendrik.’

Maar grootvader hoort het niet. Grootvader slaapt rustig voort. Grootmoe gaat overeind

[pagina 94]
[p. 94]

zitten. Daar héb je 't weer. Er zit iemand aan de keukendeur. Nu hoort ze het duidelijk.

‘O, o, Hendrik, word toch 's wakker’, kreunt grootmoeder. ‘Er zijn dieven.’

‘Hè, hè, wat?’ zegt grootvader met een slaperige stem.

‘Dieven zijn er, sta nou toch op, man.’

‘Dieven?’

Grootvader zit nu ook overeind.

‘Ja, luister maar.’

‘Och’, bromt grootvader ‘ze kunnen er tóch niet in. De deur is op slot, dat weet je toch wel? Ik hóor geen dieven. Je hebt zeker gedroomd.’

‘Nee, echt niet, hoor! Daar héb je 't weer aan de klink. Ze willen naar binnen. Toe, Hendrik, sta toch gauw op. Denk om de kinderen.’

Ja, nu hoort grootvader ook dat vreemde geluid in den nacht.

‘Wacht maar’, zegt hij zacht, ‘ik zal ze leeren....’

Vlug staat hij op, kleedt zich aan en op de kousen sluipt hij naar de gang.

‘Mijn wandelstok .... wacht maar ....ik zal ze helpen .... dieven in mijn huis, diéven....

Zoo moppert grootvader en met zijn wandelstok in de hand loopt hij heel voorzichtig en heel zacht de gang door.

En grootmoeder? Ze heeft gauw een japon en

[pagina 95]
[p. 95]


illustratie
Grootvader met den wandelstok voorop en grootmoeder met een haarborstel dapper achter grootvader aan.


[pagina 96]
[p. 96]

haar kousen aangetrokken. Want ze durft grootvader niet alleen laten gaan. Ze moet helpen. Grootmoeder is opeens erg dapper. Ze pakt vlug een haarborstel en stapt dan achter grootvader aan. Allebei loopen ze zachtjes, grootvader voorop.

‘Voorzichtig nou maar, Hendrik.’

‘Ja, ja.’

Grootvader laat zijn stok zien.

‘Ik zal ze wel helpen’, fluistert hij.

Grootmoeder houdt den haarborstel stevig vast.

‘Als ze je kwaad doen, Hendrik, die dieven, dán .... kijk 's .... dan sla ik ze boven op hun hoofd....

Daar zijn ze bij de keukendeur.

Grootvader doet de deur heel zachtjes open. Grootmoeders hart klopt toch zoo angstig. “O, o, wat naar, zoo in den nacht”, denkt ze.

En dan....

“Wel, wel, is me dát schrikken.”

Grootmoeder laat den borstel haast vallen.

In plaats van een dief, die in huis wil, staan daar - Wil en Til, die er uit willen. Zij hebben dat leven gemaakt aan de deur.

“Wat moét dat?” roept grootvader met een harde, booze stem.

Wil kijkt naar Til, die een erge kleur heeft. En Til kijkt naar Wil, die erg verlegen doet. Ze Zeggen niets, dat durven ze niet. Want groot-

[pagina 97]
[p. 97]

vader is zóo boos en dan - die wandelstok. Dat beteekent zeker iets heel ergs.

“Wat moét dat?” zegt grootvader nog eens.

O, ze durven haast niet te praten en ze moeten toch antwoord geven. Ze wachten op elkaar, de zusjes. Til denkt: Zeg jij het maar, Wil. En Wil fluistert: “Durf jij?”

“'t Is nog zoo vroeg”, zegt grootmoeder zacht.

“Jullie bent zeker in de war, hé?”

“Nee”, zegt Til.

Nu komt Wil haar zusje helpen.

“We willen gaan schommelen.”

“Zoo”, zegt grootvader. Zijn stem klinkt niet zoo érg boos meer, vindt Til.

“En nou was de deur op slot, hé?”

“Ja”, knikken ze verlegen.

“En dat is maar goed ook. Zulke rare dingen doen we hier niet. Ongewasschen naar buiten gaan, en de haren nog niet gekamd.”

“Weet je wel, dat het pas half vijf is?” vraagt grootmoeder.

“Nee”, zegt Wil, “maar we konden niet meer slapen.”

“Allo, geen kunsten”, bromt grootvader.

“Weer naar bed, hoor! Marsch!”

Daar gaan ze weer, naar boven.

Grootmoeder gaat mee. De tweelingen, die altijd zooveel te praten hebben, zeggen heele-

[pagina 98]
[p. 98]

maal niets. Vlug trekken ze de kleeren uit, en de schoenen en kousen. De nachtpon wordt aangetrokken en dan gaan ze heel zoet in bed.

“Aaltje zal jullie wel roepen”, zegt grootmoeder.

“Ja grootmoe.”

Dan gaat grootmoe zachtjes naar beneden, op haar kousen. De tweelingen hooren de treden van de trap toch nog kraken

Grootvader slaapt weer. Maar grootmoeder kàn niet meer slapen. Ze beeft nog zoo van den schrik.

“Ik ga maar niet meer in bed”, denkt grootmoe. Het wordt al zoo licht. Ik zal maar een kopje thee zetten en dan ga ik wat zitten breiën.

Een paar arbeiders, die naar hun werk moeten, komen voorbij.

“Wat is mevrouw van den meester al vroeg uit de veeren”, zegt de een.

“Nou”, knikt de ander. Misschien is er wat bijzonders aan de hand.’

Maar wát voor bijzonders - dat weten ze niet. Dat weten ze maar met hun viertjes: de grootouders en de tweelingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken