Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kroeglopen 2 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kroeglopen 2
Afbeelding van Kroeglopen 2Toon afbeelding van titelpagina van Kroeglopen 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.92 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kroeglopen 2

(1968)–S. Carmiggelt–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 104]
[p. 104]

Een hand

De heer Van Dalen is vorige week overleden.

We hoorden het van Dirk, de kelner in hotel ‘De Zalm’. Telkens als wij, op onze omzwervingen, in dat kleine, oude stadje komen, gaan wij naar hotel ‘De Zalm’, omdat het de bekoring heeft van een plaats waar alles vijftig jaar geleden gebeurt. Je kunt er goed en overvloedig tafelen, in een zaal met pilaren en oude spiegels en de heer Woen, de eigenaar, een kleine dikke man met de roze wangen van iemand die zelf ook vaak goed en overvloedig getafeld heeft, komt steeds gehuld in een rouwzwart kostuum, er onophoudelijk op toezien dat alles naar wens is en je krijgt de indruk dat het hem werkelijk iets bommen kan.

Dirk bedient niet in de eetzaal, maar in het koffiehuis met de donkerbruine lambriseringen en de lederen fauteuils. Hij is kaal van boven en spierwit aan de slapen - een lange, eerbiedwaardige ober, die ook doet denken aan vroeger tijden, in zijn nimmer aflatende, vertroetelende toewijding, waarmee hij de heren op hun wenken bedient.

[pagina 105]
[p. 105]

Want in het koffiehuis komen alleen de héren van het stadje. De dokter, de advocaat, de notaris - ze hebben er hun vaste tafel waar ze, met de andere notabelen, hun borrel drinken en het verleden nog wat prolongeren. Want iedereen is oud in dit eerbiedwaardig lokaal. Soms hoor je ‘Dirk’ knorren en dan komt hij er al mee áángestapt, want hij weet precies wie riep en wat meneer al sinds jaar en dag drinkt. De notaris bij voorbeeld een lichte cats en de dokter een angustora. De notaris ziet eruit, of hij veel boeiends zou kunnen vertellen over de menselijke hebzucht. En de dokter, óók al lang in ruste, heeft de joyeuze sjiek behouden van zo'n ouderwetse geneesheer, die in vroeger tijden rijke dames, met ongrijpbare klachten, een modebadplaats voorschreef en haar echtgenoot een goed glas wijn.

Tot dit kringetje behoorde de heer Van Dalen, de ook al rijkelijk middelbare bezitter van een grote fabriek, die zijn besognes aan anderen over liet. Hij was zeer bemiddeld en hij werd, tegen vijven, altijd gebracht in zijn grote, zwarte auto met een chauffeur in uniform, die aan zijn pet sloeg als hij het portier opende en, in het voertuig gezeten, geduldig voor de deur wachtte, tot zijn meester uitgeborreld was. Ook dat had iets ouderwets.

De heer Van Dalen was een zeer klein doch bijzonder fier meneertje en aan zijn binnenstappen en zijn oogopslag kon je heel goed zien dat hij - hoe luttel van gestalte dan ook - indertijd die machtige stenen fabriek uit de grond gedwongen had.

[pagina 106]
[p. 106]

Wat mij in hem bekoorde was zijn gewoonte, zo nu en dan, (niet te vaak) een dame van lichte zeden mee te brengen in ‘De Zalm’. Het stadje heeft er slechts twee, een blonde en een zwarte. Een doodenkele keer voerde de heer Van Dalen de blonde mee naar de borreltafel, maar vaker was het de zwarte, een goedlachse vrouw, die zich echter in dit deftige groepje in acht nam en nooit verder ging dan twee consumpties. Dirk behandelde haar koel en uit de hoogte, omdat hij vond dat zij hier geen pas gaf en de heren tolereerden haar op een hoofse manier, waaraan lichte spot niet vreemd was.

Dat de heer Van Dalen haar meebracht in ‘De Zalm’ vond ik eigenlijk edel van hem.

Hij was duidelijk geen stiekemerd.

En er zijn zo véél stiekemerds.

Als hij de dame bij zich had, ging hij altijd wat vroeger weg dan gewoonlijk. Ik zie ze de laatste keer nóg vertrekken. Het was een zeer koude dag en de wijde broekspijpen van de heer Van Dalen wapperden op de stoep in de wind. Maar eenmaal in de auto gezeten, werden ze door de chauffeur moederlijk toegedekt, met een plaid.

‘Het was zo raar,’ zei Dirk tegen ons. ‘Vorige week dinsdag ging meneer Van Dalen alleen weg, op gewone tijd. Ik hielp hem in zijn jas. En toen gaf hij mij opeens de hand. Dat had hij nog nooit gedaan in al die jaren. Toen vroeg hij naar de heer Woen. En hij gaf de heer Woen ook de hand. En de volgende dag ging hij dood.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken